Frans b1.ofa2 Week van 2-9

Les nombres/les chiffres
Text
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les nombres/les chiffres
Text

Slide 1 - Tekstslide

Les nombres/les chiffres
Text

Slide 2 - Tekstslide

un
deux
trois
quatre
cinq
six
sept
huit
neuf
dix
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10

Slide 3 - Sleepvraag

Combine les nombres 11 à 20 correctement
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
onze
vingt
dix-huit
treize
quatorze
quinze
seize
dix-sept
douze
dix-neuf

Slide 4 - Sleepvraag

Wat is het cijfer 15?

Slide 5 - Open vraag

Schrijf het cijfer uit:
13

Slide 6 - Open vraag

Schrijf het cijfer uit:
11

Slide 7 - Open vraag

Wat betekent (in cijfers):
seize

Slide 8 - Open vraag

Schrijf het cijfer uit:
6

Slide 9 - Open vraag

Schrijf het cijfer uit:
19

Slide 10 - Open vraag

Schrijf het cijfer uit:
16

Slide 11 - Open vraag

'trois' is het cijfer ........

Slide 12 - Open vraag

'quinze' is het cijfer ........

Slide 13 - Open vraag

Wat is de cijfer "neuf"?

Slide 14 - Open vraag

Wat is het cijfer 7 in het Frans?

Slide 15 - Open vraag

'zéro' is het cijfer ........

Slide 16 - Open vraag

Wat is het cijfer 19 in het Frans?

Slide 17 - Open vraag

'quatorze' is het cijfer ........

Slide 18 - Open vraag

Wat is het cijfer 3 in het Frans?

Slide 19 - Open vraag

Hoeveel is 'douze' in cijfers?

Slide 20 - Open vraag

'seize' is het cijfer ........

Slide 21 - Open vraag

'six' is het cijfer ........

Slide 22 - Open vraag

'cinq' is het cijfer ........

Slide 23 - Open vraag

Hoeveel is 'quinze' in cijfers?

Slide 24 - Open vraag

Hoeveel is 'vingt' in cijfers?

Slide 25 - Open vraag

Schrijf in cijfers op:
seize

Slide 26 - Open vraag

Schrijf in cijfers op:
treize

Slide 27 - Open vraag

Dagen van de week

Slide 28 - Tekstslide

Les jours de la semaine
lundi
maandag
mardi
dinsdag
mercredi
woensdag
jeudi
donderdag
vendredi
vrijdag
samedi
zaterdag
dimanche
zondag

Slide 29 - Tekstslide

Les jours de la semaine
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
dinsdag
maandag
zondag
mardi
vendredi
mercredi
lundi
samedi
jeudi
dimanche

Slide 30 - Sleepvraag

Les jours de la semaine!
Dinsdag
A
jeudi
B
mardi
C
samedi
D
dimanche

Slide 31 - Quizvraag

Les jours de la semaine!
Zondag
A
lundi
B
samedi
C
mardi
D
dimanche

Slide 32 - Quizvraag

Les jours de la semaine!
Donderdag
A
lundi
B
vendredi
C
dimanche
D
jeudi

Slide 33 - Quizvraag

Les jours de la semaine!
Vrijdag
A
jeudi
B
vendredi
C
mercredi
D
samedi

Slide 34 - Quizvraag

Les jours de la semaine!
Maandag
A
mardi
B
mercredi
C
jeudi
D
lundi

Slide 35 - Quizvraag

Les jours de la semaine!
Woensdag
A
mercredi
B
jeudi
C
vendredi
D
samedi

Slide 36 - Quizvraag

Les jours de la semaine!
Zaterdag
A
mardi
B
jeudi
C
samedi
D
lundi

Slide 37 - Quizvraag

Les jours de la semaine!
zondag
A
jeudi
B
mardi
C
samedi
D
dimanche

Slide 38 - Quizvraag

Les nombres/les chiffres
Text

Slide 39 - Tekstslide

Jezelf voorstellen in het Frans.
Je m'appelle Lea, et toi.    Ik heet Lea en jij?
Je m'appelle Pierre.           Ik heet Pierre.
Tu habites où?                     Waar woon jij?
J'habite à Paris.                    Ik woon in Parijs.
Tu as quel âge?                    Hou oud ben jij?
J'ai treize ans.                        Ik ben 13 jaar (maar er staat letterlijk: Ik heb 13 jaar)   
Tu as un frère?                        Heb je een broer?
Oui, j'ai un frère.                      Ja, ik heb een broer.

Slide 40 - Tekstslide

Je m'appelle Pierre. 
J'ai treize ans.
J'habite à Paris. 
Tu as un frère? 
Oui, j'ai un frère. 
Tu habites où? 
Ik heet Pierre
Ik ben 13 jaar.
Ik woon in Parijs
Heb jij een broer?
Ja, ik heb een broer.
Waar woon jij?

Slide 41 - Sleepvraag

Traduis les phrases
3. Comment dire #1 'Se présenter'
Zoek de juiste combinaties bij elkaar
J'ai treize ans. 
Comment tu t'appelles ? 
Tu as quel âge ? 
Ik ben dertien jaar. 
Hoe heet je? 
Hoe oud ben je? 

Slide 42 - Sleepvraag

Ga dit nu met je buurman/vrouw oefenen.
Daarna pak je nog iemand anders
We nemen hier 5 minuten voor.

Slide 43 - Tekstslide

Maken in On y va (voor hfd 1)
Onderdeel D maken

Slide 44 - Tekstslide

We gaan wat dingen oefenen:
Open een google docs en ga dit een paar keer proberen.

Ç   shift en dan tegelijkertijd AltGr en ,
ç (geen hoofdletter) is AltGr en , tegelijkertijd.
è is `en vervolgens e
é is 'en vervolgens e
ê is shift 6 (loslaten en dan e)

Slide 45 - Tekstslide