2.2 De groei en opbouw van steden

Arm en rijk
Paragraaf 1.1

Paragraaf 2.2
De groei en opbouw van steden
Steden
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Arm en rijk
Paragraaf 1.1

Paragraaf 2.2
De groei en opbouw van steden
Steden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Vervolg/herhaling par. 2.1
  • Leerdoelen par. 2.2
  • Uitleg paragraaf 2.2 

  • Aan de slag!
  • Afronding: enquête
Deze les:

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Urbanisatie: de groei van steden door het verhuizen van   platteland naar stad en bevolkingsgroei (= verstedelijking) 
  • Verstedelijkingsgraad: het percentage mensen van een land   dat in de stad woont
  • Verstedelijkingstempo: het percentage waarmee de   verstedelijkingsgraad jaarlijks toeneemt


Definities van begrippen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Honderd jaar geleden woonde 13 procent van de wereldbevolking in steden. Nu meer dan 50 procent. Het percentage mensen van een land dat in de stad woont noem je de verstedelijkingsgraad. In bron 5 zie je dat de rijke landen een hoge verstedelijkingsgraad hebben, zo’n 80 procent.
Wat is een stedelijk netwerk?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Meerdere grote steden in een 
land die goed met elkaar 
verbonden zijn door wegen 
en spoorlijnen.
Stedelijk netwerk

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke steden hebben een ligging in een vlak gebied
Herhaling par. 2.1

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een primate city?
Herhaling par. 2.1

Slide 8 - Tekstslide

Een primate city (Engels voor voornaamste stad) is een stad die qua inwoneraantal en economische, politieke en culturele significantie veel groter is dan alle andere steden in het land of de regio.
  • Je weet wat het verschil is in groei van steden in rijke en arme landen.
  • Je begrijpt wat de oorzaak is van het verschil in inrichting van steden in rijke en arme landen.
  • Je kunt de plattegrond van een stad in een rijk en in een arm land tekenen.
Leerdoelen par. 2

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De steden in rijke landen zijn gegroeid vanaf de 
Industriële Revolutie (1750-1900)
  • Rond het centrum kwamen fabrieken 
  • Mensen trokken naar de stad voor werk en een beter leven 

De groei van steden

Slide 10 - Tekstslide

Hoe heet de trek van mensen van het platteland naar de stad?

Was er in deze periode sprake van een hoog of laag verstedelijkingstempo in rijke landen?
De Industriële Revolutie was het 
moment waarop steden in rijke 
landen het hardst zijn gegroeid
  • Rijke landen zijn verstedelijkt

Vanaf 1960 nam de welvaart toe
  • Gezinnen zochten ruimte
  • Suburbanisatie 


De groei van steden

Slide 11 - Tekstslide

Hoe zit het tegenwoordig met het verstedelijkingstempo?

Slide 12 - Video

Suburbanisatie: verstedelijking van het platteland rond de centrale stad
In ontwikkelingslanden is het andersom:
  • De verstedelijkingsgraad is nog niet zo hoog (40-50%)
  • Het verstedelijkingstempo ligt hier veel hoger



Groei van steden

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In opkomende landen waar 
steden snel groeien, ontstaan 
ongeplande krottenwijken.

Wat voor een stad is Kolkata?

 
Groei van steden
Megastad
Wereldstad
Hoofdstad

Slide 14 - Tekstslide

Kolkata heeft een geschat inwoneraantal tussen de 14-20 miljoen inwoners
De rijke, ontwikkelde landen zijn inmiddels verstedelijkt. Zij hebben een lage/hoge verstedelijkingsgraad.
A
lage
B
hoge

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In ontwikkelingslanden is de urbanisatie nog volop aan de gang. Ze hebben een laag/hoog verstedelijkingstempo
A
laag
B
hoog

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Lezen: par. 2.2 De groei en opbouw van steden
  • Maken: par 2.2 Opdracht 1 t/m 5 
Aan de slag!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk onderdeel vind je nog lastig van paragraaf 2.1 / 2.2?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Link

Deze slide heeft geen instructies