PTA bloed klas 4

Cholesterol kan de bloedvaten vernauwen
A
Waar
B
Niet waar
1 / 30
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Cholesterol kan de bloedvaten vernauwen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 1 - Quizvraag

In bloedplasma zit zuurstof opgelost
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Door zweten worden zout en water uit het bloed verwijderd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Drugs beïnvloeden het bloedvatenstelsel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Bij verbranding in je lichaam komt koolstofdioxide vrij
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Stimulerende middelen laten je zenuwstelsel sneller werken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Een slagader heeft een dunne wand
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Het hart bestaat uit vier kamers
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Verdovende middelen laten je zenuwstelsel sneller werken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Rode bloedcellen hebben geen celkern
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Welke bloeddeeltjes geven bloed de rode kleur?

Slide 11 - Open vraag

Bij inspanning heb je glucose nodig. Vanuit welk orgaanstelsel gaat glucose het bloed in?

Slide 12 - Open vraag

Je gaat na het ontbijt hardlopen. Leg uit waarom je door te ontbijten langer kunt blijven hardlopen

Slide 13 - Open vraag

Leg uit waarom iemand met bloedarmoede sneller moe is

Slide 14 - Open vraag

Sommige bloeddeeltjes bestrijden ziekteverwekkers.
Welke bloeddeeltjes zijn dit?

Slide 15 - Open vraag

De grote bloedsomloop maakt het rondje hart – alle organen in het lichaam – hart. In welk deel van het hart begint de grote bloedsomloop?

Slide 16 - Open vraag

Je bent gevallen en hebt een wond. Welk bloeddeeltje zorgt voor bloedstolling?

Slide 17 - Open vraag

Een taak van bloed is het vervoeren van stoffen. Noem nog een taak van bloed

Slide 18 - Open vraag

Leg uit hoe de kleine bloedsomloop door je lichaam loopt

Slide 19 - Open vraag

Sommige bloedvaten hebben kleppen. Welk type bloedvat heeft kleppen?

Slide 20 - Open vraag

Welk type bloedvaten heeft een dikke gespierde wand?

Slide 21 - Open vraag

In welk type bloedvat stroomt het bloed langzaam?

Slide 22 - Open vraag

Hoe noemen we de bloedvaten die aan de buitenkant van je hart zitten?
Noem beide bloedvaten.

Slide 23 - Open vraag

Noem twee redenen waardoor je een grotere kans hebt op het krijgen van hartproblemen

Slide 24 - Open vraag

Hoe komt urine vanuit de nieren naar de blaas?

Slide 25 - Open vraag

Stel je drinkt alcohol. Welk orgaan breekt alcohol in je lichaam af?

Slide 26 - Open vraag

Via welk uitscheidingsorgaan verlaat zweet je lichaam?

Slide 27 - Open vraag

Via welk uitscheidingsorgaan verlaat koolstofdioxide je lichaam?

Slide 28 - Open vraag

In welk onderdeel van je nieren zitten filtertjes die afvalstoffen uit je bloed halen?

Slide 29 - Open vraag

Als je rode bietjes eet krijgt je urine een rode kleur. Hoe kan dit?

Slide 30 - Open vraag