2.1 Waar wonen de meeste mensen? t/h

2.1 Waar wonen de meeste mensen?
https://www.worldometers.info/
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.1 Waar wonen de meeste mensen?
https://www.worldometers.info/

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

- Je weet wat bevolkingsspreiding en bevolkingsdichtheid is
- Je kunt een bevolkingsgrafiek lezen en tekenen
- Je begrijpt waarom mensen verhuizen

Planning

1. Uitleg over 2.1
2. Maken opdrachten
3. Tijd over? Oefenen voor topo

Slide 3 - Tekstslide

Waarom wonen er op de ene plek veel mensen en op de andere niet?
Er wonen minder mensen als het heel koud is. Of als het een woestijn, oerwoud of berggebied is.

Slide 4 - Tekstslide

Bevolkingsspreiding en bevolkingsdichtheid

Slide 5 - Tekstslide

Bevolkingsspreiding:
De manier waarop de bevolking over een gebied verspreid is

Bevolkingsspreiding
= De manier waarop de bevolking over een gebied verdeeld is.

Slide 6 - Tekstslide

Bevolkingsspreiding
Bevolkingsspreiding

Slide 7 - Tekstslide

Bevolkingsdichtheid 
= Het gemiddeld aantal inwoners per vierkante kilometer in een gebied of land. 


 


Voorbeeld: 17 880 000 / 41.850 = 427,24 inwoners per km2
Het aantal inwoners gedeeld door de oppervlakte van een land.

Slide 8 - Tekstslide

Twee soorten bevolkingsgroei
Natuurlijke Bevolkingsgroei:
Bevolkingsgroei door geboorte en sterfte
Sociale Bevolkingsgroei:
Bevolkingsgroei door migratie

Slide 9 - Tekstslide

Blijft de wereldbevolking groeien? 
Bevolkingsgrafiek
= Een grafiek waarin je per leeftijdsgroep het aantal mannen en vrouwen kunt aflezen. 


Welke verschillen zie je tussen Nigeria en Duitsland?

Slide 10 - Tekstslide

Bevolkingsgroei
oorzaken van de groei:

1. Veel geboortes. Vooral in arme landen.
2. Mensen worden gemiddeld steeds ouder.
Levensverwachting
= het gemiddeld aantal jaren dat de inwoners van een land zullen leven.
De wereldbevolking groeit nog, maar de snelheid van de groei neemt af.
Want: in de meeste landen daalt het aantal geboorten.

Slide 11 - Tekstslide

Levensverwachting =
Het gemiddeld aantal jaren dat de inwoners van een land zullen leven. 

Levensverwachting Nederland? 
https://www.vzinfo.nl/levensverwachting/regionaal/bij-geboorte

Slide 12 - Tekstslide

Blijft de wereldbevolking groeien? 
In veel landen worden minder kinderen geboren dan vroeger. 
Dat komt door:
  • betere gezondheidszorg, daardoor minder kindersterfte;
  • meisjes die langer naar school gaan en later trouwen;
  • meer gebruik van voorbehoeds-middelen.

Slide 13 - Tekstslide

Bevolkingsgroei:
geboortecijfer - sterftecijfer = natuurlijke groei
vestiging - vertrek = sociale groei
Hoe lager de welvaart, hoe hoger de natuurlijke bevolkingsgroei.
H:

Slide 14 - Tekstslide

Sterfte
Gemiddeld worden mensen steeds ouder, de levensomstandigheden zijn verbeterd. 


