VMBO4 Th4 voeding&vertering

Voeding & Vertering
1 / 46
volgende
Slide 1: Woordweb
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Voeding & Vertering

Slide 1 - Woordweb

Thema 4 Voeding & vertering
Bacteriën en schimmels --> voedselproductie / voedselbederf
Werking enzymen
voedsel conserveren
voedingsstoffen / voedingsvezels / voedingsmiddelen
Glucose / zetmeel --> indicator
Schijf van 5
Grondstofwisseling en verbranding in organismen
Vertering / verteringssap / darmperistaltiek
verteringsselsel
Tanden / kiezen / tandformule
Voedselkeuze  in relatie tot verteringsstelsel
Tandplak / tanderosie

Slide 2 - Tekstslide

Planning!
Di 03/12 1x Basisstof 1 uitleggen
Wo 4/12 B1 af +  Basisstof 2 uitleggen
Do 5/12 B2 af + Basisstof 3 uitleggen
Di 10/12 2x practicum 5; enzympracticum + werkles verteringsstelsel
Wo 11/12 Opdracht verteringsstelsel af + Basisstof 6 uitleggen
Do 12/12 Samenvatting + d-toets
Di 17/12 2x  examentrainer + reparatielessen
Wo 18/12 PTA D

Slide 3 - Tekstslide

Voedselproductie: bacteriën en schimmels
Koolhydraten omzetten in nuttige stoffen
- melkzuur; kaas, yoghurt en zuurkool
- koolstofdioxide en alcohol; bnrood, bier & wijn

Bederf!
Voedselvergiftiging

Slide 4 - Tekstslide

Voedselproductie door...
A
Bacteriën
B
Schimmels

Slide 5 - Quizvraag

Voedselproductie
door:
A
Bacteriën
B
Schimmels

Slide 6 - Quizvraag

Voedselproductie door...
A
Bacteriën
B
Schimmels

Slide 7 - Quizvraag

Voedselproductie door...
A
Bacteriën
B
Schimmels

Slide 8 - Quizvraag

Voedselproductie door...
A
Bacteriën
B
Schimmels

Slide 9 - Quizvraag

Enzymen
Als een stof omgezet wordt naar een andere stof: reactie
Enzymen: Zorgen ervoor dat deze reacties sneller gaan

Slide 10 - Tekstslide

Enzymactiviteit
Snelheid waarmee een enzym een stof omzet

Zuurgraad en temperatuur

Optimumkromme en optimumtemperatuur

Slide 11 - Tekstslide

Zuurgraad
Zuur of basisch

pH 7 = neutraal

Slide 12 - Tekstslide

Voedsel conserveren

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Conserveermiddelen
Zuur, zout, suiker: natuurlijke conserveermiddelen

Kunstmatige conserveermiddelen: sulfiet in frisdranken

Additieven: kleur, geur en smaakstoffen om voedsel aantrekkelijker te maken

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen basisstof 1
Je kunt uitleggen wat voor effect bacterien en schimmels hebben op voedsel
Je kunt uitleggen wat enzymen doen
Je kunt uitleggen wat de optimumkromme van enzymen inhoudt
Je kunt vertellen wat de zuurgraad is
Je kunt verschillende vormen van conserveren benoemen

Slide 16 - Tekstslide

Planning!
Di 03/12 1x Basisstof 1 uitleggen
Wo 4/12 B1 af +  Basisstof 2 uitleggen
Do 5/12 B2 af + Basisstof 3 uitleggen
Di 10/12 2x practicum 5; enzympracticum + werkles verteringsstelsel
Wo 11/12 Opdracht verteringsstelsel af + Basisstof 6 uitleggen
Do 12/12 Samenvatting + d-toets
Di 17/12 2x  examentrainer + reparatielessen
Wo 18/12 PTA D

Slide 17 - Tekstslide

Beschrijf het begrip "voedingsmiddel"

Slide 18 - Open vraag

Voedingsmiddel
Alles wat je eet en drinkt

Slide 19 - Tekstslide

Voedingsmiddel
Voedingsstof
Vitamine

Slide 20 - Sleepvraag

Voedingsstoffen
Zijn de stoffen in je eten die je kunt gebruiken

Het verteringsstelsel breekt voedingsmiddelen af om de voedingsstoffen binnen te krijgen

Slide 21 - Tekstslide

Voedingsstoffen
6 groepen: eiwitten, koolhydraten, vetten, water, mineralen en vitaminen

Voedingsvezels kunnen niet worden verteerd, maar zijn wel belangrijk voor de stoelgang

Slide 22 - Tekstslide

Wat is geen voedingsstof?
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Koolhydraten
D
Vlees

Slide 23 - Quizvraag

Eiwitten
Bouwstof
Cellen bestaan voor een groot deel uit eiwit
Enzymen zijn eiwitten
Geen reservestof

Slide 24 - Tekstslide

Koolhydraten
Glucose, suiker en zetmeel
Plantaardige voeding
Brandstof, bouwstof en reservestof
Zetmeel en suiker worden omgezet tot glucose: verbranding
Deel wordt glycogeen (reservestof) of vet

