- kun je zinsdeelzinnen herkennen in een samengestelde zin;
- weet je wat een bijvoeglijke bijzin is.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
Aan het eind van deze week:
- kun je zinsdeelzinnen herkennen in een samengestelde zin;
- weet je wat een bijvoeglijke bijzin is.
Slide 1 - Tekstslide
De zomers worden steeds warmer [door een toename van de zonnestraling.]
1. Is het deel tussen haakjes een zinsdeel of zinsdeelzin? 2. Wat voor zinsdeel of zinsdeelzin is het? (ow, lv, etc.)
Slide 2 - Open vraag
Elektrische auto's kunnen geen caravan trekken, doordat ze weinig vermogen hebben. Dit artikel beschrijft dat de ontwikkeling van duurzame energievoorziening door corona stilligt.
Sleep de zinsdeelzin naar de juiste plek.
Ow-zin
lv-zin
mv-zin
bwb-zin
Elektrische auto's kunnen geen caravan trekken.
Doordat ze te weinig vermogen hebben.
Dit artikel beschrijft.
Dat de ontwikkeling van duurzame energievoorziening door corona stilligt.
Slide 3 - Sleepvraag
[Wie hem helpt bij het opknappen van zijn tuin], geeft hij een stekje.
Wat is het type zinsdeelzin?
A
onderwerpszin
B
bijwoordelijke bepalingszin
C
lijdend voorwerpzin
D
meewerkend voorwerpszin
Slide 4 - Quizvraag
[Wat Ariël jou wijsmaakt], heeft hij zelf verzonnen.
1. Is het deel tussen haakjes een zinsdeel of zinsdeelzin? 2. Wat voor zinsdeel of zinsdeelzin is het? (ow, lv, etc.)
Slide 5 - Open vraag
Nu weet zij dus [waarom ze werd gewaarschuwd].
Wat is het type zinsdeelzin?
A
onderwerpszin
B
bijwoordelijke bepalingszin
C
lijdend voorwerpzin
D
meewerkend voorwerpszin
Slide 6 - Quizvraag
[Wie doorrijdt], geeft hij een waarschuwing.
Wat is het type zinsdeelzin?
A
onderwerpszin
B
bijwoordelijke bepalingszin
C
lijdend voorwerpzin
D
meewerkend voorwerpszin
Slide 7 - Quizvraag
Bijvoeglijke bijzin
Uitleg! Pak je schrift om mee te schrijven.
Slide 8 - Tekstslide
Bijvoeglijke bepaling
Een bijvoeglijke bepaling is geen zinsdeel , maar onderdeel van een zinsdeel.
De oude man loopt op straat
oude = bijvoeglijke bepaling bij man
De man in de auto gaat naar huis.
in de auto = bijvoeglijke bepaling bij man
Slide 9 - Tekstslide
Bijvoeglijke bijzin
In een woordgroep met een zelfstandig naamwoord of een voornaamwoord als kern kunnen bijvoeglijke bepalingen staan.
1 Deze nieuwe snelweg (zn) veroorzaakt geluidsoverlast voor omwonenden.
2 Deze snelweg (zn), die nieuw is (bijv. bijzin), veroorzaakt geluidsoverlast voor omwonenden.
In zin 1 is het onderwerp "Deze nieuwe snelweg". Daarbinnen is nieuwe een bijvoeglijke bepaling bij de kern snelweg.
In zin 2 is het onderwerp "Deze snelweg, die nieuw is". Het zinnetje die nieuw is is binnen het onderwerp een bijvoeglijke bepaling bij de kern snelweg.
Deze bijvoeglijke bepaling is een zin. Dat zie je aan de persoonsvorm is – en heet daarom een bijvoeglijke bijzin. Dat noteer je zo:
bijv.bijzin = die nieuw is → snelweg
Slide 10 - Tekstslide
Een bijvoeglijke bijzin:
zegt iets over een zelfstandig naamwoord of een voornaamwoord;
begint vaak met die of dat;
is een zin en heeft dus een persoonsvorm;
is geen zinsdeel (zoals een ow-zin, lv-zin, mv-zin, vv-zin en bwb-zin), maar een zinsdeelstuk, net als een gewone bijvoeglijke bepaling;
kun je meestal weglaten: er blijft een correcte zin over.
Slide 11 - Tekstslide
Bladzijde 230
Kijk naar opdracht 1: markeer in elke zin het zelfstandig naamwoord waarbij de bijvoeglijke bijzin hoort.
Wat moeten we doen?
Slide 12 - Tekstslide
Weet je nu:
- Hoe je zinsdeelzinnen kunt herkennen in een samengestelde zin?