Spelling Les 40: Onregelmatige werkwoorden

Lesdoel
- Ik kan onregelmatige werkwoorden correct spellen.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lesdoel
- Ik kan onregelmatige werkwoorden correct spellen.

Slide 1 - Tekstslide

Regels persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)

Je hebt geleerd dat er drie manieren zijn om de pvtt te spellen:
- ik-vorm (ik.... en .....jij/je) - ik loop, loop jij?
- ik-vorm+t (jij, hij, zij, het) - jij loopt, hij loopt
- hele werkwoord (wij, jullie, zij) - wij lopen
Bij onregelmatige werkwoorden gelden deze regels niet.

Slide 2 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden
De persoonsvormen (tt en vt) van onregelmatige werkwoorden schrijf je niet volgens vaste regels. Ook het voltooid deelwoord is vaak anders.
De vormen van deze werkwoorden moet je uit je hoofd leren.

Slide 3 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden
Bijvoorbeeld:       zijn
    ik                           ben                            was  
    jij                           bent                          was
    hij/zij/het          is                                 was
    wij/jullie/zij      zijn                             waren
   
ik ben                 geweest

Slide 4 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden
Bijvoorbeeld:       kunnen
    ik                           kan                            kon
    jij                           kan / kunt               kon
    hij/zij/het          kan                             kon
    wij/jullie/zij      kunnen                     konden
   
 ik heb                 gekund

Slide 5 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden
Andere onregelmatige werkwoorden zijn bijvoorbeeld:
- hebben - ik heb, jij hebt, hij/zij heeft, wij hebben
- mogen - ik mag, jij mag, hij/zij mag, wij mogen
- willen - ik wil, jij wilt, hij/zij wil, wij willen
- zullen - ik zal, jij zult, (maar: zul jij), hij/zij zal, wij zullen

Wie weet de verleden tijd van deze onregelmatige werkwoorden?

Slide 6 - Tekstslide

Oefening
Vul op de volgende pagina's steeds de juiste vorm van het onregelmatige werkwoord in.

Slide 7 - Tekstslide

Julia (mogen) gisteren in de klas vertellen over haar vakantie.

Slide 8 - Open vraag

Je (zullen) wel moe zijn na zo'n intensief weekend.

Slide 9 - Open vraag

De docent veronderstelt dat iedereen het huiswerk gemaakt (hebben).

Slide 10 - Open vraag

Hij (willen) dat vandaag geregeld hebben.

Slide 11 - Open vraag

(zijn) jij niet verbaasd over die prestatie?

Slide 12 - Open vraag

Roy en Max (willen) gisteren naar de bioscoop gaan.

Slide 13 - Open vraag

De coach (zijn) afgelopen zaterdag tevreden over de wedstrijd.

Slide 14 - Open vraag

(zullen) jij dat misschien voor mij willen doen?

Slide 15 - Open vraag

Ik kan onregelmatige werkwoorden
correct spellen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Aan de slag!
Paragraaf 13 - Onregelmatige werkwoorden
Bekijk goed de theorie en het schema op bladzijde 248
Maak daarna opdracht 1 t/m 5

Slide 17 - Tekstslide