Par. 6.1 Woonplaats en werkplaats 1vs

Leerdoelen opschrijven
3. Op welke manier was de nijverheid georganiseerd?
4. Wat is de Hanze?

Zelfstandig en in stilte
Eerder klaar? Lees "Platteland en stad" op blz. 108


timer
2:00
1. Hoe ontstond in Europa weer een landbouwstedelijke samenleving?
2. Hoe werd de geldeconomie ontwikkeld?
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen opschrijven
3. Op welke manier was de nijverheid georganiseerd?
4. Wat is de Hanze?

Zelfstandig en in stilte
Eerder klaar? Lees "Platteland en stad" op blz. 108


timer
2:00
1. Hoe ontstond in Europa weer een landbouwstedelijke samenleving?
2. Hoe werd de geldeconomie ontwikkeld?

Slide 1 - Tekstslide

De Middeleeuwen 1hv1
09/04 par. 5.1 Leenheren en leenmannen
15/04 par. 5.3 Machtige heren, halfvrije boeren
16/04 par. 5.3 Machtige heren, halfvrije boeren
22/04 SO par. 5.1 en 5.3
23/04 par. 5.2 Europa wordt christelijk
MEIVAKANTIE
13/05 - 
14/05 GEEN LES/ BLIJDORP
20/05 2e Pinksteren
21/05 par. 5.2 Europa wordt christelijk
27/05 par. 5.4 De opkomst van de Islam
28/05 par. 5.4 De opkomst van de Islam
03/06 par. 6.1 Woonplaats en werk
04/06 par. 6.1 Woonplaats en werk

17/06: Voorbereiden TWT4
18/06 : studiedag
TWT P4
H5 par. 5.1, 5.2, 5.3, 5.4 en 6.1

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
1. Uitleg par. 6.1
2. Opdrachten maken en bespreken
3. Leerdoelen antwoorden
4. Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk
Werkboek opdrachten 4, 5 en 6 op blz. 129 en 130. 

Slide 4 - Tekstslide

Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.

Slide 5 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer met de Middeleeuwen?
  • De tijd na het Romeinse Rijk (Oudheid) en vóór de Nieuwe Tijd.

  • Het ligt in het midden van die twee perioden: tussenperiode

  • Ongeveer tussen 500 en 1500

  • Vroege Middeleeuwen: 500-1000
  • Late Middeleeuwen: 1000-1500

Slide 6 - Tekstslide

Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)

Slide 7 - Tekstslide

Late Middeleeuwen
  • Tijd van Steden en Staten (1000-1500)

  • Het is 'veiliger' en 'rustiger'
  • Er komt meer handel
  • Geld komt weer terug
  • Bevolking groeit
  • Er ontstaan steden
  • Macht van de steden neemt toe
  • De adel krijgt (soms) minder macht
Dit is een plattegrond van Zwolle in de Middeleeuwen

Slide 8 - Tekstslide

Meer landbouwgrond beschikbaar en betere technieken
Rond het jaar 1000
  • Ontginningen
  • Betere ploeg om de grond beter te woelen = minder onkruid en de grond werd beter bemest. 

Slide 9 - Tekstslide

Steeds meer handel
  • Verbeteringen in de landbouw leveren meer oogst op.

  • Overschotten worden verkocht of geruild op markten.

  • Indirect gevolg: uitbreiding van de nijverheid. Door de bevolkingsgroei gaan boeren andere werken doen. 
  • Geld wordt steeds meer gebruikt als (handig) ruilmiddel.

  • Handelaren komen daardoor in verschillende landen en nemen andere producten (wijn of zijde) mee.

Slide 10 - Tekstslide

Steden ontstaan
  • Handelaren komen vaak op dezelfde plek: om te overwinteren en hun spullen op te slaan.

  • Deze plekken liggen op een goede plek: kruispunten van wegen en/of rivieren, meestal in de buurt van een kasteel of klooster.

