Les 1 Omgaan met conflicten en oplossingen vinden

Digitaal Burgerschap



Onderwerp:
Omgaan met conflicten
Oplossingen vinden
zie ontwerp lessenserie did 2!!!

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Digitaal Burgerschap



Onderwerp:
Omgaan met conflicten
Oplossingen vinden
zie ontwerp lessenserie did 2!!!

Slide 1 - Tekstslide

Programma

- Leerdoelen 
- Theorie over conflicten en oplossingen
- Portfolio aanmaken
- Opdrachten maken (tussen de theorie door)
- Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen: 

- je doet ervaring op met het omgaan met conflicten
- je bedenkt actief oplossingen voor een probleem

Waarom is dit belangrijk? 
- conflicten zijn onvermijdelijk en het is handig als je begrijpt hoe ze ontstaan en hoe je ermee om kan gaan.  Oplossingen dragen bij aan het voorkomen van verdere escalatie. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat moet je doen om deze periode te halen? 

Er is voor deze periode geen lesmateriaal beschikbaar. 

Alle informatie wordt jullie in de les gegeven. 

Als je een keer een les mist, kan je de sheets van de les vinden in Canvas bij het onderwerp van de les. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat moet je doen om deze periode te halen? 
Tijdens de les krijg je opdrachten. 

We gaan werken in een portfolio. 
In dit portfolio maak je alle opdrachten die in de les worden gegeven. Dit portfolio lever je eenmaal in de week via canvas in.

Als je alle opdrachten met inzet hebt gemaakt, krijg je een voldoende voor deze periode. 


Slide 5 - Tekstslide

Beoordeling opdrachten
Ik beoordeel de opdrachten met een voldoende: 

- als je antwoord in je eigen woorden. 
- als je antwoord jouw eigen mening is en niet die van jouw klasgenoot of bijvoorbeeld ChatGPT o.i.d.
- alleen ja en nee is altijd fout
- je laat zien dat je kritisch over de vragen hebt nagedacht, je hebt een mening gevormd op basis van feiten, je hebt je mening uitgelegd en je hebt ook nagedacht over andere meningen over het onderwerp. 

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een conflict?

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Tekstslide

Kan jij een conflict noemen in de wereld?

Slide 9 - Woordweb

Kan jij een conflict noemen waar je persoonlijk bij betrokken was?

Slide 10 - Woordweb

Wat zijn oorzaken voor een conflict?

Slide 11 - Woordweb

Ruzie of conflict
Ruzie is een uit de hand gelopen sociaal emotioneel conflict. Wellicht ooit begonnen als conflict. Bij ruzie zijn mensen kwaad/ boos.

Conflict is een meningsverschil, mensen hebben verschillende behoeften, belangen of opvattingen. 

Slide 12 - Tekstslide

Theorie oorzaken conflict
Conflicten ontstaan als:

  • mensen tegengestelde belangen hebben (belangenconflict)
  • mensen zich gehinderd voelen om doelen te bereiken
  • inhoudelijk conflict (over uitleg van regels bijvoorbeeld)
  • beschikbare middelen niet evenredig zijn verdeeld
  • mensen geen klik met elkaar hebben (onderlinge relaties)

Slide 13 - Tekstslide

Theorie conflictremmers/aanjagers
Remmers: gebruik je om conflicten niet te laten escaleren

Aanjagers: verergeren het conflict, moet je goed kunnen herkennen en niet gebruiken

Slide 14 - Tekstslide

Conflictaanjagers of remmers?

Er volgen hierna vier vragen. Geef aan of dit een conflictaanjager of remmer is

Slide 15 - Tekstslide

Benoem het gedrag van de ander.


A
Conflictaanjager
B
Conflictremmer

Slide 16 - Quizvraag

Word boos als de ander niet luistert.


A
Conflictaanjager
B
Conflictremmer

Slide 17 - Quizvraag

Begin met ‘ik’.
A
Conflictaanjager
B
Conflictremmer

Slide 18 - Quizvraag

Luister naar de ander.


A
Conflictaanjager
B
Conflictremmer

Slide 19 - Quizvraag

Portfolio aanmaken
- in word 
- laat het er netjes uitzien, alsof je een rapport maakt voor een toekomstige klant
- eisen: voorblad (met titel: Portfolio Digitaal Burgerschap, periode 8, naam en klas), inhoudsopgave, 12pt lettergrootte, regelafstand 1 en paginanummers. 
- opdrachten worden doorgenummerd; Maak kopjes met opdracht 1 titel, opdracht 2 titel, etc. 

timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 1: Test Omgaan met conflicten 
Er zijn verschillende manieren om met conflicten om te gaan. De truc is om de juiste manier in de juiste situatie te gebruiken. 

Door het doen van de volgende test kun je zien welke conflicthanteringsstijl jij meestal hanteert. Aansluitend kun je lezen welke stijl in welke situatie het beste toegepast kan worden.

Knip en plak de uitslag van de test in jouw portfolio. 


timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Wat viel je op aan de uitslag? En herken je jezelf of juist niet?

Slide 23 - Woordweb

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Opdracht 2 Eigen belang/ belang van de ander
Neem dit schema over in je portfolio en vul in hoog/laag of ja/nee:
Gedrag bij conflict 
Eigen belang
Belang van de ander
Effectief?
vermijden/ ontlopen
laag 
laag
nee
forceren/ doordrukken
toegeven/ aanpassen
oplossen/ samenwerken
onderhandelen/ compromis sluiten

Slide 26 - Tekstslide

Welke manier kies je? 
Aan de hand van 3 vragen kun je de manier kiezen die je de meeste kans geeft het conflict op te lossen.

