Oplosvergelijkingen

Het oplossen van zouten
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Het oplossen van zouten

Slide 1 - Tekstslide

Een korte herhaling!
Stel we gaan het zout koper(II)nitraat

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de lading van het koper ion in koper(II)nitraat?
A
+1
B
+2
C
+3
D
+4

Slide 3 - Quizvraag

In welke BINAS-tabel kunnen we de lading van een ion vinden?
A
66D
B
66H
C
46A
D
40A

Slide 4 - Quizvraag

In welke BINAS-tabel staan de samengestelde ionen (inclusief lading)
A
40A
B
66B
C
66D
D
54F

Slide 5 - Quizvraag

Zoek in de BINAS de lading van het nitraat-ion

Slide 6 - Open vraag

Koper(II)nitraat
Koper-ion: Cu2+ 
Nitraat-ion: NO3-
De zoutformule: Cu(NO3)2
Oplosvergelijking:  Cu(NO3)2 (s) --> Cu2+ (aq) + 2 NO3- (aq)

Slide 7 - Tekstslide

Geef de oplosvergelijking van
AgNO3
timer
2:00

Slide 8 - Open vraag

Geef de oplosvergelijking van
Na2CO3
timer
2:00

Slide 9 - Open vraag

Geef de oplosvergelijking van calciumchloride.
timer
3:00

Slide 10 - Open vraag

Noteer de oplosvergelijking van
Kaliumsulfide
timer
3:00

Slide 11 - Open vraag

Geef de indampvergelijking van een natriumfosfaatoplossing.
timer
3:00

Slide 12 - Open vraag

Geef de indampvergelijking van een ammoniumjodideoplossing
timer
3:00

Slide 13 - Open vraag

Een samengesteld ion moet worden beschouwd als één deeltje
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag