Teken op een papiertje de fase driehoek, vermeld alle fasen en alle fase-overgangen. Maak een foto en upload die.
1 / 23
volgende
Slide 1: Open vraag
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Teken op een papiertje de fase driehoek, vermeld alle fasen en alle fase-overgangen. Maak een foto en upload die.
Slide 1 - Open vraag
Met welke fase-overgang heb je te maken als: vloeibare tin in een vormpje afkoelt tot vaste tin?
Slide 2 - Open vraag
Met welke fase-overgang heb je te maken als: ’s winters je bril beslaat als je van buiten naar binnen gaat?
Slide 3 - Open vraag
Met welke fase-overgang heb je te maken als: een drijvende ijsschots in zee steeds kleiner wordt
Slide 4 - Open vraag
Met welke fase-overgang heb je te maken als: een plas regenwater op straat verdwijnt?
Slide 5 - Open vraag
Met welke fase-overgang heb je te maken als: je in een winkel de geur van verschillende stukken zeep vergelijkt?
Slide 6 - Open vraag
Bilal en Evi hebben zin in thee. Ze koken water in een fluitketel. Als het water in de fluitketel gaat koken, is vlak na de tuit (uitstroomopening) de eerste vier centimeter niets te zien. Na deze vier centimeter is duidelijk een wolkje zichtbaar. In welke fase is het water de eerste vier centimeter na de tuit van de fluitketel?
A
vloeibaar
B
vast
C
gas
Slide 7 - Quizvraag
Bilal en Evi hebben zin in thee. Ze koken water in een fluitketel. Als het water in de fluitketel gaat koken, is vlak na de tuit (uitstroomopening) de eerste vier centimeter niets te zien. Na deze vier centimeter is duidelijk een wolkje zichtbaar. In welke fase is het water in het wolkje?
A
vast
B
vloeibaar
C
gas
Slide 8 - Quizvraag
Bilal en Evi hebben zin in thee. Ze koken water in een fluitketel. Als het water in de fluitketel gaat koken, is vlak na de tuit (uitstroomopening) de eerste vier centimeter niets te zien. Na deze vier centimeter is duidelijk een wolkje zichtbaar. Verklaar waardoor dit wolkje pas na vier centimeter ontstaat.
Slide 9 - Open vraag
Wat betekent het 'ijken' van een thermometer?
Slide 10 - Open vraag
Leg uit hoe je een thermometer kunt ijken? (3 stapjes)
Slide 11 - Open vraag
Noteer of de volgende uitspraken waar (W) of onwaar (O) zijn. De moleculen in een vloeistof hebben een vaste plaats.
A
waar
B
onwaar
Slide 12 - Quizvraag
Noteer of de volgende uitspraken waar (W) of onwaar (O) zijn. De moleculen van een vloeistof trekken elkaar aan.
A
waar
B
onwaar
Slide 13 - Quizvraag
Noteer of de volgende uitspraken waar (W) of onwaar (O) zijn. Een druppel water heeft een vast volume.
A
waar
B
onwaar
Slide 14 - Quizvraag
Noteer of de volgende uitspraken waar (W) of onwaar (O) zijn. Als de temperatuur stijgt, gaan de moleculen minder hevig trillen.
A
waar
B
onwaar
Slide 15 - Quizvraag
Noteer of de volgende uitspraken waar (W) of onwaar (O) zijn. In een zuivere stof zijn alle moleculen van dezelfde soort.
A
waar
B
onwaar
Slide 16 - Quizvraag
Hoe noem je het verschil tussen de hoogste en laagste temperatuur die je met een thermometer kunt meten?
A
temperatuur schaal
B
schaalverdeling
C
ijking
D
meetbereik
Slide 17 - Quizvraag
(Bij deze vraag kun je de tabel gebruiken in jouw theorie boek op p 100.) In Alaska kan er soms een temperatuur bereikt worden van -50 graden celsius. Kun je een thermometer van Kwik (vloeibaar metaal) gebruiken om de temperatuur te meten? LEG UIT.
Slide 18 - Open vraag
Bij deze vraag kun je de tabel gebruiken in je theorieboek op p 100. a Leg uit in welke fase propaan van –98 °C verkeert. b Leg uit in welke fase zuurstof van –110 °C verkeert
Slide 19 - Open vraag
In de winter wordt de ruitensproeier van een auto met een andere vloeistof gevuld dan in de zomer. Is het smeltpunt van de wintervloeistof lager of hoger dan dat van de zomervloeistof? Verklaar je antwoord.
Slide 20 - Open vraag
(het kan zijn dat je deze vraag nog niet kunt beantwoorden, kom dan later terug) Bij welke temperatuur in jouw getekende grafiek vind een fase-overgang plaats? LEG UIT hoe je dat ziet.
Slide 21 - Open vraag
In welke fase bevind de stof (kaarsvet) zich op t=30min.