Grammar nr 13 Vragen met have (got) - hebben (TB blz. 77)
We hebben in hoofdstuk 1 geleerd dat je bij have/has het woordje got mocht weglaten.
Dus: They have got a big garden.
of: They have a big garden.
Als je hiervan vragen gaat maken, zijn er 2 manieren:
regel: als got in de zin staat, zet je have/has voorop
als er geen got in de zin staat, zet je do/does voorop
Dus: He has got a bike. ------> Has he got a bike?
He has a bike. -------> Does he have a bike?