Anfy leerjaar geslachtshormonen

Anfy leerjaar 3
Geslachtshormoen en voortplaning
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Anfy leerjaar 3
Geslachtshormoen en voortplaning

Slide 1 - Tekstslide

Primaire geslachtskenmerken
Vrouw: Vagina

Slide 2 - Tekstslide

Secundaire geslachtskenmerken (vrouw)
 groei baarmoeder, eierstokken
Borstklier ontwikkeling
Kleine schaamlippen
Lichaamsbeharing
Lichaamsvormen
Menstruatie
Verbreed bekken

Slide 3 - Tekstslide

Secundaire geslachtskenmerken man
Groei zaadballen en penis
Groei strottenhoofd
Lichaamsbeharing
Spierontwikkeling


Slide 4 - Tekstslide

Fysiologische verschillen man/vrouw

Verschil in de hoeveelheid bloed
HB gehalte
spierkracht
Congenitale bijnierhyperplasie

Slide 5 - Tekstslide

Welke inwendige geslachtsorganen ken je nog?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Baarmoeder (uterus)
ligt op de urineblaas
Baarmoederhals
Baarmoederhals > slijmprop > blokkade voor bacteriën
Vagina

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de functie van de baarmoeder (uterus)?
A
Belangrijk voor de ontwikkeling van de eicel
B
Belangrijk voor het opvangen van zaadcellen
C
De baarmoeder maakt oestrogeen & progesteron
D
De baarmoeder zorgt voor de ovulatie

Slide 9 - Quizvraag

De baarmoeder van het baarmoeder is bekleed met slijmvlies; welk antwoord en zijn juist
A
De binnenste laag dient voor de menstruatie
B
De binnenste laag dient voor de menstruatie
C
De binnenste laag dient voor de innesteling van de eicel
D
De buitenste laag dient voor de innesteling van de eice

Slide 10 - Quizvraag

Baarmoederslijmvlies
Proliferatie fase
Secretiefase
Menstruatiefase

Slide 11 - Tekstslide

Uterus
Buitenste laag > weeën
Binnenste laag >
Functionele laag: menstruatie laag
Basale laag: altijd aanwezig
baarmoederslijmvlies

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de Latijnse benaming voor de baarmoederhals?
A
Portio
B
Scrotum
C
Uterus
D
Cervix

Slide 13 - Quizvraag

Ovariumcysten
  •  Follikel cysten zijn of
  • Kwaadaardige cysten

Follikelcysten ontstaan waneer een graafse folikkel uitgroeit maar niet barst > blijft hormonen produceren

Slide 14 - Tekstslide

Tumoren in de uterus
Myoom: tumor v/h gladde spierweefsel
Poliepen: zwelling v/h slijmvlies
Cervix carcinoom: kwaadaardige tumor v/d baarmoederhals (HPV-virus)

Slide 15 - Tekstslide

Mannelijke geslachtsorgaan
Zaadballen
Bijballen
Zaadleiders
Zaadblaasjes
Prostaat
Penisf

Slide 16 - Tekstslide

Waar bevinden zich de zaadballen?
A
in de balzak (scrotum)
B
In de teelballen (testis)

Slide 17 - Quizvraag

Zaadballen (testis)
  • Teelbal
  • Iedere teelbal bevat zaadkanaaltjes 
  • In de wand van de kanaaltjes bevinden zich kiemcellen > zaadcellen
  • Vormen testosteron
  • Per dag 100 miljoen zaadcellen
  • 32-34 graden

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Testosteron
Wordt gemaakt door cellen tussen de zaadkanaaltjes.
Functie testosteron?
Stimuleert de ontwikkeling van de secundaire geslachtskenmerken
Doping: zorgt voor algemene opbouwende (anabole) werking) bijvoorbeeld voor de opbouw van eiwitten 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

De zaadleider verbindt de .............. met de .................?
A
De prostaat en de bijbal
B
De teelbal en de prostaat
C
De prostaat met de urineblaas
D
De bijbal met de zaadblaasjes

Slide 22 - Quizvraag

Hoe lang leven zaadcellen (sperma) nadat er zaadlozing (ejaculatie) heeft plaatsgevonden?
A
68 uur
B
24 uur
C
72 uur
D
48 uur

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een gunstige temperatuur voor zaadcellen?
A
26-28 graden celcius
B
29-31 graden celcius
C
32-34 graden celcius
D
35-37 graden celcius

Slide 24 - Quizvraag

Zaadballen
De vorming van de zaadcellen vindt plaats onder invloed van het hormoon fsh uit de hypofysevoorkwab
Daarom bevinden de zaadballen zich buiten het lichaam, anders zijn ze te warm
Het mannelijk geslachtshormoon testosteron wordt geproduceerd door cellen die zich bevinden tussen de zaadkanaaltjes: de cellen van Leydig.
Deze cellen worden op hun beurt gestimuleerd door het hormoon lh uit de hypofysevoorkwab.

Slide 25 - Tekstslide

Bijballen
Zaadleiders:
50 cm lang, dik en gespierd
Zaadcellen worden vanuit bijbal naar urinebuis(urethra) via de zaadblaasjes vervoerd.
Zaadblaasjes:
-Monden uit in zaadleider
-Produceren alkalische (basische) zaadvloeistof
-Dient om het zure milieu in de vagina te neutraliseren op het moment dat de zaadcellen passeren

Slide 26 - Tekstslide

Wat is de functie van de prostaat?

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

Penis
Enerzijds zorgt de penis voor de urinelozing (mictie)
Seksuele prikkelingen bloedtoevoer versterkt
Afvoerende bloedvaten worden dichtgedrukt
Urinelozing geslachtscellen deponeren

Slide 29 - Tekstslide