In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 5: Werkt dat zo?
Rekenopdrachten
Slide 1 - Tekstslide
1a. Marina heeft haar loonstrookje ontvangen. Haar brutoloon bedraagt € 1.157. Er is € 435 aan loonbelasting en € 80 aan sociale premies ingehouden. Bereken het nettoloon van Marina.
Slide 2 - Open vraag
1b. Haar brutoloon bedraagt € 1.157. De loonbelasting was € 435 en sociale premies € 80 . Marina heeft haar loonstrookje ontvangen. Dankzij een maatregel van de overheid gaat Marina’s loonbelasting met 5% omlaag. Bereken haar nieuwe nettoloon.
Slide 3 - Open vraag
2. Doaa heeft haar maandloon ontvangen. Op haar rekening is € 1.220 bijgeschreven. Doaa heeft € 320 aan loonbelasting betaald en € 115 aan sociale premies. Bereken haar brutoloon.
Slide 4 - Open vraag
3a. Bekijk de tabel met het minimumloon hiernaast. Iris is 20 en studeert. In de vakantie werkt ze voltijd en verdient het minimumloon. Volgende week is Iris jarig. Bereken met hoeveel procent haar loon stijgt. Rond je antwoord op één decimaal.
Slide 5 - Open vraag
3b. Bekijk de tabel met het minimumloon hiernaast. Iris, nu 21 jaar, heeft de hele maand augustus gewerkt. Bereken het maandloon dat ze ontvangt.
Slide 6 - Open vraag
4a. Thijs werkt op de boerderij van zijn oom. Hij verdient er € 11,50 per uur. In maart heeft Thijs 23 uur gewerkt. Bereken zijn maandloon.
Slide 7 - Open vraag
4b. Thijs werkt op de boerderij van zijn oom. Hij verdient er € 11,50 per uur. In mei krijgt Thijs 12% loonsverhoging. Hij werkt die maand in totaal 31 uur. Bereken zijn maandloon in mei
Slide 8 - Open vraag
5a. Rayen werkt voltijd in een meubelzaak. Zijn uurloon bedraagt € 23,15 bruto. Rayen werkt normaal gesproken 38 uur per week. Bereken zijn bruto weekloon
Slide 9 - Open vraag
5b. Rayen wordt vader en gaat op eigen verzoek in deeltijd werken. Zijn uurloon bedraagt € 23,15 bruto. Voortaan werkt hij 30 uur per week. Bereken met hoeveel procent zijn weekloon omlaag gaat. Zijn oude loon was € 879,70. Rond je antwoord af op één decimaal
Slide 10 - Open vraag
6. Fred en Willem beginnen een timmerbedrijf. Dit bedrijf is een vennootschap onder firma. Ze investeren € 75.000. 44% van dit bedrag wordt door Fred betaald, Willem betaalt de rest. Bereken van beide broers het bedrag dat ze bij de oprichting in de zaak steken: - Fred betaalt € - Willem betaalt €
Slide 11 - Open vraag
vraag 7. Met hoeveel procent daalde de werkloosheid in vergelijking met een jaar eerder? (Tip: reken eerst uit hoeveel werklozen er een jaar eerder waren.) Rond af op één decimaal.
Slide 12 - Open vraag
8a. De beroepsbevolking in de gemeente Singelland telt 43.000 mensen. De werkloosheid in deze gemeente bedraagt 5,5%. Bereken hoeveel inwoners van Singelland werkloos zijn. mensen
Slide 13 - Open vraag
8b. De beroepsbevolking in de gemeente Singelland telt 43.000 mensen. Singelland heeft 51.000 inwoners tussen de 15 jaar en de pensioenleeftijd. Bereken de arbeidsparticipatie. Rond je antwoord af op één decimaal.
Slide 14 - Open vraag
9. De Nederlandse beroepsbevolking bestaat uit 7,9 miljoen mensen. Daarvan is 3,5 miljoen vrouw. Bereken hoeveel procent van de beroepsbevolking uit vrouwen bestaat. Rond je antwoord af op één decimaal.
Slide 15 - Open vraag
10. Bereken het aantal mensen dat in Groningen tot de beroepsbevolking behoort. Rond je antwoord af op een heel bedrag.
Slide 16 - Open vraag
10b. Bereken het aantal WW-uitkeringen dat in februari in Groningen werd uitgekeerd. Rond je antwoord af op een heel bedrag.
Slide 17 - Open vraag
Vraag 11a. Myrna is sinds een maand werkloos. Ze heeft meteen een WW-uitkering aangevraagd. Die is dan 75% van haar loon. Toen ze nog werkte, had Myrna een brutoloon van € 1.825 per maand. Bereken haar WW-uitkering.
Slide 18 - Open vraag
11b. Myrna is sinds een maand werkloos. Ze heeft meteen een WW-uitkering aangevraagd. Die is dan 75% van haar loon. Toen ze nog werkte, had Myrna een brutoloon van € 1.825 per maand. Na twee maanden wordt haar uitkering € 1.277,50. Hoeveel procent van haar vroegere loon is dat?