proces waarbij een cel zich opsplits in twee nieuwe cellen
ontstaan van nieuw organisme met eigen genotype vanuit uit twee geslachtscellen met ieder hun eigen enkelvoudige genen
de zichtbare erfelijke eigenschappen
alle informatie over de erfelijke eigenschappen
een stukje van een chromosoom (of een stukje DNA) met informatie over één erfelijke eigenschap
een streng DNA waarin de informatie van meerdere erfelijke eigenschappen zit
Dat wat je van je ouders aan eigenschappen hebt meegekregen
erfelijkheid
genotype
fenotype
chromosoom
gen
DNA
celdeling
geslachtelijke voortplanting
mutatie
1 / 31
volgende
Slide 1: Sleepvraag
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6
In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
de stof met de erfelijke informatie
een verandering in de erfelijke informatie
proces waarbij een cel zich opsplits in twee nieuwe cellen
ontstaan van nieuw organisme met eigen genotype vanuit uit twee geslachtscellen met ieder hun eigen enkelvoudige genen
de zichtbare erfelijke eigenschappen
alle informatie over de erfelijke eigenschappen
een stukje van een chromosoom (of een stukje DNA) met informatie over één erfelijke eigenschap
een streng DNA waarin de informatie van meerdere erfelijke eigenschappen zit
Dat wat je van je ouders aan eigenschappen hebt meegekregen
erfelijkheid
genotype
fenotype
chromosoom
gen
DNA
celdeling
geslachtelijke voortplanting
mutatie
Slide 1 - Sleepvraag
Bij radijsjes worden de vorm erfelijk bepaald. De vorm kan lang, ovaal of rond zijn. Ovaal is een intermediair fenotype. Een kweker voert de volgende kruisingen uit: kruising 1: planten met een ronde radijs x planten met een ovale radijs kruising 2: planten met een lange radijs x planten met een ronde radijs kruising 3: planten met een lange radijs x planten met een ovale radijs kruising 4: planten met een ovale radijs x planten met een ovale radijs Uit elke kruising ontstaan evenveel nakomelingen. Bij welke van deze kruisingen ontstaan de meeste nakomelingen met ovale radijsjes?
A
Kruising 1
B
Kruising 2
C
Kruising 3
D
Kruising 4
Slide 2 - Quizvraag
1. Remmen eiwitvorming mbv miRNA
Micro RNA wordt gemaakt om het aflezen van mRNA te regelen.
mRNA maakt een lus en wordt zo deels dubbel RNA
Slide 3 - Tekstslide
Herhaling:
Remmen eiwitvorming met behulp van miRNA
(volgende dia)
Slide 4 - Tekstslide
1. Remmen eiwitvorming mbv miRNA - vervolg
Dicer = nuclease, knipt ds RNA in stukken.
RISC = RNA – induced silencing complex, maakt het enkelstrengs en plakt het aan het oorspronkelijke mRNA -> niet afgelezen!
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
2. Remmen eiwitvorming mbv siRNA
Afweer tegen dsRNA virussen
Dicer = nuclease, knipt ds RNA in stukken.
RISC = RNA – induced silencing complex, maakt het enkelstrengs en plakt het aan virus RNA -> niet afgelezen!
Slide 7 - Tekstslide
Pfff.....
Ben je er nog?
Wat moet je hier nu van onthouden?
Niet zoveel....maar je moet proberen het te begrijpen!
Dit soort dingen komt regelmatig in examens terug -
fijn als je het dan herkent!
Slide 8 - Tekstslide
Enne...wat kun je hiervan in BINAS vinden?
A
niets helaas
B
ik zou het niet weten want ik heb Binas alweer niet bij mij...
C
niets helaas maar dat hoeft ook niet
D
bijna niets behalve 71K1 maar daar heb je weinig aan
Slide 9 - Quizvraag
Hoe zou je met behulp van siRNA iets aan Alzheimer kunnen doen? (overleg eerst even met je buur)
Slide 10 - Open vraag
Behandeling van Alzheimer dmv siRNA
remmen afbraak van APP tot schadelijk eiwit
Slide 11 - Tekstslide
Behandeling Alzheimer dmv siRNAremmen afbraak van APP tot schadelijk eiwit
Slide 12 - Tekstslide
CRISPR CAS
en ALzheimer?
Maar wat is Crispr-Cas eigenlijk?
Een aantal filmpjes leggen het uit. Goed opletten is een goed idee.
Slide 13 - Tekstslide
Wat weet je over Crispr-Cas9?
Slide 14 - Woordweb
Slide 15 - Video
Even een vraagje over mutaties in DNA tussendoor.... Welke bewering klopt?
A
Een insertie of een deletie heeft altijd gevolgen
B
Een deletie kan leiden tot frameshift
C
de matrijsstreng is gelijk aan de coderende streng
D
pff hier staan teveel begrippen die ik niet ken...
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Video
Wat weet je nu MEER over Crispr-Cas9?
Slide 18 - Woordweb
Als je het nog een keer in het engels wil volgen met iets meer animatie:
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Crispr is een soort van immuunsysteem bij bacteriën, vergelijkbaar met ....
A
Tc - geheugencellen
B
Makrofagen
C
B - geheugencellen
D
Dendritische cellen
Slide 21 - Quizvraag
DNA bij bacteriën
Slide 22 - Tekstslide
Vandaag
Hoe staat Crispr Cas in het boek en wat is niet gisteren behandeld?
Oefenen hiermee op Nectar
Slide 23 - Tekstslide
Lytische cyclus door bacteriofaag
Lysogene cyclus door bacteriofaag
Slide 24 - Tekstslide
Bacterie besmet door bacteriofaag
Slide 25 - Tekstslide
Inbouw faag DNA als spacer
Slide 26 - Tekstslide
Herbesmetting: vorming CRISPR-RNA
Slide 27 - Tekstslide
Bacterie besmet door bacteriofaag
Bacterie herbesmet door dezelfde bacteriofaag
Slide 28 - Tekstslide
Snap je het een beetje?
Ga naar de digitale leeromgeving van Nectar via de ELO (nectar 4e editie)