  • Op deze plekken waren vaak al jaarmarkten.

  • Langzaam ontstaan hieruit nederzettingen, die uitgroeien tot steden.

Slide 11 - Tekstslide

's Hertogenbosch
Handelaren moesten in Brabant tol betalen (belasting voor het gebruik van wegen, rivieren en bruggen).

De stad bloeide weer. 

Verstedelijking (het onstaan en groei van steden), vooral in Noord-Italië, Vlaanderen en Holland).

Slide 12 - Tekstslide

Teruggekeerde geldeconomie
Hoe?
  • Vraag en aanbod (boeren verkochten bijv. groenten en kochten producten van de nijverheid).
  • Handelaren maakten winst.
Maar...
  • Iedere stad heeft eigen munt...
  • Gevolg: specialisatie in geldwissel --> ontstaan van banken
  • Nieuwe betaalsystemen: wisselbrief

Slide 13 - Tekstslide

Opdrachten maken en bespreken
Werkboek, opdrachten 1d, 1e, 1f, 2 en 3 op blz 147
Zelfstandig en in stilte

15 minuten, daarna bespreken
Eerder klaar? Maak de puzzel van par. 6.1 op blz. 164
timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Vorige les...
  • Vanaf de 11e eeuw ontstond er in Europa weer een landbouwstedelijke samenleving. 
  • De bevolking groeide. Een deel ervan ging werken in de handel of nijverheid. 
  • In de groeiende steden kwamen vraag en aanbod samen op de markt waar mensen steeds meer geld gebruikten. 
  • Ontstaan van bankiers. 

Slide 15 - Tekstslide


Werken in een gilde
  • Omdat de oogst groter wordt, hoeft niet iedereen meer boer te zijn: er ontstaan andere beroepen: ambachten
  • Mensen met hetzelfde ambacht zitten in een gilde.
  • Het gilde controleerde ook de kwaliteit van de producten en stelde de verkoopprijs vast.
  • Bij ziekte en overlijden kreeg het gezin hulp van het gilde.
De meeste gilden hadden een prachtig gildehuis. Hier werden, behalve vergaderingen, ook feesten gehouden. Heel het leven draaide om het gilde.
Voorbeelden van ambachten in een middeleeuwse stad:
- smid
- bakker
- timmerman
- meubelmaker
- brouwer
- kleermaker

Slide 16 - Tekstslide

Van leerling 
tot meester
  • Je mag alleen een eigen bedrijf hebben, als je lid van een gilde bent.

  • Hiervoor moet je eerst meester worden:
  1. Je begon al erg jong als leerling;
  2. Daarna werd je gezel;
  3. En pas als je meesterproef had gedaan kon je meester worden. Je was dan vaak al ver boven de 30 jaar!
Middeleeuwse ambachtslieden aan het werk.

Slide 17 - Tekstslide


De Hanze
  • De meeste steden hadden een plein, waarop markten werden gehouden.
  • De belangrijkste markt was de jaarmarkt, die een paar weken duurde.
  • Veel handelaren reisden van jaarmarkt naar jaarmarkt.

  • Een groep steden in Europa werkte samen om meer handel te krijgen. 
  • Ze noemden hun vereniging de Hanze.
Dit is een plattegrond van Deventer, een van de Hanze-steden.

Slide 18 - Tekstslide

Kaart waarop alle Hanze-steden te zien zijn. De steden van de Hanze lagen vooral in Duitsland. Hier in Nederland waren onder andere de IJsselsteden Kampen en Deventer lid van de Hanze. 

Handelaren van Hanzesteden hadden allerlei voordeeltjes als ze handelden in elkaars steden. Ze betaalden bijvoorbeeld minder tol en belasting. 

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen antwoorden
3. Op welke manier was de nijverheid georganiseerd?
4. Wat is de Hanze?

Slide 20 - Tekstslide

FILM

Slide 21 - Tekstslide