In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Onderdelen in deze les
MASSACULTUUR
Intro + jaren 40
Slide 1 - Tekstslide
Waar denk je aan bij massa?
Slide 2 - Woordweb
Waar denk je aan bij cultuur?
Slide 3 - Woordweb
Wat bedoelen we denk je met massacultuur??
Slide 4 - Woordweb
Geef een voorbeeld van kunst die volgens jou bij massacultuur hoort?
Slide 5 - Woordweb
MASSACULTUUR
ONTWIKKELING
Slide 6 - Tekstslide
Massacultuur: De jaren 40
BEELDENDE KUNST
Slide 7 - Tekstslide
Kunst in de VS - Abstract expressionisme
Stromingen van voor WOII
Abstract expressionisme
Action Painting
Colorfield painting
De stromingen die al voor de oorlog waren ontstaan, surrealisme, expressionisme en magisch realisme, bestonden na de oorlog nog steeds. Grote namen uit de jaren dertig, Picasso, Braque, Matisse, Chagall, Klee en vele anderen wisten hun roem te handhaven. Daarnaast ontstonden er tal van nieuwe richtingen.
Abstract expressionisme is een verzamelnaam voor een aantal richtingen in de kunst die ontstonden na de tweede wereldoorlog, met name in de Verenigde Staten. Hoewel ze zeer verschillend zijn hebben ze een ding gemeen: het ontstaan van kunst werd gezien als een op zichzelf staand proces waarbij de kunstenaar niet veel meer dan een hulpmiddel was. Binnen het abstract expressionisme kunnen we de volgende richtingen onderscheiden:
Bij de actionpainters lag de nadruk op de creatieve daad, op de actie van het schilderen. Van een voorstelling was meestal geen sprake, het ging vooral om de handeling en het gebaar waarmee het materiaal op de ondergrond werd aangebracht. Hierin kon men volledig spontaan te werk gaan. De automatische handeling, het impulsieve, was heel belangrijk. Wat dat betreft heeft de actionpainting veel gemeen met het surrealisme, maar de persoonlijke uitdrukking, het expressieve, speelde bij de actionpainters een grotere rol. Er werd gesmeten en gespat, gedropen en gekrast. Het verstand moest worden uitgeschakeld, de inval of emotie van het moment was de drijfveer voor het handelen. De bekendste kunstenaars die zich met actionpainting bezig hielden waren Jackson Pollock en Willem de Kooning.
Jackson Pollock is bekend om zijn drippings. Een heel groot doek, dat hij op de grond legde, werd door hem op verschillende manieren met verf bedropen.
Willem de Kooning schilderde grote doeken vol met vlakken en lijnen die eveneens duidelijk de gebaren verraadden. Bij de Kooning is er soms nog wel een voorstelling te herkennen, zoals in zijn serie vrouwen.
De colourfieldpainters hechtten niet meer aan de handeling van het schilderen, maar vooral aan de werking van de kleur. Hun werk was veel ingetogener dan dat van de action-painters, de harmonie tussen de kleurvlakken werd zorgvuldig afgewogen. Het werk van de twee bekendste schilders van deze stroming, Rothko en Newman, kenmerkt zich door grote, egale kleurvlakken. Alle illusie van een voorstelling trachtten zij te vermijden, en ook alle emotionele uitdrukking. Wanneer je dicht bij de grote kleurvlakken staat die deze schilders op hun doeken hebben aangebracht, voel je als het ware omsloten door het schilderij. De kleurvlakken moesten direct en zonder meer inwerken op de toeschouwer.
Slide 8 - Tekstslide
Action Painting
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Welk gevoel roepen deze schilderijen op?
Slide 11 - Open vraag
Colorfield Painting
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Welk gevoel roepen deze schilderijen op?
Slide 14 - Open vraag
Action Painting
Colorfield painting
Slide 15 - Sleepvraag
Kunst in Europa - COBRA
COpenhagen, BRussel, Amsterdam
'Geklad, geklets en geklodder'
Tegen het academisme
Kindertekening
Cobra werd opgericht op 8 november 1948 in Parijs Het was een nieuwe internationale vereniging van zowel kunstschilders als schrijvers. De naam Cobra is opgebouwd uit de beginletters van de hoofdsteden, waar de kunstenaars en oprichters van deze kunstenaarsgroep vandaan kwamen: Copenhagen, Brussel en Amsterdam.
Cobra bloeide als kunstenaarsbeweging slechts kort, maar hevig! ‘Geklad, geklets en geklodder in het Stedelijk Museum’. Dat schreef een criticus in 1949 over de eerste grote Cobratentoonstelling.
De toenmalige museumdirecteur Willem Sandberg werd sterk bekritiseerd. Hij bleef echter achter de provocerende Cobrabeweging staan.
