4.1 De bouw en functie van DNA

PTO
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

PTO

Slide 1 - Tekstslide

DNA
4.1 De bouw en functie van DNA

Slide 2 - Tekstslide

Lesprogramma
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Vragen
  • Nabespreken
  • Huiswerk
Leerdoel:
- Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven.

Slide 4 - Tekstslide

DNA
Celkern
Cel
Chromosoom

Slide 5 - Sleepvraag

DNA bevat ...
A
informatie voor de eigenschappen die je ziet
B
chromosomen
C
het genoom
D
informatie voor de erfelijke eigenschappen

Slide 6 - Quizvraag

DNA is opgebouwd uit ...
A
stikstofbasen
B
stikstofbasen en een fosfaatgroep
C
stikstofbasen, een fosfaatgroep en desoxyribose
D
stikstofbasen en desoxyribose

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het genoom?

Slide 8 - Open vraag

Het genoom
Het geheel aan erfelijke informatie in een cel van organismen. 
  • kern DNA 
  • mitochondriaal DNA 
  • chloroplasten DNA

Prokaryoten: circulair DNA los in cytoplasma, soms ook plasmiden

Slide 9 - Tekstslide

DNA

Slide 10 - Tekstslide

Eén van de ketens in het DNA-molecuul heeft de volgende structuur:
C - T- G- A- T- A- C (keten 1)
Hoe ziet het volledige DNA-molecuul eruit? Geef de complementaire keten (dit is keten 2).

Slide 11 - Open vraag

Wat is de juiste volgorde van groot naar klein?
A
chromosoom , gen, nucleotide, base
B
chromosoom, gen, base, nucleotide
C
gen, chromosoom, nucleotide, base
D
gen, chromosoom, base, nucleotide

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

enkelstrengs DNA
ssDNA
dubbelstrengs DNA
dsDNA

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wat betekent het begrip 'sequentie'
A
de volgorde van nucleotiden
B
de volgorde van nucleosomen
C
de volgorde van stikstofbasen
D
de volgorde van genen

Slide 18 - Quizvraag

DNA-stikstofbasen
DNA-sequentie: 
  • de volgorde waarin de nucleotiden zijn gerangschikt
  • de volgorde bepaalt welk aminozuur en dus eiwit gevormd worden

Allel:  
  • variatie in de DNA-sequentie van een gen


Slide 19 - Tekstslide

Hoeveel procent van ons DNA bestaat uit genen?
A
0-5%
B
10-50%
C
5-10%
D
50-80%

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Niet coderend-DNA heeft
A
geen functie
B
een regulerende functie
C
verslaving tot gevolg
D
een coderende functie

Slide 22 - Quizvraag

Niet-coderend DNA
  • Op ons DNA liggen 30.000 genen, met vaste plaats (locus)
  • 1,5% van je DNA bestaat maar uit genen.
  • 98,5% (rest) is niet coderend-DNA (=vroeger junk-DNA). Deze hebben een regulerende functie bij eiwitsynthese

Slide 23 - Tekstslide

Tussen welke basenparen bevindt zich de sterkste binding? Waarom?

Slide 24 - Open vraag

Adenine kan alleen binden met de stikstofbase Thymine en Cytosine alleen met Guanine. Wat is hier het voordeel van?
A
DNA sequentie verandert niet snel
B
Je hebt maar een klein aantal nucleïnezuren nodig
C
De waterstofbruggen verbreken snel
D
DNA replicatie gaat razendsnel

Slide 25 - Quizvraag

Kies de juiste woorden.

Het grootste deel van het DNA bestaat uit...... DNA. De functie hiervan is .......
A
coderend , eiwitsynthese
B
niet coderend , eiwitsynthese
C
coderend, reguleren van de eiwitsynthese
D
niet coderend, reguleren van eiwitsynthese

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Nabespreken
Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven.

Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk
Scan blz. 66 t/m 71.

Maken + nakijken opdr. 1 t/m 5.

Slide 29 - Tekstslide