In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
In deze les leer je:
- over de internationale concurrentiepositie;
- welke protectiemaatregelingen er zijn;
- dat internationale arbeidsverdeling ontstaat door vrijhandel.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Internationale concurrentiepositie
= in hoeverre is een land in staat om betere en/of goedkopere producten te produceren dan andere landen.
Een wisselkoersdaling van de € verbetert de internationale concurrentiepositie van de eurozone (zie ook par. 8.2).
Slide 3 - Tekstslide
Wanneer heb je een goede concurrentiepositie als land?
Goede kwaliteit goederen/diensten leveren
Goed onderwijs
Goede infrastructuur
Investeren in innovaties
Lage lonen
Slide 4 - Tekstslide
Opdracht
Je ziet hieronder drie tussenstappen. Zet ze in een zodanige volgorde dat ze de gedachtegang van de minister juist weergeven.
1. verslechtering internationale concurrentiepositie 2. hogere bedrijfskosten 3. hogere verkoopprijzen
hogere lonen
minder export Nederlandse bedrijven
1
2
3
Slide 5 - Sleepvraag
VRIJHANDEL
(globalisering)
Gevolg: internationale arbeidsverdeling
= productie vindt plaats in
het land waar dit het goedkoopste / beste kan.
PROTECTIONISME
(handelsbelemmeringen)
invoerrechten
contingentering
exportsubsidie
Invoerverbod
Doel: eigen bedrijfsleven beschermen t.o.v. concurrentie buitenland.
Slide 6 - Tekstslide
1. Invoerrechten
= douanerechten = importheffingen
= extra belasting op ingevoerde producten
Invoerrechten zijn in alle lidstaten van de EU gelijk (= gemeenschappelijk buitentarief).
Slide 7 - Tekstslide
2. Contingentering
= importquota
(een maximum stellen aan het aantal producten dat mag worden ingevoerd)
Slide 8 - Tekstslide
3. Exportsubsidie
= extra geld van de overheid (EU) aan
exporterende bedrijven
Slide 9 - Tekstslide
4. Invoerverbod
= het product mag niet worden ingevoerd
Slide 10 - Tekstslide
Als de EU invoerrechten heft op producten uit de VS, dan worden deze producten duurder/goedkoper voor consumenten in Europa/de VS, zodat wij meer/minder van dit soort producten uit de VS importeren.
Kies de juiste 3 woorden
Slide 11 - Open vraag
Als Nederlandse bedrijven exportsubsidies betalen/ontvangen, worden hun producten duurder/goedkoper voor buitenlandse afnemers, zodat die meer/minder Nederlandse producten kopen.