2ha Schrijven H1 (maandag 31 okt)

WELKOM 2HA

  • Neem plaats volgens de plattegrond.
  • Pak alvast je boek (blz 18) en schrift.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WELKOM 2HA

  • Neem plaats volgens de plattegrond.
  • Pak alvast je boek (blz 18) en schrift.

Slide 1 - Tekstslide

1. De planning voor komende periode doornemen.
2. Beginnen met Schrijven H1: Een zakelijke e-mail schrijven
3. Mededeling en vraag

Wat gaan we vandaag doen?

Slide 2 - Tekstslide

  • Je kent de kenmerken van formeel taalgebruik.
  • Je kent de regels voor vorm en inhoud van een zakelijke e-mail.
  • Je kunt een zakelijke e-mail schrijven.
Lesdoelen

Slide 3 - Tekstslide

De komende periode
Schrijven en formuleren
H1 t/m H3 Schrijven
H1 t/m H3 Formuleren

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Bij een zakelijke e-mail gebruik je formele taal. Over de inhoud bestaan een aantal regels
  • Maak duidelijk wie je bent (stel jezelf voor)
  • Schrijf kort waarover de e-mail gaat (reden van de mail).
  • Stel je vraag (wat).
  • Laat (eventueel) weten wat je van de ander verwacht (antwoord of reactie)
Zakelijke e-mail
de inhoud

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Bij een zakelijke e-mail gebruik je formele taal. Over de vorm bestaan ook een aantal regels.
  • Noteer het onderwerp in de onderwerpregel.
  • Passende aanhef (geachte, beste)
  • Sla een regel over en begin dan met een hoofdletter.
  • Gebruik 'u' en 'met vriendelijke groet'
  • Sla een regel over voor je groet en doe dit ook voor je naam.
  • Check je mail op schrijf- of typfouten.
Zakelijke e-mail
de vorm

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Schrijven H1
Opdracht 1 t/m 3
  • De kenmerken van een zakelijke e-mail.
  • Formeel/informeel.
timer
10:00
= huiswerk voor woensdag 2 november

Slide 12 - Tekstslide

Wat moet sowieso in een zakelijke e-mail staan qua inhoud?

Slide 13 - Open vraag

Noem minstens drie vormeisen voor een zakelijke e-mail.

Slide 14 - Open vraag

  • Je kent de kenmerken van formeel taalgebruik.
  • Je kent de regels voor vorm en inhoud van een zakelijke e-mail.
  • Je kunt een zakelijke e-mail schrijven.
Lesdoelen

Slide 15 - Tekstslide

Onderzoek
Werkwoordspelling, lesafsluitingen, af en toe korte interviews (gesprekjes)

Slide 16 - Tekstslide