Vraagwoorden A1 herhaling

De vraag
Wie?
Wat?
Waar?
Wanneer?
Waarom?
Welk / Welke?
Hoe?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De vraag
Wie?
Wat?
Waar?
Wanneer?
Waarom?
Welk / Welke?
Hoe?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraagwoorden
Wie vraagt naar personen: Wie is jouw docent?
  
Wat vraagt naar dingen: Wat doe je vanavond?

Waar vraagt naar een plaats: Waar woon je?

 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraagwoorden
Wanneer vraagt naar de tijd: Wanneer begint de winter?

Hoe laat vraagt naar de tijd op de klok: hoe laat is het?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraagwoorden
Waarom vraagt naar een reden: Waarom fiets jij naar school?

Hoe vraagt naar een manier: Hoe ga jij naar school?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet jij ____ school klaar is?
Om 14:40.
A
wanneer
B
hoe laat
C
waar
D
hoe

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is dit de straat ____ jij woont?
Ja, hier woon ik.
A
wanneer
B
wat
C
waar
D
hoe

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kan jij zeggen ____ ik moet doen?
Jij moet nu jouw rekenboek pakken.
A
welke
B
wat
C
waarom
D
hoe

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

____ ben jij somber?

Ik mis mijn vrienden.
A
wie
B
hoe
C
wat
D
waarom

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

____ is de HEMA?

De HEMA is in de grote straat.
A
Waarom
B
wie
C
wat
D
waar

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

___ moet de radio aan?

Jij moet drukken op deze knop.
A
welk
B
hoe
C
wat
D
waarom

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

____ ga jij naar de winkel?

Ik ga een brood kopen.
A
welk
B
hoe
C
wat
D
waarom

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We lezen het kleine verhaal.
Zinzi gaat naar een feestje op school.
Ze houdt van mooie kleren.
Ze heeft een lange jurk aan met een lage hals.
Ze draagt schoenen met hoge hakken van Jan Jansen.
Ze heeft knalrode lippen en een grote roos in haar haar.
Ze gaat met de bus naar het feest.

Slide 12 - Tekstslide

Lees samen het verhaal en stel vragen met vraagwoorden:
Waar gaat Zinzi naartoe?
Hoe gaat Zinzi naar het feest?
Wat heeft Zinzi in haar haar?
Wat draagt Zinzi?
Welke kleur hebben haar lippen?

Stel een vraag met...

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies