Je werkt in de thuiszorg in Rotterdam. Je ontmoet mevrouw Nafiso: een Somalische vrouw van 78 jaar. Zij is bekend met hartfalen, is chronisch vermoeid, heeft krachtsverlies in haar handen en draagt een bril omdat zij slechtziend is. Mevrouw Nafiso is weduwe, spreekt redelijk Nederlands en heeft vier dochters die allemaal in Rotterdam wonen.
Voordat je de zorg gaat verlenen lees je de afspraken in het zorgdossier. Mevrouw krijgt ondersteuning op het gebied van huishouden en wonen en ten aanzien van lichamelijk welbevinden. Je leest dat mevrouw ondersteuning nodig heeft bij het wassen. Het aan- en uitkleden en de uiterlijke verzorging kan zij niet meer volledig zelf.
Je bespreekt dat wat je gelezen hebt met mevrouw en je vraagt: 'Mevrouw, welke gewoonten en wensen heeft u nog meer t.a.v. wassen? Dan kan ik de uitvoeringsafspraken goed noteren'. Mevrouw geeft aan 1 keer per week onder de douche te willen, om haar haar te wassen. Elke ochtend na de ADL wil mevrouw haar hoofddoek aangebracht hebben door een vrouw. Mevrouw gebruikt geen zeep voor haar huid, zij wast zich met olie. Mevrouw zegt tot slot dat zij het wassen en aankleden heel vermoeiend vindt en graag een pauze wil tussen het wassen en aankleden.