1) Kies een stelling uit!
2) Maak twee groepen: voor- en tegenstanders. Laat ze tegenover elkaar plaatsnemen,
3) De debatleider is de docent
4) Bedenk minstens drie verboden woorden en schrijf deze woorden op het bord.
5) 10 minuten voorbereidingstijd om argumenten te bedenken en welke woorden jullie in plaats van de verboden woorden gaan gebruiken