Periode 7 hoofdstuk 9 les 1 (en 2)

• Waw
• MBO
• Studiejaar 2

Periode 7 lesweek 1 

kennismaken

Emma van Wijk - van Poppel 

[e-mail] 

Wie ben jij? 

In 2 tallen, bespreek met elkaar hoe je elkaar gaat voorstellen

Klasse afspraken

Waar werken we naartoe?

Deze periode wordt afgesloten met een meerkeuze toets : woensdag 19 maart 

WAW boek Onderwijsassistent: Hoofdstuk 9, 10, 11 en 13.

Weken	Onderwerp	Hoofdstuk
Week 1	Kennismaken- Differentiëren- NT2 onderwijs en TOS (1 les)	9
Week 2	Hoogbegaafdheid -Lees- en spellingsstoornissen, rekenstoornissen,	9
Week 3	NLD, dyspraxie en handelingsplan	10
Week 4	Passend onderwijs in de regio, klas of op maat	10
Week 5	Passend onderwijs in de regio, klas of op maat	10
Week 6	Aandacht voor de introverte leerling	11
Week 7	Handicaps en beperkingen	13
Week 8	Afmaken wat niet klaar is, herhalen , voorbereiden toets.	18 maart toets HFD 9-10-11-13

DIFFERENTIËREN

DIFFERENTIËREN

De manier waarop de leraar omgaat met verschillen tussen leerlingen

Binnen het onderwijs heb je te maken met verschillende typen leerlingen. 

Ieder met een eigen niveau en onderwijsbehoefte. 

Het is de taak van het onderwijs om zich aan te passen aan de verschillen tussen leerlingen. 

Werkprocessen  periode 7 

P3-K1-W1 levert een bijdrage aan het ontwikkelen van een plan voor de begeleiding

 

P3-K1-W4 Biedt (specifieke) ontwikkelingsgerichte leeractiviteiten aan

P3-K1-W5 Biedt ondersteuning gericht op zelfredzaamheid

Hoofdstuk 9 ontwikkelingsgerichte leeractiviteiten

Wat is het verschil tussen een leerstoornis en leerprobleem ? 

Lees blz 177 de inleiding

lees ook de doelen van dit hoofdstuk

Leerprobleem:

Wanneer het kind moeilijk het tempo op school kan bijhouden. De oorzaak kan liggen bij het kind zelf of de omgeving.

Leerstoornis:

Wanneer een kind problemen heeft met  het leren lezen, spellen of rekenen belemmeren.

Vaak heeft een leerstoornis een neurologische oorzaak; in de hersenen werkt iets niet of anders

waardoor het leren wordt verstoord.

Wat weet je al ? 

 Wat zijn NT2-leerlingen?

.

 a. Leerlingen die extra begeleiding krijgen.

 b. Leerlingen die een andere moedertaal            hebben dan het Nederlands.

 c. Leerlingen die een leerachterstand hebben.

 d. Leerlingen die uit een ander land komen.

B

Wat is een ander woord voor dyslexie?

 a. Visuele beperking.

 b. Woordblind.

 c. Leesprobleem.

 d. Leerachterstand.

B

. Wanneer is iemand hoogbegaafd?

 a. Als iemand heel slim is.

 b. Als iemand snel problemen kan oplossen.

 c. Als iemand heel handig is.

 d. Als iemand een hoge intelligentie heeft.

D

Waarom zou een hoogbegaafde leerling juist slechte studieresultaten kunnen halen?

 a. Deze leerlingen gaan zich snel vervelen en verliezen de motivatie.

 b. Deze leerlingen kunnen zich moeilijker concentreren.

 c. Deze leerlingen zijn te slim.

 d. Deze leerlingen werken sneller.

A

Op welke manier krijgt een leerling met een leerprobleem of leerstoornis extra begeleiding op school?

 a. Met een handelingsplan.

 b. Met een activiteitenplan.

 c. Met een ontwikkelingsplan.

 d. Met een extra lesmethode.

A

Lees blz 178 t/m 181  

Beantwoord de vragen van 9.03 in de placemat.

Bespreek de antwoorden en schrijf  de overeenkomst in in het midden. 

Tweetaligheid (NT2) in het (basis)onderwijs

Intercultureel (taal)onderwijs 

Doelen:

• Wegnemen van vooroordelen en voorkomen/bestrijden van discriminatie en racisme
  
• Compenseren van taal- en leerachterstanden
  
• Ontwikkelen van een positieve houding tegenover culturele diversiteit
  

Problemen voor NT2-leerlingen in het onderwijs

• Context is cultureel bepaald
  
• Beperkte woordenschat
  
• Taalvaardigheid is gebonden aan de leersituatie
  

TOS

https://www.kentalis.nl/

Lees blz 181 t/m 184 

Maak opdracht 9.05

Bespreek je antwoorden in 2 tallen 

Had de les een duidelijke opbouw? 

Een tip voor Emma 

Wat heb je geleerd vandaag? 

Wat vond je van de les? 

Een top voor Emma 

Geef 1 woord voor de les van vandaag?