Voorbereiding mondeling 6v

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Welke literaire begrippen ken je nog?

Slide 6 - Woordweb

Perspectief

Slide 7 - Tekstslide

Welk perspectief is het meest objectief?
A
Ik-perspectief
B
Hij/zij-perspectief
C
Wisselend hij/zij-perspectief
D
Auctoriaal perspectief

Slide 8 - Quizvraag

Welk perspectief is het meest onbetrouwbaar?
A
ik-perspectief
B
personaal perspectief
C
auctoriaal perspectief
D
mengvorm

Slide 9 - Quizvraag

Personages

Slide 10 - Tekstslide

Een hoofdpersoon wordt ook wel een ....... genoemd
A
Karakter
B
Type
C
Karikatuur

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Tussen het begin en eind van het verhaal verloopt een hoeveelheid tijd.
Hoe noemen we dit?
A
verteltijd
B
chronologisch
C
flashback
D
vertelde tijd

Slide 14 - Quizvraag

Structuur/opbouw

Slide 15 - Tekstslide

Hoe noemen we het als een verhaal begint met het einde?
A
ab ovo
B
medias res
C
post rem

Slide 16 - Quizvraag

Thema

Slide 17 - Tekstslide

Welke van de onderstaande uitspraken klopt?
A
Het thema van een verhaal is een terugkerend element.
B
Het thema van het verhaal is de hoofdgedachte van het verhaal.
C
Het thema van het verhaal is een tastbaar begrip in het verhaal met een betekenis.
D
Het thema van het verhaal is datgene wat de hoofdpersoon wil bereiken.

Slide 18 - Quizvraag

Motto

Slide 19 - Tekstslide

Wat betekent het literaire begrip 'motto'?
A
Een kort stukje aan het begin van het boek
B
Een kort stukje aan het eind van het boek
C
De reden waarom het boek geschreven is
D
Aan wie het boek is opgedragen

Slide 20 - Quizvraag

Motieven

Slide 21 - Tekstslide

Wat betekent het literaire begrip 'motief'?
A
Dat iemand iets gedaan heeft in het verhaal met een reden
B
Iets wat vaak terugkomt in het verhaal
C
Een structuur die het verhaal aanhoudt
D
Een reden waarom het boek is geschreven

Slide 22 - Quizvraag

Ik heb zo veel zin in mijn mondeling
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll