Bijles 4 - Herhaling H6

Homeostase
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Homeostase

Slide 1 - Tekstslide

6.2 homeostase en regelkringen
homeostase = stabiele en gelijkmatige toestand in lichaam 

(BINAS 89C) negatieve terugkoppeling = het eindproduct werkt remmend op het proces
- des te meer product, des te meer remming
- des te minder product, des te minder remming

doel = eindproduct binnen bepaalde waarden houden

Slide 2 - Tekstslide

6.3 hypofyse
BINAS 89A en C

hormoonklier middenin hersenen (formaat erwt)
onder de hypothalamus (hersengebied)

produceert hormonen die direct effect hebben of indirect doordat ze andere hormoonklieren stimuleren

Slide 3 - Tekstslide

6.4 schildklierhormonen
BINAS 89A

  • in de hals, tegen je strottenhoofd aan
  • o.i.v. TSH uit de hypofyse maakt de schildklier verschillende schildklierhormonen
  • bevat jodium (krop bij tekort)

functie:
stimuleert verbranding (dus stofwisseling en groei)


Slide 4 - Tekstslide

negatieve terugkoppeling (binas 89C)
BINAS 89C


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Leg aan de hand van je interactieschema uit, waarom het slikken van de pil (met oestrogenen) lijdt tot onvruchtbaarheid.

Slide 7 - Open vraag

Leg aan de hand van je interactieschema uit, waarom als het gele lichaam verdwijnt er weer een nieuwe follikel ontwikkelt.

Slide 8 - Open vraag

Bij een eventuele zwangerschap gaat het embryo een nieuw hormoon aanmaken: HCG. Dit hormoon zorgt ervoor dat het gele lichaam in stand wordt gehouden. Leg aan de hand van je interactieschema uit wat dat dit leidt tot geen nieuwe ontwikkeling van een follikel

Slide 9 - Open vraag

negatieve terugkoppeling
Binas 89C

    spermatogenese = vorming zaadcellen

    ICSH = LH

    cellen van Leydig = hormoonproducerende cellen (testosteron)

    testosteron zorgt voor primaire en secundaire geslachtskenmerken en stimuleert spermatogenese

    te veel testosteron = remmend op de hypothalamus en hypofyse

    Slide 10 - Tekstslide

    Slide 11 - Tekstslide

    Slide 12 - Tekstslide

    bijnierschorshormonen
    bijnierschors maakt corticosteroïden, dit zijn
    vetachtige hormonen (steroïden), net als testosteron

    cortisol is de bekendste
    - ACTH (bijnierschorsstimulerend hormoon) uit de hypofyse stimuleert de bijnierschors tot productie cortisol
    - lijkt qua werking op adrenaline, maar dan veel trager
    - bij lichamelijke stress (koorts/ ernstige wonden)
    - stimuleert stofwisseling, verhoogt de weerstand
    - bij langdurige stress verlaagt het juist de weerstand (mensen die te lang stress hebben worden sneller ziek)

    Slide 13 - Tekstslide

    Tips voor Hoofdstuk 6
    - Zorg dat je weet welke hormonen een rol spelen bij de verschillende hormoonklieren

    - Gebruik bij hormonen zoveel mogelijk de BiNaS-tabel 89A

    Slide 14 - Tekstslide

    Oefenopgaven
    R & T1 vragen: https://biologiepagina.nl/Havo5/N14Reageren/Oefentoetshormonen/Toetshormonen.htm

    T1 & T2 vragen: 
    https://biologiepagina.nl/ExamenHAVO/Hormonen/examenhormonen.htm

    Slide 15 - Tekstslide