Spelling Les 40: Onregelmatige werkwoorden

Welkom 1C!
Pak je leesboek er vast bij.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom 1C!
Pak je leesboek er vast bij.

Slide 1 - Tekstslide

Deze les...
- Stil lezen
- Doelen doornemen
- Uitleg en oefening onregelmatige werkwoorden 
- MNV Les 40: Onregelmatige werkwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Stil lezen
Pak je boek
en geniet
van het verhaal.

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel
- Ik kan onregelmatige werkwoorden correct spellen.

Slide 4 - Tekstslide

Regels persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)

Je hebt geleerd dat er drie manieren zijn om de pvtt te spellen:
- ik-vorm (als 'ik' het ow is of 'je' / 'jij' achter de pv staat)
- ik-vorm+t (als het ow 'jij', 'zij', 'hij' of 'het' is)
- hele werkwoord (als het ow meervoud is)
Bij onregelmatige werkwoorden gelden deze regels niet.

Slide 5 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden
De persoonsvormen (tt en vt) van onregelmatige werkwoorden schrijf je niet volgens vaste regels. Ook het voltooid deelwoord is vaak anders.
De vormen van deze werkwoorden moet je uit je hoofd leren.

Slide 6 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden
Bijvoorbeeld:       zijn
    ik                           ben                            was  
    jij                           bent                          was
    hij/zij/het          is                                 was
    wij/jullie/zij      zijn                             waren
    ik ben                 geweest

Slide 7 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden
Bijvoorbeeld:       kunnen
    ik                           kan                            kon
    jij                           kan / kunt               kon
    hij/zij/het          kan                             kon
    wij/jullie/zij      kunnen                     konden
    ik heb                 gekund

Slide 8 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden
Andere onregelmatige werkwoorden zijn bijvoorbeeld:
- hebben
- mogen
- willen
- zullen

Slide 9 - Tekstslide

Oefening
Vul op de volgende pagina's steeds de juiste vorm van het onregelmatige werkwoord in.

Slide 10 - Tekstslide

Julia (mogen) gisteren in de klas vertellen over haar vakantie.

Slide 11 - Open vraag

Je (zullen) wel moe zijn na zo'n intensief weekend.

Slide 12 - Open vraag

De docent veronderstelt dat iedereen het huiswerk gemaakt (hebben).

Slide 13 - Open vraag

Hij (willen) dat vandaag geregeld hebben.

Slide 14 - Open vraag

(zijn) jij niet verbaasd over die prestatie?

Slide 15 - Open vraag

Roy en Max (willen) gisteren naar de bioscoop gaan.

Slide 16 - Open vraag

De coach (zijn) afgelopen zaterdag tevreden over de wedstrijd.

Slide 17 - Open vraag

(zullen) jij dat misschien voor mij willen doen?

Slide 18 - Open vraag

Ik kan onregelmatige werkwoorden
correct spellen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Aan de slag!
MNV Les 40: Onregelmatige werkwoorden
opdr. 1, 2, 4, 6 t/m 11.
Let goed op of je tegenwoordige of verleden tijd 
moet gebruiken!

Deze opdrachten zijn huiswerk voor di. 14 februari

Slide 20 - Tekstslide