1.4 celorganellen

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Lesplanning 22-09

• Inleveren verslag
• Stukje herhaling
  
• Uitleg 1.4
  
• Werken aan de opgaven
  

Bonusvraag

weefsel

weefsel

weefsel

weefsel

weefsel

orgaanstelsel

orgaanstelsel

cel

cel

cel

cel

cel

orgaan

orgaan

orgaan

orgaan

organisme

organisme

Wat hebben plantaardige cellen wel en dierlijke cellen niet?

Noem een organel wat dierlijke en plantaardige cellen hebben

Wat heeft wat?

Plantencel

Dierlijke cel

Plantencel

Dierlijke cel

Dierlijke cellen hebben een...

1. Celwand
2. Celmembraan
3. Vacuole
4. Bladgroenkorrels

Celkern

Bladgroenkorrels

Celwand

Vacuole

Regelt alle processen in de cel

Maakt voedsel voor de cel (suiker)

Zorgt voor stevigheid van de cel

Blaasje in de cel met water. Geeft stevigheid aan de cel

Uitleg celorganellen bs 1.4

Celkern

Kernmembraan
Kernplasma
Kernporiën
Chromosomen (rond eiwit)

Endoplasmatisch Reticulum (ER)

Ruw: Bevat ribosomen. 
Start de eiwitsynthese

Glad: Bevat geen ribosomen.
Verschilt per cel, hormonen, vetten.

Welke eigenschappen van eiwitten ken je nog?

Alle HORMONEN

 en ENZYMEN 

in ons lichaam zijn 

EIWITTEN!!

Ribosoom

 Maken de eiwitten (= eiwitsynthese). 

Zowel los in het cytoplasma of op membraan van het ruw endoplastisch reticulum [RER]

Endoplasmatisch Reticulum (ER)

Taak: eiwitten verpakken en verplaatsen.

Blaasjes met eiwitten gaan vervolgens naar het golgisysteem.

Golgisysteem

Afmaken eiwitten, tot de definitieve vorm.

Afsnoeren van de eiwitblaasjes is exocytose.

Doorsturen voor secretie. 

Maken van lysosomen

lysosoom.

in dierelijke cellen zitten lysosomen. 

dit is een onderdeel van de cel dat enzymen bevat. Deze kunnen eiwitten, koolhydraten en vetten afbreken.

Ribosomen helpen dus bij de opbouw van de cel en lysosomen breken de afvalstoffen af.

Mitochondriën

Dubbel membraan

Verbranden van voedingsstoffen naar ATP.

ATP = molecuul met erin opgeslagen energie

Chloroplast

Dubbel membraan.

In een plantencel.

Fotosynthese.

Platte blaasjes (stapeltjes) zetten licht om in glucose

Membranen

Bescherming, om het cytoplasma.

Stoffen wisselen binnen <--> buiten.

Bescherming?

Buitenkant is hydrofiel

Binnenkant is hydrofoob

Fosfolipiden.

Samenvatting

• Celmembraan: Barrière tussen de binnenkant en de buitenkant. Houdt selectief stoffen tegen.
  
• Ribosomen: Maken van eiwitten.
  
• ER: Stoffen transporteren door de cel.
  
• Golgisysteem: Eiwitten afmaken en vervoeren.
  
• Mitochondriën: Verbranding van voedingsstoffen.
  
• Chloroplasten: Synthese van voedingsstoffen met CO2 om te groeien en energie op te slaan.
  

Waar vindt verbranding plaats?

1. In onderdeel B
2. In onderdeel E
3. In onderdeel F
4. In onderdeel B, E en F

Waar begint de eiwitsynthese?

1. In onderdeel B
2. In onderdeel E
3. In onderdeel F
4. In onderdeel B, E en F

Waar eindigt de eiwitsynthese?

1. In onderdeel B
2. In onderdeel E
3. In onderdeel F
4. In onderdeel B, E en F

Waar vindt secretie plaats?

1. In onderdeel A
2. In onderdeel C
3. In onderdeel B
4. in onderdeel E

Welke twee organellen zijn betrokken bij de eiwitsynthese in het cytoplasma?

1. ER en Celmembraan
2. Ribosomen en chloroplasten
3. Golgisysteem en Plastiden
4. Ribosomen en ER

En dan nu?

 Basisstof 4 opdr. 28 t/m 32