§2 1 tegen 100-schu
1 / 29
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Welke landen werden in 1815 samengevoegd?
A
NL, Frankrijk, Kroatie
B
NL, Belgie, Luxemburg
C
Duitsland, Luxemburg en Frankrijk
Slide 4 - Quizvraag
Waar is de industriele revolutie begonnen?
A
In het zuiden
B
In het Oosten
C
In het Noorden
Slide 5 - Quizvraag
Wanneer kwam de industrialisatie in Nederland op gang?
A
1700
B
1703
C
1830
Slide 6 - Quizvraag
Wat was geen sociale wet?
A
kinderwetje
B
achturige werkdag
C
leerplicht
D
algemeen kiesrecht
Slide 7 - Quizvraag
Sociale wetten zijn er om...
A
de rijken minder belasting te laten betalen.
B
mensen socialer naar elkaar te laten doen.
C
zwakke mensen in de samenleving te steunen.
Slide 8 - Quizvraag
Zij komen op voor de belangen van de arbeiders:
A
Liberalen
B
confessionelen
C
feministen
D
vakbonden
Slide 9 - Quizvraag
Kinderwetje
A
1847
B
1874
C
1974
D
1947
Slide 10 - Quizvraag
wat is het kinderwetje van van houten
A
kinderen onder de 12 mochten niet in fabrieken werken
B
kinderen mochten niet werken onder de 12
C
kinderen mochten niet in fabrieken werken
D
kinderen onder de twaalf kregen kortere werktijden
Slide 11 - Quizvraag
Welk tijdvak is dit?
A
Tijd van monniken en ridders
B
Tijd van steden en staten
C
Tijd van burgers en stoommachines
D
Tijd van Grieken en Romeinen
Slide 12 - Quizvraag
Noem de drie politieke stromingen
Slide 13 - Open vraag
Wat is een liberaal?
A
Iemand die vooral gelijkheid wil.
B
Iemand die in de politiek streeft naar meer vrijheid.
C
De eerste minister.
D
Iemand met macht.
Slide 14 - Quizvraag
Waarvoor staat EEG?
A
Europese Ecologische Groep
B
Economische Eenheden Gemeenteraad.
C
Europese Economische Gemeenschap
Slide 15 - Quizvraag
Wanneer kwam er algemeen kiesrecht?
A
1919
B
1818
C
1980
Slide 16 - Quizvraag
Wanneer werd de Euro ingevoerd?
A
2002
B
2000
C
2012
Slide 17 - Quizvraag
Wanneer werd de EU opgericht?
A
1993
B
1992
C
1930
Slide 18 - Quizvraag
Wanneer werd Willem I koning?
A
1820
B
1815
C
1920
Slide 19 - Quizvraag
Na welk jaar kwam er écht aandacht voor klimaatverandering?
A
1950
B
1980
C
1990
Slide 20 - Quizvraag
Wat is infrastructuur?
A
Wegen en spoorlijen
B
rivieren
C
Antwoord a en b zijn allebei goed
Slide 21 - Quizvraag
In welk jaar werd de grondwet aangepast?
A
1917
B
1920
C
1916
Slide 22 - Quizvraag
Wat was de eerste belangrijke wet?
A
Kinderwetje van van Houten
B
Arbeidswet
C
kinderwetje van de Lange
Slide 23 - Quizvraag
Waarom kon een arbeider niet in opstand komen?
A
Dan werd hij moe
B
Dan werden andere arbeiders boos
C
Dan werd hij ontslagen
D
Dan had de fabrieksbaas geen personeel
Slide 24 - Quizvraag
Wat was geen arbeidsomstandigheid?
A
De lonen waren laag
B
het werk was eentonig
C
Het was altijd slecht weer
Slide 25 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van globalisering?
A
Oorlog
B
tv en radio
C
de trein
Slide 26 - Quizvraag
Wie was koning in het jaar 1830?
A
Willem II
B
Willem I
C
Willem III
Slide 27 - Quizvraag
De Confessionelen
A
Vonden godsdienst belangrijk
B
Waren voor de vrijheid
C
Geloofden in de klassenstrijd
Slide 28 - Quizvraag
"Bij ons is iedereen gelijk. Wij komen op voor de arbeiders!!!"
A
LIBERALISME
B
CONFESSIONELEN
C
socialisme