= de omstandigheden waaronder de inwoners van een land leven en die invloed hebben op hoe gezond, gelukkig en rijk ze kunnen worden.
Maar in de armste gebieden: levensverwachting maar 50 jaar. Door: oorlogen, hongersnood, natuurrampen, maar vooral omdat veel kinderen sterven voordat ze 5 jaar zijn.
H:

Slide 15 - Tekstslide

Sociale bevolkingsgroei
Als je verhuist naar een ander land = migratie

migrant
= inwoner van een land die in het buitenland geboren is. 
Emigratie: van Nederland naar Zweden
Immigratie: van Zweden naar Nederland

Slide 16 - Tekstslide

Redenen om te verhuizen
1. Economische reden:      Leuker werk/beter betaald of studie 
2. Politieke reden                Oorlog, bedreigingen of onderdrukking
3. Natuurlijke/                        Natuurramp / klimaat 
ecologische reden   
4. Sociale redenen               Familieleden/vrienden wonen er al,                                                              familie stichten            
Afhankelijk van: leeftijd, opleiding, geslacht, geld en relaties

Slide 17 - Tekstslide

           Geboortecijfer                            Sterftecijfer
H:

Slide 18 - Tekstslide

Afsluiten
Maak van 2.1 de opdrachten: 


Slide 19 - Tekstslide

Afsluiten
1. Je weet wat bevolkingsspreiding en bevolkingsdichtheid is
2. Je kunt een bevolkingsgrafiek lezen en tekenen
3. Je begrijpt waarom mensen verhuizen

Slide 20 - Tekstslide

Wat is bevolkingsspreiding?
A
Gemiddelde aantal inwoners per km2
B
Opeenhoping van mensen
C
Verdeling van bevolking over een gebied
D
Wetenschap die bevolkingsaantallen bestudeert

Slide 21 - Quizvraag

Hoge bevolkingsdichtheid
Lage bevolkingsdichtheid

Slide 22 - Sleepvraag

Sleep de gebieden naar de juiste bevolkingsspreiding
Hoge bevolkings- dichtheid
Gemiddelde bevolkings- dichtheid
Lage bevolkings- dichtheid

Slide 23 - Sleepvraag

In welk continent worden mensen gemiddeld het minste oud?
Laagste levensverwachting
2e plaats
Hoogste levensverwachting
Europa
Afrika
Azië

Slide 24 - Sleepvraag

Waardoor is de bevolkingsdichtheid laag?
Te hoog
Te droog
Te koud
Onvruchtbaar

Slide 25 - Sleepvraag

In welk deel van Australië is de bevolkingsdichtheid het hoogst?
Dit deel

Slide 26 - Sleepvraag

Vul het verband in: 
Hoe meer neerslag, hoe hoger de 
 in bepaald gebied.
Daardoor is de 
in Iran ongelijk.
H:
bevolkingsspreiding 
bevolkingsdichtheid 

Slide 27 - Sleepvraag

Wat is geboortebeperking?
A
Dat je een kind mag hebben in China
B
Dat er minder kinderen worden geboren door anticonceptie
C
Dat mensen het land moeten verlaten
D
Dat je een beperking hebt dat je geen kinderen kunt krijgen.

Slide 28 - Quizvraag

Waarom helpt het promoten van onderwijs voor vrouwen bij geboortebeperking?
H:
A
Dan leren vrouwen waarom het slecht is kinderen te krijgen.
B
Dan stellen vrouwen kinderen uit om te kunnen studeren
C
Dan leren vrouwen voorbehoedsmiddelen te gebruiken
D
Dan hebben vrouwen geen geld meer om kinderen op te voeden

Slide 29 - Quizvraag

hoge bevolkingsdichtheid
Lage bevolkingsdichtheid

Slide 30 - Sleepvraag

Heeft het gebied bij letter A een hoge of lage bevolkingsdichtheid? Kies het juiste antwoord. 
Klik op de kaart om hem groter te maken
Sleep de ster naar het juiste antwoord.
Een lage bevolkingsdichtheid omdat het daar zo koud is. 
Een lage bevolkingsdichtheid omdat het in de bergen ligt. 
Een hoge bevolkingsdichtheid omdat het een goed klimaat voor landbouw heeft. 
Een hoge bevolkingsdichtheid omdat het vrij dichtbij zee ligt. 

Slide 31 - Sleepvraag

Hoge bevolkingsdichtheid
Lage bevolkingsdichtheid

Slide 32 - Sleepvraag

Hoge bevolkingsdichtheid
Hoge bevolkingsdichtheid
Lage bevolkingsdichtheid
Lage bevolkingsdichtheid

Slide 33 - Sleepvraag