Echt geweldig! Niet met mijn vrienden all inclusive naar Antalya in Turkije, maar met mijn vader en moeder naar een huisje op Schiermonnikoog.
‘Je bent pas vijfien.’ Mijn vader. ‘Ik word zestien in september!’
‘Vind je het niet meer gezellig met zijn drietjes?’ Mijn moeder.
Daar gaf ik geen antwoord op. Gezellig, dat woord kon ik al een tijd niet meer horen. Gezellig was voor oude mensen en saaie, dooie sukkels zonder gevoel voor avontuur.
‘Gaan we gezellig een eind fietsen, ik heb er nu al zin in.’ Een eind fietsen! Op Schiermonnikoog!
‘Lekker het land af met de boot.’ (mijn vader). ‘Lekker uitwaaien.’
Uitwaaien, ook zoiets belachelijks. Wat is dat, uitwaaien? Wááruit?
Ik kwam er niet onderuit, en dus zat ik op de Monnik, de veerboot van Lauwersoog naar Schiermonnikoog op een bank bij het raam naar de Waddenzee te kijken met Racoon op mijn headphone.
Mijn moeder tikte me op mijn schouder en ik maakte één oor vrij. ‘Ik ga aan dek,’ zei ze. ‘Gaan jullie mee?’ Mijn vader hees zich overeind, maar ik schudde mijn hoofd. ‘Het waait,’ zei ik. ‘Ja, daarom juist.’ ‘Gaan jullie maar. Ik pas wel op de spullen.’ Ik bleef, ondanks de teleurstelling op het gezicht van mijn moeder, zitten waar ik zat.
(Uit: Een hangmat vol beloften van Rom Molemaker )