3.4 Reserveren

Ga rustig naar je plek. Pak je boek en ga rustig lezen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ga rustig naar je plek. Pak je boek en ga rustig lezen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Herhaling paragraaf 3 (5 min)
  • Behandelen paragraaf 4 (15 min)
  • Nakijken (10 min)
  • zelfstandig werken (15 min)
  • Wat hebben we geleerd (5 min)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen 3.3
  • Je kunt uitleggen wat budgetteren is
  • Je kunt budgetten opstellen.

Slide 4 - Tekstslide

Welke 3 soorten uitgaven kun je hebben?

Slide 5 - Open vraag

Benzine tanken hoort bij de ...
A
dagelijkse uitgaven
B
incidentele uitgaven
C
vaste lasten

Slide 6 - Quizvraag

Reparatie van een computer?
A
dagelijkse uitgaven
B
incidentele uitgaven
C
vaste lasten

Slide 7 - Quizvraag

Aankoop van een cd-speler?
A
incidentele uitgaven
B
dagelijkse uitgaven
C
vaste lasten

Slide 8 - Quizvraag

Een abonnement op een tijdschrift?
A
incidentele uitgaven
B
dagelijkse uitgaven
C
vaste lasten

Slide 9 - Quizvraag

Aankoop van shampoo?
A
vaste lasten
B
dagelijkse uitgaven
C
incidentele uitgaven

Slide 10 - Quizvraag

Contributie hockey
A
dagelijkse uitgaven
B
vaste lasten
C
incidentele uitgaven

Slide 11 - Quizvraag

Abonnement van je telefoon
A
dagelijkse uitgaven
B
incidentele uitgaven
C
vaste lasten

Slide 12 - Quizvraag

Hoofdstuk 3
paragraaf 3.4 Reserveren

Slide 13 - Tekstslide

Lesdoelen 3.4
  • Je kunt uitleggen waarom je moet reserveren 
  • Je kunt aangeven hoe je kunt reserveren.

Slide 14 - Tekstslide

Reserveren doe je voor
Duurzame consumptiegoederen want,


• een hoge aanschafprijs;
• een lange gebruiksduur.

Slide 15 - Tekstslide

Reserveren
  • Reserveren = geld aan de kant leggen voor  toekomstige uitgaven
  • Formule => Benodigd bedrag: aantal jaren = reserveren per jaar
  • Voorbeeld: Ik wil een nieuwe tv over drie jaar. Deze kost € 699. Hoeveel geld moet ik per maand reserveren?
  1. € 699 : 3 =  € 233 reserveren per jaar
  2. € 233 : 12 = € 19,42 reserveren per maand

Slide 16 - Tekstslide

1

Slide 17 - Video

Formule Reserveren
gebruiksduur(vervangingswaarderestwaarde)

Slide 18 - Tekstslide



Voorbeeld: Sophie wil over twee jaar een nieuwe scooter van € 1.800 kopen. Haar oude scooter is dan nog € 300 waard.  Hoeveel moet ze per maand reserveren? 
Ze moet 2 x 12 = 24 maanden reserveren.  
Ze reserveert (€ 1.800- € 300): 24 = € 62,50 per maand. 
§3.4 reserveren
(aanschafwaarde - restwaarde) : gebruiksduur = te reserveren bedrag

Slide 19 - Tekstslide

Reserveren. Tom wil over 3 jaar een nieuwe laptop kopen. Zijn oude laptop is dan € 150 waard. De nieuwe laptop kost kost Tom € 1.800. Hoeveel moet Tom per maand reserveren?

Slide 20 - Open vraag

Klaas reserveert elke maand € 100 voor de vervanging van zijn stereo
installatie. Hij is daar precies een jaar geleden mee begonnen. Die kost € 1.900 . Er is hiervoor nog niet genoeg geld gereserveerd.
Bereken hoeveel maanden het nog duurt voordat hij genoeg geld heeft gereserveerd om de nieuwe zitbank te kopen. Laat je berekening zien.

Slide 21 - Open vraag

Huiswerk
  • Maken opdrachten hoofdstuk 3 paragraaf 4

  • Lees de theorie op bladzijde 92 en 93
  • Maak de opdrachten 1 t/m 11

Slide 22 - Tekstslide

opdrachten maken

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd vandaag?

Slide 25 - Open vraag