Thema 5 BS 5 Gedrag

Thema 5 Waarneming, gedrag en regeling
Thema 5 - waarneming, gedrag en regeling
Mw. de Koning
1VWO 19/20
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema 5 Waarneming, gedrag en regeling
Thema 5 - waarneming, gedrag en regeling
Mw. de Koning
1VWO 19/20

Slide 1 - Tekstslide

Vragen over huiswerk BS 4?

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel zenuwcellen zitten er tussen je tastzintuigen onder je voet en je ruggenmerg?
A
1
B
2
C
4
D
ontelbaar

Slide 3 - Quizvraag

BS 5 Gedrag

Slide 4 - Tekstslide

Wat is gedrag?
Alle handelingen die een organisme uitvoert (of juist niet uitvoert).

Slide 5 - Tekstslide

Nut van gedrag

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het nut van....
Bidsprinkhaan eet mannetje op na paring
Apen vlooien elkaar
Gevecht tussen edelherten
Leeuwenwelpen (of kinderen) spelen met elkaar

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 8 - Tekstslide

Gedrag
Gedrag bestaat uit handelingen.
Deze handelingen volgen elkaar vaak op dezelfde manier op in een gedragsketen.


Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?

Slide 10 - Tekstslide

Prikkels en gedrag
Gedrag volgt altijd op een prikkel.
Dit kan een inwendige prikkel zijn of een uitwendige prikkel (zintuigen - BS 1 t/m 3)
  • inwendige prikkel: honger, hormonen,dorst
  • uitwendige prikkel: geluid, geur (dus iets wat je met je zintuigen waarneemt)

Slide 11 - Tekstslide

Prikkels en gedrag
Er moet voldoende motivatie zijn om bepaald gedrag te vertonen. 
De motivatie is de optelling van de inwendige en uitwendige prikkels.

Slide 12 - Tekstslide

Aangeboren en aangeleerd

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 14 - Tekstslide

Het drukken op het belletje is....
A
aangeboren
B
aangeleerd

Slide 15 - Quizvraag

Voedsel doorslikken is
A
aangeboren
B
aangeleerd

Slide 16 - Quizvraag

Sociaal gedrag
Veel dieren leven in groepen bij elkaar. Om dit goed te laten verlopen is sociaal gedrag nodig.
Bij sociaal gedrag reageer je ook op prikkels: signalen.
Bijvoorbeeld: zwaaien, boos kijken, schreeuwen, stand van de oren, geuren.

Slide 17 - Tekstslide

Gedrag van mensen
Mensen kennen veel sociaal gedrag.
Dit is vaak gebaseerd op waarden: dingen die we als groepn belangrijk vinden (bijvoorbeeld eerlijkheid, vrijheid, rechtvaardigheid).
Normen zijn gedragsregels om die waarden te beschermen (bijvoorbeeld "je mag niet stelen", "je mag niet liegen")

Slide 18 - Tekstslide

Gedrag van mensen
Ook dieren die dicht bij ons staan laten soms gedrag zien wat gebaseerd lijkt op normen en waarden.
In het volgende filmpje krijgt de linkeraap steeds een stukje komkommer als hij het steentje teruggeeft. De rechteraap krijgt een druif (veel lekkerder!).
Kijk wat de aap doet.

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 20 - Tekstslide

Welke waarde vind de aap kennelijk belangrijk?

Slide 21 - Open vraag

Observatie/ interpretatie
Er kan verschil zitten tussen wat je aan gedrag ziet (ruikt, hoort) en wat je denkt dat het betekent.


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Wat zie je voor gedrag?

Slide 24 - Open vraag

Observatie
Interpretatie
De hond laat zijn tanden zien
De hond is boos
De hond wil me bang maken

Slide 25 - Sleepvraag

Begrippen BS 5
Handelingen
Gedragsketen
Respons
Inwendige prikkel
Uitwendige prikkel
Motivatie
Aangeboren gedrag
Aangeleerd gedrag
Sociaal gedrag

Signaal
Waarden
Normen



Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk
Maak de opdrachten van BS 5 in de online methode. 

Slide 27 - Tekstslide