onregelmatige werkwoorden week 1

onregelmatige werkwoorden week 1
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

onregelmatige werkwoorden week 1

Slide 1 - Tekstslide

hele werkwoord
verleden tijd
voltooid deelwoord
beginnen
begon/ begonnen
begonnen
blijven
bleef / bleven
gebleven
brengen
bracht / brachten
gebracht
denken
dacht / dachten
gedacht
doen
deed / deden
gedaan

Slide 2 - Tekstslide

hele werkwoord
verleden tijd
voltooid deelwoord
drinken
dronk / dronken
gedronken
eten
at / aten
gegeten
gaan
ging / gingen
gegaan
hebben
had / hadden
gehad
helpen
hielp / hielpen
geholpen

Slide 3 - Tekstslide

hele werkwoord
verleden tijd
voltooid deelwoord
kijken
keek / keken
gekeken
komen
kwam / kwamen
gekomen

Slide 4 - Tekstslide

Vandaag ben ik ziek thuis...............(blijven)
A
geblijft
B
geblijven
C
gebleefd
D
gebleven

Slide 5 - Quizvraag

Wij.....................(brengen) de boeken terug naar de bibliotheek.
A
brengden
B
brongen
C
brachten
D
bracht

Slide 6 - Quizvraag

Ik...................... (doen) erg mijn best.
A
deet
B
deed
C
doede
D
gedaan

Slide 7 - Quizvraag

Jij hebt erg je best........................(doen)
A
gedoet
B
gedaan

Slide 8 - Quizvraag

Gisteren hebben wij cola.................(drinken)
A
gedronken
B
gedrinkt
C
drinkten

Slide 9 - Quizvraag

Wat fijn dat jullie mij hebben .....................(helpen)
A
gehelpen
B
gehielpen
C
geholpen

Slide 10 - Quizvraag

Hij ......................(eten) een appel
A
ete
B
at
C
gegeten
D
ette

Slide 11 - Quizvraag

Vroeger..............(hebben) hij een hondje.
A
hadden
B
hebde
C
had
D
heefde

Slide 12 - Quizvraag

Maak een zin in de voltooide tijd met het werkwoord: doen

Slide 13 - Open vraag

Maak een zin in de voltooide tijd met het werkwoord: helpen

Slide 14 - Open vraag

Maak een zin in de voltooide tijd met het werkwoord: denken

Slide 15 - Open vraag

Maak een zin in de verleden tijd met het werkwoord: brengen

Slide 16 - Open vraag

Maak een zin in de verleden tijd met het werkwoord: komen

Slide 17 - Open vraag

Maak een zin in de verleden tijd met het werkwoord: gaan

Slide 18 - Open vraag

huiswerk
Leer week 13 uit je hoofd!

Slide 19 - Tekstslide


Slide 20 - Open vraag


Slide 21 - Open vraag


Slide 22 - Open vraag


Slide 23 - Open vraag


Slide 24 - Open vraag


Slide 25 - Open vraag


Slide 26 - Open vraag


Slide 27 - Open vraag


Slide 28 - Open vraag

Disk
Pak de leestekst.
Lees de tekst door en onderstreep de woorden die je niet kent.
Probeer eerst zelf achter de betekenis te komen.

Slide 29 - Tekstslide

't sexy fokschaapspel
Maak 2 groepen en speel het spel.
Schrijf je voltooid deelwoord op een papier, de anderen controleren je antwoord. 

Slide 30 - Tekstslide