1. Waar gaat het conflict over?

Formuleer dit heel eerlijk voor jezelf. Hoe belangrijk is deze kwestie voor jou en hoe belangrijk is het voor de ander? Is de kwestie erg belangrijk voor beiden, dan kun je kiezen voor samenwerking, onderhandelen of vechten (afhankelijk van de beoogde relatie na het conflict). Is het voor de ander minder belangrijk, dan kun je vragen of de ander zich aan wil passen.







Slide 27 - Tekstslide

Welke manier kies je? 
Aan de hand van 3 vragen kun je de manier kiezen die je de meeste kans geeft het conflict op te lossen.

2. Hoe belangrijk is de relatie met de ander voor jou?

Is het iemand die je eigenlijk graag mag of met wie je later nog moet samenwerken en is het onderwerp belangrijk? Dan kun je beter niet kiezen voor vechten of vermijden. Je aanpassen, samenwerken of onderhandelen is in dit geval een betere optie. Misschien past de ander zich overigens wel aan jou aan. Is zowel het onderwerp als de relatie niet zo belangrijk? Waarom zou je er dan energie aan verspillen! Het beste is het conflict in dit geval gewoon te vermijden

Slide 28 - Tekstslide

Welke manier kies je? 
Aan de hand van 3 vragen kun je de manier kiezen die je de meeste kans geeft het conflict op te lossen.

3. Wat zijn de omstandigheden?

Zit er bijvoorbeeld tijdsdruk op de oplossing van het conflict? Dan kun je kiezen om te vechten (als je zeker weet dat je gelijk hebt), je aan te passen (als het gelijkwaardig is of als je een conflict met je meerdere hebt) of, als het probleem zich daarvoor leent, te onderhandelen. Is het een ingewikkeld probleem? Dan kun je als je tijd hebt kiezen voor samenwerken en anders onderhandelen.

Slide 29 - Tekstslide

Wat zijn de valkuilen bij conflicthantering?
Zegeltjes sparen – "Opkroppen en dan later ontploffen".
Psychoanalyse – “Je zegt dat wel, maar volgens mij ben je bang om…”
Afmakertje – “Goed hoor, jij hebt gelijk.”
Etiketteren – “Je bent nu eenmaal erg lui.”
Atoombom op Lutjebroek – "Dreigen met iets dat niet in verhouding staat tot het geschil".
Stekels opzetten – “Ja hoor. Ik doe het toch nooit goed. Je moet ook altijd mij hebben.”
Schuldgevoel claimen – "Door jou kan ik nooit… Je houdt ook nooit eens rekening met mij.”
Manipuleren met breekbaarheid – “Hou op, ik kan er niet tegen".

Slide 30 - Tekstslide

Opdracht 3: Casussen conflicthantering
Je ziet 5 casussen en dan per casus geef je aan in je portfolio:

- 2 uitersten manieren om dit op te lossen 
- per manier 3 argumenten waarom dit een goede oplossing is
- Welke oplossing kies jij?

Kijk de vorige sheets terug en gebruik de theorie die in de les aan bod is gekomen bij de beantwoording van de vragen.

Slide 31 - Tekstslide

Casus 1:
Je dure telefoon is op school (of in jouw klas) gestolen. Er is grote consternatie en een verdachte: je docent. Zij vindt dat zij onschuldig is. 

Slide 32 - Tekstslide

Casus 2:
Je scooter is al na drie maanden kapot. Volgens jou valt dit binnen de garantie, maar de verkoper is niet bereid je scooter gratis te repareren.


Slide 33 - Tekstslide

Casus 3: 
De beveiliging van een café laat je niet binnen, omdat je gymschoenen aan hebt. Jij bent het hier (natuurlijk) niet mee eens. 

Slide 34 - Tekstslide

Casus 4: 
Bij je vakantiebaantje krijg je een salaris dat ver onder het geldende minimumjeugdloon ligt. Jij vindt dit te weinig en de werkgever wil je niet meer betalen. 

Slide 35 - Tekstslide

Casus 5: 
Een klasgenoot verspreidt geruchten op Instagram en Twitter over dat jij een schoolexamen hebt gestolen. Jij hebt dit niet gedaan. 

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Oplossingen bedenken
Streven naar een Win - Win situatie
zoeken naar een oplossing waarbij iedereen zijn zin krijgt. 

Win - Lose denken:  is de overtuiging dat je een conflict alleen kan oplossen als de ander verliest. 

Slide 39 - Tekstslide

Win - win: Wat is ervoor nodig? 
- leef je in in de ander
- vraag wat de ander precies wil en waarom de ander wil wat ie wil
- welke resultaten zijn nodig om jezelf en de ander gelukkig te maken
- zoek creatieve alternatieven

Slide 40 - Tekstslide

Schema Zelf werken!
Wat moet je doen?
Opdrachten 1 t/m 3 afmaken en in je portfolio opnemen

Hoe moet je het doen?
Thuis, als je nog niet klaar bent
Hoeveel tijd heb je ervoor? 
Tot volgende week. 
Uitkomst?
Je portfolio is up to date
Hulp vragen aan?
Docent, via teams
Zelf werken: 

Slide 41 - Tekstslide

Leerdoelen: 

- je doet ervaring op met het 
  omgaan met conflicten
- je bedenkt actief oplossingen
  voor een probleem

Leerdoelen behaald?
 

Slide 42 - Tekstslide

Tot de volgende keer! 

Dan hebben we het over: 

"Online identiteit en rekening houden met anderen"  

Als je de opdrachten nog niet af heb! Maak ze thuis en lever ze voor de volgende les in! 

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide