In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Democratische revoluties
Tijdvak 7 Pruiken en Revoluties
Slide 1 - Tekstslide
kenmerkend aspect
de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
Slide 2 - Tekstslide
Aan het eind:
Kun je uitleggen waarom democratische revoluties ontstonden en wat de gevolgen van de revoluties waren.
Slide 3 - Tekstslide
Revolutie
Slide 4 - Woordweb
Wat betekent 'Revolutie"?
Slide 5 - Open vraag
Amerikaanse Revolutie (1776-1783)
Slide 6 - Tekstslide
Democratische revolutie
De Amerikaanse Revolutie was de eerste democratische revolutie
Revolutie waarbij een democratische grondwet wordt ingevoerd
Meer rechten voor de bevolking
Slide 7 - Tekstslide
Amerika in de 17e eeuw.
Wat valt op??
Slide 8 - Tekstslide
Groot-Brittannië en Amerika
Het oosten van Noord-Amerika wordt een kolonie van Groot-Britannië
Veel immigranten in de Britse kolonie.
Veel Amerikanen voelen geen verbondenheid met het Britse rijk.
Slide 9 - Tekstslide
Groot-Brittannië en Amerika
13 kolonien
Bestuurd vanuit GB door de koning en het Britse Parlement
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Amerikanen steeds bozer
Ze mochten alleen maar spullen kopen uit GB
Ze moesten veel belasting betalen
Ze mochten niet stemmen
Slide 12 - Tekstslide
Politiek
"No taxation without representation!"
= geen belasting zonder vertegenwoordiging
Slide 13 - Tekstslide
Cultureel
Gemiddelde Amerikaan:
"Hoe Brits ben ik nou eigenlijk nog?"
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Twee uitspraken over Boston Tea Party:
Uitspraak 1: De Boston Tea Party is een oorzaak van het onstaan van de democratische revolutie.
Uitspraak 2: Engelse soldaten gooiden dozen met thee overboord tijdens de Boston Tea Party.
A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Onafhankelijkheidsoorlog
Het Congres vormde een leger onder leiding van George Washington om te vechten tegen de Britten
In 1776 riep het Congres de onafhankelijkheid van de 'Verenigde Staten van Amerika' (VS) uit
In 1783 werd de VS officieel erkend als onafhankelijke staat
Slide 17 - Tekstslide
Belangrijke personen
George Washington (1732 -1799) was generaal, opperbevelhebber van de koloniën in de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog, slavenhouder en de eerste president van de Verenigde Staten van 1789 tot 1797.
George III (1738-1820) was koning van het Verenigd Koninkrijk van 25 oktober 1760 tot aan zijn dood.
Thomas Jefferson (1743-1826) was een Amerikaans staatsman, filosoof, architect, slavenhouder, kunstenaar en de derde president van de Verenigde Staten. Het ontwerp van de Onafhankelijkheidsverklaring van 1776 (aangenomen op de 4e juli van dat jaar) was grotendeels zijn verdienste.
Slide 18 - Tekstslide
Wie van deze figuren schreef de declaration of independence?
Slide 19 - Open vraag
Amerika wint!
Na een strijd van 5 jaar wint Amerika. Ze worden onafhankelijk.
Ze schrijven dan de Declaration of Independence.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Onafhankelijkheidsverklaring
Geschreven door verlicht denker 'Thomas Jefferson'
Alle mensen gelijk geschapen
Iedereen heeft recht op leven, vrijheid en geluk
De regering moet deze rechten beschermen
-> Anders mag het volk de regering veranderen/afzetten!
Slide 22 - Tekstslide
Vraag: geef antwoord in de chat
Waarom past de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring / het bestuur bij de ideeën van de verlichting?
Slide 23 - Tekstslide
Leerdoel 10: Leg de eocnomische, politieke en culturele oorzaken van de Amerikaanse revolutie uit.
Slide 24 - Open vraag
Leerdoel 11: Welke verlichte ideeën werden toegepast in de Amerikaans onafhankelijkheidsverrklaring van 4 juli 1776?
Slide 25 - Open vraag
Revolutie in Nederland
De Bataafse Republiek
waarom
Na de Germaanse stam de Bataven. In deze stam had volgens Joan Derk Van der Capellen elke Batavier evenveel te zeggen.
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
Belangrijke personen
Willem V (1748 -1806), prins van Oranje, vorst van Oranje-Nassau, was de laatste erfstadhouder van de Republiek der Verenigde Nederlanden (1751-1795).
Joan Derk van der Capellen tot den Pol (1741-1784) was een Nederlands politicus en edelman die als grondlegger wordt beschouwd van de patriottenbeweging.
Van der Capellen steunde de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog, had kritiek op het politieke bestel en regentenstelsel. Hij is vooral bekend als de auteur van het anoniem gepubliceerde pamflet Aan het Volk van Nederland, dat in de nacht van 25 op 26 september 1781 in alle grote steden van de Republiek werd verspreid.
Lodewijk Napoleon (1778-1846) was de jongere broer van keizer Napoleon I en de vader van de latere Franse keizer Napoleon III. In 1806 werd hij op last van zijn broer Napoleon koning van Holland.
Verdwenen
RutgerJan Schimmelpenninck de enige president die Nederland ooit gehad heeft, wordt vaak vergeten. Nieuwschiering? Bekijk 'Strijd om het Binnenhof afl. 4 : https://www.npostart.nl/de-strijd-om-het-binnenhof/29-01-2021/VPWON_1309353
Slide 28 - Tekstslide
Wie van deze figuren schreef het pamflet aan het volk van Nederland?
A
Stadhouder Willem V
B
Joan Derk van der Capellen tot den Pol
C
Lodewijk Napoleon
D
Thomas Jefferson
Slide 29 - Quizvraag
Bekijk de bron, wat is de boodschap van de tekenaar?
Slide 30 - Open vraag
De Franse Revolutie
Coldplay
Coldplay’s “Viva la Vida” is een vertelling van de Franse Revolutie. Het Schilderij op de achtergrond van deze slide, is ook de hoes van hun gelijknamige alubum "Viva la Vida".
Slide 31 - Tekstslide
Leg met twee voorbeelden uit dat de Franse Revolutie een voorbeeld is van een democratische revolutie.
Slide 32 - Open vraag
Waarom is de bestorming van de Bastille de aanleiding van de Franse revolutie?
Slide 33 - Open vraag
Welk figuur is in de Franse revolutie volgens jou heel belangrijk geweest en waarom?
Slide 34 - Open vraag
Wanneer brak de grote terreur uit?
Slide 35 - Open vraag
wanneer werd Frankrijk een constitutionele monarchie?
Slide 36 - Open vraag
Lees "Ter discussie: Napoleon, reactionair of revolutionair?" (blz. 104)
Geef voor beide 2 argumenten.
Slide 37 - Open vraag
Kijk je schema na.
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Tekstslide
Leg uit wat het verband is tussen de Verlichting en het uitbreken van de revoluties?
Slide 40 - Open vraag
Leg uit welke verlichte filosoof het beste past bij deze paragraaf
Slide 41 - Open vraag
Wat waren de overeenkomsten in oorzaken voor het uitbreken van de revoluties?
Slide 42 - Open vraag
Wat waren de overeenkomsten in de gevolgen van de revoluties?