2.4 - 2.5 - 2.6

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Welkom

Paragraaf 2.4/2.5 Doorsnede en aanzichten blz. 78)

Lesdoelen

• Je weet wat een doorsnede is.
• Je kan de (verlengde) stelling van Pythagoras correct toepassen.
• Je kan een lichaamsdiagonaal berekenen. 
• Je kan verschillende aanzichten onderscheiden.

Doorsnede tekenen

Maak opdracht netjes in je schrift 

Een doorsnede van een balk:

Een zijde kan je

berekenen met 

de stelling van Pythagoras.

rhz
rhz
sz

Doorsnede tekenen

Een doorsnede van een balk:

Een zijde kan je

berekenen met 

de stelling van Pythagoras.

rhz	AB	6²
rhz	AE	4² +
sz	BE	52

BE=√​52​​​=7,2cm

ofBE=√​6​2​​+4​2​​​​​=7,2cm

Hoe lang is EQ?

Lijn EQ is de schuine zijde van driehoek EFQ.

rhz	EF	10 2
rhz	FQ	8 2
sz	EQ	164

EQ is 

√​164​​​=12,8

Lichaamsdiagonaal

De lengte van een lichaamsdiagonaal bereken je met de verlengde stelling van Pythagoras.

Wat is de lengte van AG?
Welke drie ribben vormen 

de weg van A naar G?
AB - BC - CG (of andere weg)

Gebruik de verlengde stelling van Pythagoras.

rhz	AB	6²
rhz	BC	3²
rhz	CG	5² +
sz	AG	70

AG

=√​70​​​=8,4cm

Hoe lang is
lichaamsdiagonaal BH?

rhz	AB	8²
rhz	AE	4²
rhz	EH	6² +
sz	BH	116

BH=√​116​​​=10,8cm

Aan de slag

Maken:

 2.4: Opgave 44/45/46/48/50/54 + L6/L7 (blz. 78)

Klaar? Lees de theorie van 2.5 (aanzichten)

Lesdoelen behaald?

• Je weet wat een doorsnede is.
• Je kan de (verlengde) stelling van Pythagoras correct toepassen.
• Je kan een lichaamsdiagonaal berekenen. 
• Je kan verschillende aanzichten onderscheiden.

2.5 Aanzichten

Let bij het tekenen van aanzichten goed op links en rechts.

Neem de hoogste stapel, niet de voorste

Vooraanzicht, van links naar rechts

3 - 4 - 3

Aanzichten

Let bij het tekenen van aanzichten goed op links en rechts.

Neem de hoogste stapel, niet de voorste

Rechter zijaanzicht, van links naar rechts

1 - 3 - 4

Lesdoelen

• Je weet wat een doorsnede is.
• Je kan de (verlengde) stelling van Pythagoras correct toepassen.
• Je kan een lichaamsdiagonaal berekenen. 
• Je kan verschillende aanzichten onderscheiden.

2.6 Hoeken

Regels:

1. een rechte hoek is 90°

2. een gestrekte hoek is 180°

3. een volle hoek is 360°

4. de hoeken van een driehoek zijn samen 180°

5. de hoeken van een vierhoek zijn samen 360°

Hoeken berekenen

Bij een gelijkbenige driehoek 

zijn de basishoeken gelijk.

                     A = B

                                                Bij een gelijkzijdige driehoek

                                                zijn alle hoeken gelijk.

                                                A = B = C = 60°

Driehoek ABC is
een gelijkbenige driehoek.
Hoe groot is hoek P2?

1. 65°
2. 90°
3. 105°
4. 115°

Hoek A = hoek B (gelijkbenige driehoek)

Hoek A + hoek B zijn samen 180 - 50 = 130°

Hoek A = 130 : 2 = 65°

Hoek A + B₂ + P₂ = 180° (driehoekensom)

Hoek P₂ = 180 - 25 - 65 = 90°

 Maak nu opdracht 66 t/m 72

Klaar? Nakijken en verbeteren

Lijndiagram

Beelddiagram

Staafdiagram

Cirkeldiagram

Turftabel

Steelbladdiagram