Economie les 5 december 2022

Economie les 5 december 2022
HOOFDSTUK 17
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Economie les 5 december 2022
HOOFDSTUK 17

Slide 1 - Tekstslide

LEERDOELEN 
Aan het eind van deze les...:
- begrijp je de functie van de Centrale Bank en gevolgen van haar beleid.
- kun je onderscheid maken tussen loonkosteninflatie en bestedingsinflatie
-  Leer je omgaan met de vraagstelling `licht de volgende stellingen toe´

Slide 2 - Tekstslide

BELANGRIJKE BEGRIPPEN
HOOGCONJUNCTUUR EN RECESSIE

Slide 3 - Tekstslide

BELANGRIJKE BEGRIPPEN
BESTEDINGSINFLATIE                                 LOONKOSTENINFLATIE

* Consumenten                                             * Arbeidsproductiviteit


Slide 4 - Tekstslide

BELANGRIJKE BEGRIPPEN
CONJUNCTUURBELEID
anticyclisch begrotingsbeleid
stimulerend begrotingseffect

Slide 5 - Tekstslide

BELANGRIJKE BEGRIPPEN
INVERDIENEFFECTEN
overheidsbestedingen
extra belastingsinkomsten

Slide 6 - Tekstslide

DE CENTRALE BANK
Algemene taken:                                                                    
*bank van banken
* toezichthouder
Hoofdtaak (enkelvoudig mandaat):
*handhaven stabiel prijspeil

Slide 7 - Tekstslide

DE CENTRALE BANK
Inflatiebestrijding:
*met behulp van rentestand 
*te veel verlaging -> zero lower bound
  - > geen invloed op bestedingen

Slide 8 - Tekstslide

Wie/wat hoort er bij...
Loonkosteninflatie
Bestedingsinflatie
arbeiders 
lonen
consumenten 
kosten doorberekenen 
hangt af van de koopkracht

Slide 9 - Sleepvraag


Wat is een uitverdieneffect?
A
uitgaven van de overheid worden deels terugverdiend
B
Het bedrag dat de overheid extra uitgeeft om de economie te stimuleren
C
bezuinigingen leveren de overheid minder op
D
Het bedrag dat de overheid bespaart op haar bestedingen

Slide 10 - Quizvraag

De Nederlandse centrale bank verlaagt haar rente van 0,3 % naar 0,0 %. Hierdoor zal de prijspeil signinficante stijging doorgaan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Examenopgave 
OPGAVE 5 
Rentebeleid geeft onvoldoende wind in de zeilen

Slide 12 - Tekstslide

AAN DE SLAG
Stel vragen als
je er niet 
uitkomt!
timer
20:00

Slide 13 - Tekstslide

Vraag 19

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

TOELICHTING
* Renteverlaging --> afname besparingen/toename kredietverstrekking

* Renteverlaging --> toename productie --> o.a. krapte   goederenmarkt --> toename bestedingsinflatie

* Toename productie --> toename vraag arbeid en lonen --> loonkosten   doorberekenen --> toename loonkosteninflatie

Slide 16 - Tekstslide

Vraag 20

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

TOELICHTING 
* Technologische ontwikkelingen --> stijging arbeidsproductiviteit groter dan loonstijgingen --> geen verlies voor bedrijven --> prijzen worden niet verhoogd

* Mechanisering --> daling vraag arbeid --> vraag naar arbeid neemt af               --> hogere werkloosheid --> lagere loonkosten / minder bestedingen --> neergaand effect op prijspeil

Slide 19 - Tekstslide

Vraag 21

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

TOELICHTING
                            MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK
*binnenlandse aanbieders verlagen prijzen door concurrentie
*binnenlandse aanbieders kunnen zijn weggeconcurreerd
*buitenlandse goederen goedkoper, 
  dus ook voor lokale bedrijven

Slide 22 - Tekstslide

Vraag 22
Wie kwam hier uit?
Waar liepen jullie tegen aan?

Slide 23 - Tekstslide

TOELICHTING
verhogen uitgaven/verlagen belastingen --> toename bestedingen
toename bestedingen --> hogere belastingsontvangsten

bovendien: lage rente --> niet ten koste investeringen


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Even controleren:
Technologische ontwikkeling zorgt voor lage inflatie, omdat...
A
De werkloosheid stijgt
B
Er al een hoge rente aanwezig is
C
Arbeidsproductiviteit sneller stijgt dan de lonen
D
Lonen sneller stijgen dan de arbeidsproductiviteit

Slide 26 - Quizvraag

Welke antwoord is een ONJUISTE verklaring voor waarom de inflatie werd afgeremd door toenemend internationaal handel?
A
Binnenlandse aanbieders probeerden hen prijzen laag te houden door concurrentie.
B
Binnenlandse zaken kunnen voor minder geld grondstoffen halen in het buitenland.
C
Consumenten worden meer aangetrokken door de producten van buitenlandse bedrijven.
D
Binnenlandse aanbieders kunnen zijn weggeconcurreerd door buitenlandse concurrenten.

Slide 27 - Quizvraag