7.5

§7.5 Na jouw opleiding
Na deze les kun je deze begrippen toepassen:
-Omscholen
-Bijscholing
-Bedrijfstijd
-Innoveren
-Vestigingsklimaat
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

§7.5 Na jouw opleiding
Na deze les kun je deze begrippen toepassen:
-Omscholen
-Bijscholing
-Bedrijfstijd
-Innoveren
-Vestigingsklimaat

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Omscholing
Stel je hebt geleerd voor dakdekker maar daar is geen werk in. Er is wel werk bij de stratenmaker. Je kunt dan een nieuwe opleiding volgen. Dat noem je omscholing

Slide 3 - Tekstslide

Bijscholing
Stel je moet als stratenmaker ook de verlichting aanleggen. Alleen dan kom je aan werk, je kunt dan een cursus volgen om verlichting aan te sluiten (bijscholing). De kabels trekken en de stoep maken kan namelijk in één keer. 

Slide 4 - Tekstslide

Innovatie

De ontwikkeling van een nieuw product of een nieuwe manier van produceren noemen wij innovatie.


Slide 5 - Tekstslide

Scholing
Het is daarom belangrijk om snel een nieuwe baan te vinden. Je kunt je kansen op het vinden van een nieuwe baan vergroten. Het behalen van een diploma is hiervoor belangrijk.

Indien je geen baan kunt vinden die lijkt op je oude baan, dan kun je jezelf laten omscholen. Je leert dan een ander beroep. Hierdoor vergroot je jouw kansen om een baan te vinden.

Voorbeeld: een bankmedewerker die zich laat omscholen tot docent economie

Slide 6 - Tekstslide

Bedrijfstijd
De tijd dat het bedrijf open is. VB. de school is open van 08:00 tot 17:00. Dat is dan ook meteen de bedrijfstijd. 

In het bedrijfsleven wordt de bedrijfstijd steeds langer. 

Hoelang is bij jullie de supermarkt open? 

Slide 7 - Tekstslide

Innoveren
De ontwikkeling van een nieuw product of een nieuwe manier van produceren noemen wij innovatie.

Voorbeelden:
-Machines of mens?
-Buitenland of Nederland?
-Nieuwe kennis?

Slide 8 - Tekstslide

Vestigingsklimaat
Kijkt ook naar:
-Infrastructuur (goede wegen / bereikbaarheid)
-Temperatuur (warm of koud, bijvoorbeeld voor kweken van groente / fruit)
-Overheidsregels soepel of streng
etc...

Slide 9 - Tekstslide

Vestigingsklimaat
Lage lonen, minder kennis
Vestegingsklimaat
Hoge lonen, veel kennis

Slide 10 - Tekstslide

Wat betekend omscholen?
A
Dat je naar een andere school gaat dan je nu doet
B
Dat je gaat leren om een ander beroep uit te oefenen dan je nu doet.
C
Dat je op een school gaat werken
D
Dat je gaat leren om leraar te worden

Slide 11 - Quizvraag

Wat is bijscholing?
A
Het volgen van een opleiding om beter te worden in het soort werk dat je al doet.
B
Bijles na school
C
School in het weekend
D
Kinderopvang

Slide 12 - Quizvraag

Een gymleraar volgt een opleiding tot belastingadviseur
A
Bijscholing
B
Omscholing

Slide 13 - Quizvraag

Een automonteur leert hoe je werkt met elektrische auto's
A
Bijscholing
B
Omscholing

Slide 14 - Quizvraag

Wat is bedrijfstijd?
A
het aantal uren dat een bedrijf dicht is
B
het aantal uren dat een bedrijf per week open is
C
het aantal uren dat een werknemer werkt
D
het aantal uren dat een werknemer niet werkt

Slide 15 - Quizvraag

Innoveren?

Slide 16 - Tekstslide

Vestigingsklimaat?

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag
maken van de opdrachten paragraaf 7.5

Slide 18 - Tekstslide