havo 2 De Brug Spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom!

De Brug - Spelling

herhalen theorie

maken opdrachten

Nieuw Nederlands, digitaal, versie h/v 6e editie!!

Weet je het nog?

Wanneer zet je een komma?

1. Je zet een komma tussen een naam en een uitroep.
2. Je zet een komma na een opsomming.
3. Je zet een komma na verbindingswoorden als doordat, maar, nadat, omdat, terwijl, want...
4. Je zet een komma tussen twee persoonsvormen

Antwoord

Je zet een komma:

• tussen twee persoonsvormen: Als jij de jassen haalt, ga ik betalen.
• tussen de delen van een opsomming (maar niet voor en): Mulan spreekt Nederlands, Frans, Engels en Duits.
• tussen een naam of een uitroep en de rest van de zin: Heb jij je huiswerk al af, Yaniek? Stop eens, ik heb een lekke band!
• voor verbindindingswoorden als doordat, maar, nadat, omdat, terwijl, want, voordat, zodat, zodra.

Zet in het algemeen geen komma voor en en of.

Antwoord

Je zet een komma:

• tussen twee persoonsvormen: Als jij de jassen haalt, ga ik betalen.
• tussen de delen van een opsomming (maar niet voor en): Mulan spreekt Nederlands, Frans, Engels en Duits.
• tussen een naam of een uitroep en de rest van de zin: Heb jij je huiswerk al af, Yaniek? Stop eens, ik heb een lekke band!
• voor verbindindingswoorden als doordat, maar, nadat, omdat, terwijl, want, voordat, zodat, zodra.

Zet in het algemeen geen komma voor en en of.

hoofdletters en leestekens

Je schrijft een hoofdletter:

Zo gebruik je leestekens:

Je gebruikt aanhalingstekens...

boek blz. 266 

Schrijf de verkleinwoorden op van de volgende woorden:
buggy, colbert, tang, wandelpad

verkleinwoorden

boek blz. 267

Schrijf het meervoud op van:
klok, woord, duif, hobby, tv, bezem

meervoud

boek blz. 267 en 268

bijvoeglijk naamwoord

neem de theorie door op blz. 268

Je gaat zelf aan de slag:

Digitaal, Nieuw Nederlands, 6e editie, h/v versie, leerjaar 2, De Brug, Spelling.

Let op: we werken vanaf nu ook digitaal met de h/v-versie!!

Ben je klaar?

Zorg dat je  het gemaakte werk goed opslaat zodat de docent kan zien dat je het gemaakt hebt.

Al weer klaar? Top!

Lees in je leesboek of bekijk de theorie van formuleren in je leerboek blz. 262 t/m 265. 

Hoe ging het zelfstandig werken?

Wat ging goed?

Kan er de volgende keer iets beter?

Wat gaan we het volgende uur doen?

Verder met spelling werkwoorden