klas 2 hv ondw. leven in de grote stad en spreiding van steden

Hoofdstuk 3: Steden
7 Nederland: land zonder een echt grote stad
§2.2 Spreiding van steden
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
aardrijkskundeVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3: Steden
7 Nederland: land zonder een echt grote stad
§2.2 Spreiding van steden

Slide 1 - Tekstslide

Planning
even voorstellen
leerdoelen
spreiding van steden
opdrachten
huiswerk bespreken
evalueren
huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Eerst even voorstellen.
Wat willen jullie van mij weten?

Slide 3 - Open vraag

Leerdoelen
  • Je kent de factoren die de ligging van steden beïnvloeden.

  • Je begrijpt het verschil in verstedelijkingstempo tussen rijke en arme landen.

  • Je kunt het verband tussen verstedelijkingsgraad, verstedelijkingstempo en welvaart uitleggen.



Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn kenmerken van een stad?

Slide 5 - Woordweb

Spreiding steden verklaren (1)
Kenmerken van het gebied (absolute ligging)
  • vlakke vruchtbare gebieden
  • kruispunten handelswegen
  • vindplaats grondstoffen

Slide 6 - Tekstslide

Spreiding steden verklaren (2)
Kenmerken t.o.v. andere plaatsen (relatieve ligging), zoals:
  • midden in het land, of juist aan de kust
  • goede verbindingen met andere steden
  • Brussel 'spin in het web'

Slide 7 - Tekstslide

Spreiding steden verklaren (3)
  • Steden door koloniale verleden liggen meestal aan de kust
  • Rol steden aan de kust? Exporthaven naar moederhaven
  • Later trokken mensen van het platteland naar deze steden waardoor sommige steden uitgroeiden tot megasteden

Slide 8 - Tekstslide

verstedelijkingstempo

Slide 9 - Open vraag

Wat is verstedelijkingsgraad

Slide 10 - Open vraag

Hoe verandert het stedelijk patroon?

verstedelijkingsgraad: Percentage van de bevolking dat in de steden woont.

verstedelijkingstempo: Percentage waarmee de verstedelijkingsgraad toeneemt.

verstedelijking/urbanisatie: Proces waarbij mensen van het platteland naar de stad trekken.

Vestigingsoverschot: Het positieve verschil tussen het aantal mensen dat verstrekt en 

Slide 11 - Tekstslide

In centrumlanden is dit proces over zijn hoogtepunt
A
verstedelijkingsgraad
B
verstedelijkingstempo
C
verstedelijking

Slide 12 - Quizvraag

In Afrika is dit getal nog tamelijk laag
A
Verstedelijkingsgraad
B
Verstedelijkingstempo
C
Verstedelijking

Slide 13 - Quizvraag

Vier procent per jaar is in Aziatische landen heel gewoon
A
verstedelijkingsgraad
B
Verstedelijkingstempo
C
Verstedelijking

Slide 14 - Quizvraag

huiswerk volgende week
lezen paragraaf 2.3 - 
maken opdrachten: 
§2.2 - 1 , 2, 5, 6, 7


Slide 15 - Tekstslide

Herhaling
Je kent de factoren die de ligging van steden beïnvloeden.

Je begrijpt het verschil in verstedelijkingstempo tussen rijke en arme landen.

Je kunt het verband tussen verstedelijkingsgraad, verstedelijkingstempo en welvaart uitleggen.

Slide 16 - Tekstslide

Heb je de leerdoelen behaald?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag