2.1 Waar wonen de meeste mensen? h/v

2.1 Waar wonen de meeste mensen?
https://www.worldometers.info/
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.1 Waar wonen de meeste mensen?
https://www.worldometers.info/

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

- Je weet waar in de wereld dichtbevolkte en dunbevolkte gebieden zijn.
- Je begrijpt waardoor de bevolkingsgroei en bevolkingsspreiding verschillen tussen gebieden.
- Je kunt de bevolkingsdichtheid van een land uitrekenen.
Planning

1. Uitleg over 2.1
2. Maken opdrachten
3. Tijd over? Oefenen voor topo

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom wonen er op de ene plek veel mensen en op de andere niet?
Er wonen minder mensen als het heel koud is. Of als het een woestijn, oerwoud of berggebied is.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bevolkingsspreiding en bevolkingsdichtheid

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bevolkingsspreiding:
De manier waarop de bevolking over een gebied verspreid is

Bevolkingsspreiding
= De manier waarop de bevolking over een gebied verspreid woont

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bevolkingsspreiding
Bevolkingsspreiding

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bevolkingsdichtheid 
= Het aantal inwoners gedeeld door de oppervlakte
van een land


 


Voorbeeld: 17 880 000 / 41.850 = 427,24 inwoners per km2
Dichtbevolkte gebieden
    = hoge bevolkingsdichtheid
Dunbevolkte gebieden
    = lage bevolkingsdichtheid

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee soorten bevolkingsgroei
Natuurlijke Bevolkingsgroei:
Bevolkingsgroei door geboorte en sterfte
Sociale Bevolkingsgroei:
Bevolkingsgroei door migratie

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bevolkingsgroei
oorzaken van de groei:

1. Veel geboortes. Vooral in arme landen.
2. Mensen worden gemiddeld steeds ouder.
Levensverwachting
= het gemiddeld aantal jaren dat de inwoners van een land zullen leven.
De wereldbevolking groeit nog, maar de snelheid van de groei neemt af.
Want: in de meeste landen daalt het aantal geboorten.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levensverwachting =
Het gemiddeld aantal jaren dat de inwoners van een land zullen leven. 

Levensverwachting Nederland? 
https://www.vzinfo.nl/levensverwachting/regionaal/bij-geboorte

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bevolkingsgroei
De wereldbevolking groeit nog steeds flink, maar de snelheid van de groei neemt af. Dat komt omdat in de meeste landen het aantal geboorten aan het dalen is.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bevolkingsgroei:
geboortecijfer - sterftecijfer = natuurlijke groei
vestiging - vertrek = sociale groei
Hoe lager de welvaart, hoe hoger de natuurlijke bevolkingsgroei.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geboorte
In rijke landen is geboortebeperking vaak vanzelfsprekend.
Gezinnen zijn kleiner geworden door:

1. Langer onderwijs
2. Betere gezondheidszorg

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sterfte
Gemiddeld worden mensen steeds ouder, de levensomstandigheden zijn verbeterd. 


= de omstandigheden waaronder de inwoners van een land leven en die invloed hebben op hoe gezond, gelukkig en rijk ze kunnen worden.
Maar in de armste gebieden: levensverwachting maar 50 jaar. Door: oorlogen, hongersnood, natuurrampen, maar vooral omdat veel kinderen sterven voordat ze 5 jaar zijn.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

V: Bevolking verandert
Door geboorte en sterftecijfer.

Hoog geboortecijfer + laag sterftecijfer = geboorteoverschot

Hoog sterftecijfer + laag geboortecijfer = sterfteoverschot
=het aantal mensen dat overlijdt, per jaar, per duizend inwoners (promille, ‰)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

V: Zuigelingensterfte
= Het aantal baby's per 1000 dat voor hun 1e jaar sterft

  • hoe armer het land, hoe hoger de zuigelingensterfte

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Japan (rijk)
Geboortecijfer: 8 promille

Sterftecijfer: 10 promille

Bevolkingsgroei= -2 promille


Uganda (arm)
Geboortecijfer: 43,4 promille

Sterftecijfer: 9 promille

Bevolkingsgroei= 34,4 promille


Conclusie?
V:

Slide 18 - Tekstslide

alleen vwo
           Geboortecijfer                            Sterftecijfer

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiten
Maak van 2.1 de opdrachten: 


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiten
1. Je weet waar in de wereld dichtbevolkte en dunbevolkte gebieden zijn.
2. Je begrijpt waardoor de bevolkingsgroei en bevolkingsspreiding verschillen tussen gebieden.
3. Je kunt de bevolkingsdichtheid van een land uitrekenen.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is bevolkingsspreiding?
A
Gemiddelde aantal inwoners per km2
B
Opeenhoping van mensen
C
Verdeling van bevolking over een gebied
D
Wetenschap die bevolkingsaantallen bestudeert

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoge bevolkingsdichtheid
Lage bevolkingsdichtheid

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de gebieden naar de juiste bevolkingsspreiding
Hoge bevolkings- dichtheid
Gemiddelde bevolkings- dichtheid
Lage bevolkings- dichtheid

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk continent worden mensen gemiddeld het minste oud?
Laagste levensverwachting
2e plaats
Hoogste levensverwachting
Europa
Afrika
Azië

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor is de bevolkingsdichtheid laag?
Te hoog
Te droog
Te koud
Onvruchtbaar

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk deel van Australië is de bevolkingsdichtheid het hoogst?
Dit deel

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul het verband in: 
Hoe meer neerslag, hoe hoger de 
 in bepaald gebied.
Daardoor is de 
in Iran ongelijk.
bevolkingsspreiding 
bevolkingsdichtheid 

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geboortebeperking?
A
Dat je een kind mag hebben in China
B
Dat er minder kinderen worden geboren door anticonceptie
C
Dat mensen het land moeten verlaten
D
Dat je een beperking hebt dat je geen kinderen kunt krijgen.

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom helpt het promoten van onderwijs voor vrouwen bij geboortebeperking?
A
Dan leren vrouwen waarom het slecht is kinderen te krijgen.
B
Dan stellen vrouwen kinderen uit om te kunnen studeren
C
Dan leren vrouwen voorbehoedsmiddelen te gebruiken
D
Dan hebben vrouwen geen geld meer om kinderen op te voeden

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

hoge bevolkingsdichtheid
Lage bevolkingsdichtheid

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

VWO: Vergelijk de levensomstandigheden in Nigeria met die van de andere landen in de bron.
Zet de landen in bron in volgorde van de beste levensomstandigheden tot de slechtste levensomstandigheden.
Nigeria
Tsjaad
Zuid-Afrika
NL
Slecht
Beste
Minder slecht
Minder best

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heeft het gebied bij letter A een hoge of lage bevolkingsdichtheid? Kies het juiste antwoord. 
Klik op de kaart om hem groter te maken
Sleep de ster naar het juiste antwoord.
Een lage bevolkingsdichtheid omdat het daar zo koud is. 
Een lage bevolkingsdichtheid omdat het in de bergen ligt. 
Een hoge bevolkingsdichtheid omdat het een goed klimaat voor landbouw heeft. 
Een hoge bevolkingsdichtheid omdat het vrij dichtbij zee ligt. 

Slide 33 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoge bevolkingsdichtheid
Lage bevolkingsdichtheid

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoge bevolkingsdichtheid
Hoge bevolkingsdichtheid
Lage bevolkingsdichtheid
Lage bevolkingsdichtheid

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies