6.2 Grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

6.2 Grammatica

Wat gaan we doen!

• Huiswerk bespreken
  
• Terugblikken op de vorige les
  
• Lesdoel bespreken
  
• Uitleg
  
• Aan de slag
  

Huiswerk bespreken!

5.2 Grammatica

Opdracht 1 t/m 5

Terugblik

Ik weet hoe ik zelfstandig naamwoorden die in het meervoud eindigen op -s en -’s moet schrijven.

Lesdoel

Ik herhaal alles wat ik heb geleerd om mij voor te bereiden op de toets.

Woordsoorten

• Lidwoorden ( LW)                 : de, het, een   ( staat voor een ZN)
• zelfstandig naamwoord ( ZN) : mensen, dieren, dingen, planten, namen.
• werkwoorden (WW)              : 

Dingen die je kunt doen,    (Ik fiets naar school.)

Er gebeurt iets,              (Het sneeuwt buiten.)

Iemand is iets.                (Roos wordt juffrouw.)

Zinsdelen

• Persoonsvorm  (PV)               : is een WW ( hoe vind je de pv?)
• Werkwoordelijk gezegde ( WG) : alle werkwoorden in een zin.
• Onderwerp    ( O)                  : geeft aan wie of wat iets doet. ( wie/wat +wg= Onderwerp)

Nu jullie

Bedenk in tweetallen 3 zinnen.

Schrijf deze zinnen 2 keer op.

De eerste keer onderstreep je de persoonsvorm en het onderwerp en het werkwoordelijk gezegde.Schrijf dit boven de zinsdelen.

De tweede keer benoem je de lidwoorden, zelfstandignaamwoorden en de werkwoorden. Schrijf dit onder de woorden.

Aan de slag

Huiswerk:

6.2 Grammatica

Opdracht 1 t/m 7

Vergeet niet de theoriestukken te lezen!

Wat heb je geleerd?

Ik herhaal alles wat ik heb geleerd om mij voor te bereiden op de toets.