Slide 25 - Tekstslide

Water

Bouwstof
Het grootste deel van je lichaam is water
Ook voor vervoer in je lichaam (bloed, lymfe, cytoplasma)

Slide 26 - Tekstslide

Tot welke voedingsstof behoort zetmeel?
A
koolhydraten
B
eiwitten
C
vetten
D
mineralen

Slide 27 - Quizvraag

Mineralen
Zouten
Calcium, fluoride, ijzer, natrium, kalium etc.
Bouwstof en beschermende stof
Opbouw beenderen
Maken van hemoglobine
Weinig van nodig (keukenzout vaak zelfs te veel)

Slide 28 - Tekstslide

Vitaminen
Beschermende stof
Zit meestal genoeg in je eten
Sommigen zijn schadelijk als je teveel binnen krijgt
A, B, C, D, E en K
Gevarieerd eten!!!

Slide 29 - Tekstslide

Welke voedingsstof hoort bij de groep van beschermstoffen?
A
vetten
B
vezels
C
eiwitten
D
water

Slide 30 - Quizvraag

Welke voedingsstof levert géén energie?
A
Koolhydraten
B
Vitamines & mineralen
C
Vetten
D
Eiwitten

Slide 31 - Quizvraag

Welke voedingsstof is een brandstof?
A
water
B
koolhydraten
C
mineralen
D
eiwitten

Slide 32 - Quizvraag

Welke voedingsstof
is een bouwstof?
A
mineralen
B
vitaminen
C
koolhydraten
D
vezels

Slide 33 - Quizvraag

Voedingsstof aantonen

Indicator

Slide 34 - Tekstslide

Welke zin klopt?
A
Voedingsmiddelen zitten in een voedingsstof
B
voedingsmiddel is hetzelfde als voedingsstof
C
Voedingsstoffen zitten in een voedingsmiddel
D
huh?

Slide 35 - Quizvraag

Welke Voedingsstof hoef je maar weinig van te eten?
A
Koolhydraten
B
Eiwitten
C
Vetten
D
Vitamines

Slide 36 - Quizvraag

Planning!
Di 03/12 1x Basisstof 1 uitleggen
Wo 4/12 B1 af +  Basisstof 2 uitleggen
Do 5/12 B2 af + Basisstof 3 uitleggen
Di 10/12 2x practicum 5; enzympracticum + werkles verteringsstelsel
Wo 11/12 Opdracht verteringsstelsel af + Basisstof 6 uitleggen
Do 12/12 Samenvatting + d-toets
Di 17/12 2x  examentrainer + reparatielessen
Wo 18/12 PTA D

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video


Gezonde voeding
  • geslacht
  • leeftijd
  • milieutemperatuur
  • lichaamsgewicht
  • (lichamelijke inspanning)


Slide 39 - Tekstslide

Schijf van 5

1. Eet gevarieerd
2. Niet teveel & beweeg
3. Minder verzadigd vet
4. Veel groente, fruit en brood
5. Veilig
Op A3 papier
buiten de schijf van 5

Slide 40 - Tekstslide

Schijf van 5
  • De schijf van vijf bestaat uit vijf vakken.
  • Elk vak bevat een groep van 
     voedingsmiddelen die we dagelijks nodig
     hebben.
  • Als je elke dat iets eet uit elk vak dan 
     krijg je alle voedingsstoffen binnen. 
  • De vakken zijn niet even groot.
  • Uit de grote vakken moet je meer eten
     dan uit de kleine vakken.
  • De grote vakken bevatten plantaardige 
     voedingsmiddelen.
www.voedingscentrum.nl

Slide 41 - Tekstslide

Voordelen van de schijf van 5

- de kans op hart- en vaatziekten en kanker wordt verkleint

- je krijgt voldoende mineralen, vitamines, eiwitten, koolhydraten, vetten en vezels binnen

-je blijft gemakkelijker op gewicht en vergroot je de kans op een gezonde oude dag

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Hoeveel moet je eten/drinken?
Dit is de energiebehoefte en  is afhankelijk van:
  • leeftijd
  • geslacht
  • lichaamsgrootte
  • lichamelijke inspanning

Slide 44 - Tekstslide

Energie
behoefte

Kilocalorie
(kcal)

Gewicht/lengte
Beweging
Leeftijd
Geslacht
Stofwisseling
(Grondstofwisseling)

Slide 45 - Tekstslide

Planning!
Di 03/12 1x Basisstof 1 uitleggen
Wo 4/12 B1 af +  Basisstof 2 uitleggen
Do 5/12 B2 af + Basisstof 3 uitleggen
Di 10/12 2x practicum 5; enzympracticum + werkles verteringsstelsel
Wo 11/12 Opdracht verteringsstelsel af + Basisstof 6 uitleggen
Do 12/12 Samenvatting + d-toets
Di 17/12 2x  examentrainer + reparatielessen
Wo 18/12 PTA D

Slide 46 - Tekstslide