Doelgroepen - Faalangst

Check.. 
- Les van Selami
- Voedingstoornissen 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
DoelgroepenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Check.. 
- Les van Selami
- Voedingstoornissen 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je als eerst aan bij Faalangst?

Slide 3 - Woordweb

Faalangst
Faalangst is angst om te falen, een vorm van angst als je moet presteren.

Er is ook angst vooraf de prestatie: ‘Het zal wel niet gaan lukken, ik krijg vast een black-out”.

 Faalangst blijkt vaker bij meisjes voor te komen dan bij jongens.

Slide 4 - Tekstslide

Faalangst
Het kind is bang dat ondanks een goede voorbereiding er een mislukking volgt. 

Heeft te maken met alle emoties die een kind heeft

Slide 5 - Tekstslide

Welke basis emoties ken je?

Slide 6 - Open vraag

Basis emoties
Vreugde
Verbazing
Walging
Verdriet
Woede
Angst

Slide 7 - Tekstslide

Faalangst wordt aangepraat door anderen
Eens
Oneens

Slide 8 - Poll

`Je hebt het in je vingers, het zit helemaal in je hoofd, maar het komt er niet uit. Je presteert onder je kunnen’.

Slide 9 - Tekstslide

3

Slide 10 - Video

00:32
Noem nog een moment dat kinderen last kunnen hebben van faalangst

Slide 11 - Open vraag

00:53
Wat is 'vermijdingsgedrag'
A
Je loopt dan weg voor moeilijke situaties
B
Je moet dan huilen tijdens moeilijke situaties
C
Je hebt geen moeite met moeilijke situaties
D
Je durft alleen moeilijke situaties aan samen met een maatje

Slide 12 - Quizvraag

01:18
Welke tip zou jij geven aan iemand met faalangst?

Slide 13 - Open vraag

Actieve faalangst

Hard werkend en streeft naar een zo goed mogelijk resultaat. Hierdoor komt het kind vaak niet aan ontspanning of sport toe. Ze kan geen afstand van de opdracht nemen.

Het idee dat haar inspanning geen invloed heeft op het resultaat. Hoe meer je je inspant, hoe groter de teleurstelling. Hierdoor heeft het kind het gevoel dat ze haar tijd beter in andere dingen kan steken.


Passieve faalangst

Het idee dat haar inspanning geen invloed heeft op het resultaat. Hoe meer je je inspant, hoe groter de teleurstelling. Hierdoor heeft het kind het gevoel dat ze haar tijd beter in andere dingen kan steken.

Slide 14 - Tekstslide

Cognitieve faalangst

Deze kinderen vinden het lastig om te laten zien wat zij aan kennis hebben geleerd. Dit uit zich met name bij het maken van toetsen. `Als ik maar weer geen onvoldoende haal`.

Sociale faalangst

Angst voor andere mensen en contact maken. Je ziet dit vaak bij het doen van een spreekbeurt, boodschappen, telefoongesprek of een vraag stellen in de klas. `Dan word ik helemaal rood!`

Slide 15 - Tekstslide

Motorische faalangst
Dit heeft te maken met de motoriek van het lichaam. Je staat stijf van angst. Dit uit zich vaak in de gymles.
`Ik kan dit niet!` Of met het autorijexamen; je weet soms niet meer wat links is en wat rechts is.

Slide 16 - Tekstslide

Welke lichamelijke klachten denk je dat een kind kan krijgen door faalangst?

Slide 17 - Woordweb

Lichamelijke klachten



vaak plassen
misselijk
snel blozen
rode vlekken in de nek
maag en darmklachten
droge mond
geen eetlust
black out
stotteren




kortademigheid
opvallen zenuwachtig gedrag
trillen
Buikpijn / hoofdpijn
duizeligheid
onvaste stem
slecht slapen
midden in de nacht wakker worden
té vroeg wakker worden
hartkloppingen


Slide 18 - Tekstslide

Geestelijke klachten



veel piekeren
negatief denken
perfectionistisch
gesloten
kunnen slecht tegen kritiek
kunnen moeilijk complimenten ontvangen
zijn niet assertief
durven geen - nee-  te zeggen
durven niets te vragen





hechten teveel waarde aan de mening van een ander
als iets lukt dan wijt men dit aan externe factoren
lukt iets niet dan wijt men dit aan zichzelf
ze komen niet voor zichzelf op            
verdedigende reactie bij fouten   
vaak bevestiging vragen
gebrek aan concentratie                 
overconcentratie (black out)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Welke tip past het beste bij kinderen?
1. Train jezelf kalm
2. Schrijf het van je af
3. Verander je doel
4. Mediteer het weg
5. Verander je gedachten

Slide 21 - Poll

Wat helpt?
Ontspanningsoefeningen
Er over praten
De faalangst accepteren
Leren fouten durven maken
Cursus omgaan met faalangst

Slide 22 - Tekstslide

Sociaal werker
Complimenten geven
Positieve feedback
Aanmoedigen
Motiveren
Richten op kwaliteiten en talenten

Slide 23 - Tekstslide