Cobra keerde zich tegen het academisme, dat in haar ogen teveel de beeldende esthetische wetten propageert. Cobra was tevens een protest tegen schilderkunst, waarin teveel de nadruk wordt gelegd op het intellectuele. Het was in die zin mede een antireactie op, of anders gezegd een protest tegen de Tweede Wereldoorlog, dat aan de wereld zichtbaar had gemaakt waar het intellect toe in staat is.
Inspiratie kon in plaats van aan het intellect wat betreft Cobra beter worden ontleend aan de nog pure en onschuldige kindertekening. Het is vooral spontaniteit en fantasie, dat de kunst van alle betrokken kunstenaars kenmerkt. De beweging keerde zich tegen de belemmerende academieregels van het realisme en experimenteerde volop met materialen en met nieuwe samenwerkingsvormen tussen schilders, dichters en beeldhouwers. Omdat Cobra tot directe 'onbedorven uitingen' wilde komen, werkten de kunstenaars bij voorkeur zonder vooropgezet plan.
Slide 16 - Tekstslide
De kunst van de COBRA kunstenaars sluit nog heel erg aan bij het Modernisme van voor WOII. Leg dit uit. Gebruik in je antwoord de woorden expressionisme, abstractie en primitivisme.
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Tekstslide
MASSACULTUUR EN POPART
Andy Warhol
Roy Lichtenstein
Keith Haring
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Ontwikkeling reclame
De eerste jaren na de oorlog heerst er schaarste op allerlei gebied. Veel is nog op de bon. Ook voor de reclame zijn het moeilijke tijden. Adverteren in kranten is wegens papiertekort beperkt. Ter besparing van energie is lichtreclame verboden en mogen etalages na half negen ‘s avonds niet verlicht zijn.
Na de komst van de Marshallhulp in 1948 gaat het beter met de economie en kan er meer reclame gemaakt worden.
Slide 21 - Tekstslide
Kenmerken massacultuur
• Laagdrempelig amusement (makkelijk te begrijpen, geen voorkennis vereist) > Herkenning/identificatie.
• Massale consumptie (het trekt een groot en breed publiek) > Cultuurindustrie met als doel geld verdienen.
• Massamedia (gedrukte pers, radio, tv, film, internet) spelen een belangrijke rol in de massale verspreiding/reclame. > Reproduceren.
Slide 22 - Tekstslide
Al voor de komst van de televisie werden massamedia ingezet om allerlei soorten informatie, ook over populaire cultuur, onder de aandacht van een groot publiek te brengen.
Noem drie massamedia die al bestonden voor de komst van de televisie.
Slide 23 - Open vraag
De grens tussen hoge en lage kunst vervaagt.
Slide 24 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen hoge en lage cultuur of kunst?
Kunst met hoge waardering versus kunst met lage waardering
Serieuze kunst en cultuur versus kunst die wil amuseren
Cultuur voor ouderen versus cultuur voor jongeren
Kunst en cultuur voor de elite versus kunst en cultuur voor de massa
Slide 25 - Poll
Lage cultuur
Hoge cultuur
Achtergrondinformatie nodig
Makkelijk toegankelijk
Amusementsindustrie
Maakt deel uit van kunsthistorische traditie
Elitair publiek
Massaal publiek, kan alle maatschappelijke groepen aantrekken
Slide 26 - Sleepvraag
1 Vercommercialisering van de kunsten
2 Musea gebruiken marketing om een massapubliek te trekken.
Niet meer alleen focus op 'hoge kunsten'
Keith Haring verkocht (op aanraden Andy Warhol) in zijn Pop-shop T-shirts, buttons, posters en andere producten met tekeningen van hemzelf.
Slide 27 - Tekstslide
3 Beeldmerken uit de populaire cultuur verheven tot hoge kunst
4 Nieuwe disciplines geïntroduceerd die afkomstig zijn uit populaire cultuur
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Video
Hedonisme (genots /amusementscultuur)
Slide 30 - Tekstslide
Check...Wat zijn de kenmerken van massacultuur?
Slide 31 - Open vraag
Kenmerken massacultuur
• Laagdrempelig amusement (makkelijk te begrijpen, geen voorkennis vereist) > Herkenning/identificatie.
• Massale consumptie (het trekt een groot en breed publiek) > Cultuurindustrie met als doel geld verdienen.
• Massamedia (gedrukte pers, radio, tv, film, internet) spelen een belangrijke rol in de massale verspreiding/reclame. > Reproduceren.
Slide 32 - Tekstslide
Huiswerk:
Lezen: De Bespiegeling tekstboek blz 200 tm 207
Maken : De Bespiegeling opdrachtenboek HAVO: 5, 6, 8, 11, 12, 16, 18