3E H2 2, 4, 6 nov woordjes gezondheid en gesprek voeren, luisteropdr

2. November
Lernziele:
verschil Schmerzen en Wehtun 
vragen wat er aan de hand/ gebeurd is
klein gesprek voeren

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2. November
Lernziele:
verschil Schmerzen en Wehtun 
vragen wat er aan de hand/ gebeurd is
klein gesprek voeren

Slide 1 - Tekstslide

Zu tun
1. verschil Schmerzen weh tun?
2. besprechen Hausaufgaben
3. Gespräch üben
4. Höraufgaben

Slide 2 - Tekstslide

vertaal naar het Nederlands
die Schmerzen

Slide 3 - Open vraag

vertaal naar het Nederlands
wehtun

Slide 4 - Open vraag

Besprechen Hausaufgaben
Seite 56,57 und 58 Aufgaben 3, 4,5,6
Aufgabe 3

die Zahnschmerzen de kiespijn  
die Halsschmerzen de keelpijn
der Heuschnupfen de hooikoorts
die Erkältung de verkoudheid
die Grippe de griep

Slide 5 - Tekstslide

Aufgabe 4
Tekening 1: die Haare
Tekening 2: das Auge / die Augen
Tekening 3: die Nase
Tekening 4: der Mund
Tekening 5: das Ohr / die Ohren
Tekening 6: der Bauch
Tekening 7: der Arm / die Arme
Tekening 8: die Hand / die Hände

Slide 6 - Tekstslide

Aufgabe 5
1 müde – krank – wieder – froh (geen gemoedstoestand)
2 schwindlig – gesund – erkältet – verletzt (niets met ziek zijn te maken)
3 vorige Woche – gestern – leider – am Dienstag (geen tijdsbepaling)
4 der Fuß – der Rücken – der Finger – die Schmerzen (geen lichaamsdeel)
5 sich verbrennen – sich verletzen – schlafen – sich schneiden (andere werkwoorden hebben met gewond raken te maken)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

opdr. 35
uitdelen voorbeelden
situatie 1 t/m 5

Slide 9 - Tekstslide

Sehaufgaben
Seite 54 Aufgaben 1 + 2

Slide 10 - Tekstslide

4. November
Wiederholen Gesprächen
Erklärung grammatic kurz und kräftig
Erklärung Mündliche Prüfung

Slide 11 - Tekstslide

Wiederholen Gespräche
1. Hoe gaat het met je?
2. Niet goed, ik ben misselijk en heb mijn been gebroken.
3. Wat is er gebeurd?!
4.  Ik ben bij sport gevallen.
5.  Ben je bij de dokter geweest?
6. Ja, ik moet over 6 weken terug.

Slide 12 - Tekstslide

Kurze Grammatci
Hoe gaat het met jou?
Dat heb ik van jou.

nach - zu
Iche gehe nach Frankreich
Ich gehe zu meiner Oma

Slide 13 - Tekstslide

Voorzetsels
Hebben invloed op de personen
met jou --> mit dir
met mij --> mit mir

blz. 90

Slide 14 - Tekstslide

Maken blz. 69 t/m 71
opdr. 20, 21,22,24

Slide 15 - Tekstslide

Hausaufgaben 6. November
Seite 69 bis 71
opdr. 21,22,24

Slide 16 - Tekstslide

6. NOvember
Wiederholen Grammatic
Leesles

Slide 17 - Tekstslide

Seite 69 bis 71: opdr. 21,22,23,24

Aufgabe 21 

1 mit            7 von
2 aus          8 zu
3 Bei           9 nach
4 Nach                                   verschil zu-nach?
5 von
6 Bei





Slide 18 - Tekstslide

Aufgabe 22
Das ist Sam. Ich trainiere mit ihm in der Sporthalle. Mike und Jan sind meine Trainer. Ich lerne viel von ihnen. Ich boxe, seit ich sechs Jahre alt bin. Das hat bei mir früh angefangen. Nach dem Training habe ich häufig Muskelkater. Mein ganzer Körper tut weh, aber das gehört dazu. Wenn es nach mir ginge, würde ich boxen, bis ich 100 Jahre alt bin!

Slide 19 - Tekstslide

Aufgabe 22
In der ersten Reihe tanzen Inke, Joyce und Ilona. Meine Schwester und ich trainieren bei ihnen in der Tanzschule. Joyce ist unsere Trainerin. Wir lernen viel von ihr. Meine Schwester und ich tanzen, seit wir 4 Jahre alt sind. Das hat bei uns früh angefangen. Es ist mein Traum, berühmt zu werden. Ich hoffe, dass die Leute von DANCE, DANCE, DANCE eines Tages zu mir kommen, um mich einzuladen! 

Slide 20 - Tekstslide

Leesonderdeel blz 83 / 84
Vragen worden in het Duits gesteld --> PTA Duits lezen (mei)
Vragen moet je weten.
We vertalen eerst de vragen
We lezen de tekst.
maken opdr. 45 blz 83 t/m 85
Signaalwoorden denn, während, nur
jullie kennen al

Slide 21 - Tekstslide