Oefentoets PTA3 - planten en dieren

Thema 3: Planten en dieren
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 3: Planten en dieren

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Oefentoets
- Poster afmaken
- Test jezelf/ samenvatten

Slide 2 - Tekstslide

Paragraaf 1: organismen in hun omgeving

Slide 3 - Tekstslide

Welke zoogdieren hebben plooikiezen?
A
Afvaleters
B
Alleseters
C
Planteneters
D
Vleeseters

Slide 4 - Quizvraag

In de afbeelding zie je de poten van een vogel. Wat voor voedsel eet deze vogel?
A
Kleine waterdiertjes
B
Insecten
C
Zaden
D
Zoogdieren

Slide 5 - Quizvraag

Wat voor soort snavel heeft de vogel uit de afbeelding?
A
Haaksnavel
B
Pincetsnavel
C
Zeefsnavel
D
Kegelsnavel

Slide 6 - Quizvraag

Uitspraak: In de afbeelding zie je een vogel met een kegelsnavel. Is deze uitspraak juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Welke antwoord is een voorbeeld van een abiotische factor?
A
Partner
B
Zonlicht
C
Roofdier
D
Soortgenoot

Slide 8 - Quizvraag

Op wat voor manier is een klimplant aangepast aan zijn ecosysteem?

Slide 9 - Open vraag

Uitspraak: met knipkiezen verscheuren vleeseters hun prooi. Is de uitspraak juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Uitspraak: Zaadeters hebben een pincetsnavel. Is deze uitspraak juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Waarom hebben weidevogels lange poten en lange tenen?

Slide 12 - Open vraag

Paragraaf 2: planten

Slide 13 - Tekstslide

Waar zitten de vaatbundels in een plant?
A
Alleen in de stengel
B
In de stengel en in de wortel
C
In de stengel en de bladeren
D
In de stengel, wortel en bladeren

Slide 14 - Quizvraag

Welke stoffen en in welke richting vervoert de bastvaten stoffen?
A
Water en mineralen vanuit de bladeren naar de wortels
B
Water en mineralen vanuit de wortels naar de bladeren
C
Water , glucose en voedingsstoffen vanuit de bladeren naar andere delen van de plant
D
water, glucose en voedingsstoffen vanuit de wortels naar de bladeren

Slide 15 - Quizvraag

In de afbeelding zie je een schematische afbeelding van een vaatbundel. Met welke letter wordt een houtvat aangegeven?
A
Letter A
B
Letter B
C
Letter A en B
D
Kan je niet zien aan de afbeelding

Slide 16 - Quizvraag

Uitspraak: In de wortels van planten zitten kleine openingen, waarmee de plant water opneemt. We noemen deze openingen huidmondjes.
Is deze uitspraak juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de functie van de stengel van een plant?

Slide 18 - Open vraag

Welke stoffen neemt de plant op uit zijn omgeving?
A
Alleen koolstofdioxide
B
Alleen water en koolstofdioxide
C
Water, koolstofdioxide en mineralen
D
Alleen mineralen en water

Slide 19 - Quizvraag

Hoe neemt de plant water en mineralen op?
A
Via de huidmondjes
B
Via de wortelharen

Slide 20 - Quizvraag

Paragraaf 3: energierijke stoffen

Slide 21 - Tekstslide

Stef zegt: "Glucose wordt alleen gemaakt in cellen met bladgroenkorrels."
Ali zegt "Glucose is een energierijke stof"
Wie heeft gelijk?
A
Ze hebben beide gelijk
B
Stef heeft gelijk
C
Ali heeft gelijk
D
Ze hebben beide geen gelijk

Slide 22 - Quizvraag

Uitspraak: bij de fotosynthese ontstaat er de stoffen koolstofdioxide en glucose
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Wanneer vind het proces verbranding plaats?
A
Alleen in het licht
B
Alleen in het donker
C
In het licht en donker

Slide 24 - Quizvraag

Welke stoffen ontstaan bij het proces verbranding?
A
Glucose en zuurstof
B
Koolstofdioxide en water
C
Zuurstof en water
D
Koolstofdioxide en glucose

Slide 25 - Quizvraag

Welke deel van de plant eet je bij een andijvie?
A
Bladeren
B
Stengel
C
Wortels

Slide 26 - Quizvraag

Een rijpende tomaat verandert van kleur. Waardoor komt dat?
A
Bladgroenkorrels zijn overgegaan in kleurstofkorrels
B
Bladgroenkorrels zijn overgegaan in zetmeelkorrels
C
Kleurstofkorrels zijn overgegaan in bladgroenkorrels
D
Kleurstofkorrels zijn overgegaan in zetmeelkorrels

Slide 27 - Quizvraag

Paragraaf 4: Voedselrelaties

Slide 28 - Tekstslide

Uitspraak: Het eerste schakel van een ecosysteem is altijd een producent.
Is deze uitspraak juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Uitspraak: De voedselketen begint met een blad . We kunnen daarom zeggen dat de blad aan de top van de voedselketen staat. Is dit juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

In de afbeelding zie je een voedselweb. Hoeveel voedselketen staan in deze tekening?
A
5
B
7
C
6
D
8

Slide 31 - Quizvraag

In de afbeelding zie je schematisch de voedselkringloop. Welke antwoord hoort op nummer 1?
A
Producenten
B
Consumenten
C
Reducenten

Slide 32 - Quizvraag

Een slak eet een blad. Welke stoffen uit de bladeren worden een deel van het lichaam van een slak?
A
Alleen de bouwstoffen
B
De bouwstoffen en de energierijke stoffen
C
De energierijke stoffen en de onverteerbare stoffen
D
Alle stoffen van de bladeren

Slide 33 - Quizvraag

Noem 2 organismen die onder reducenten vallen?

Slide 34 - Open vraag

In een toendra-gebied leven allerlei soorten organismen samen. Hoe noem al deze soorten bij elkaar samen in dit gebied?
A
Ecosysteem
B
Individu
C
Levensgemeenschap
D
Populatie

Slide 35 - Quizvraag

Ecologie kun je bestuderen op verschillende niveaus. In welk rijtje staan ze op de juiste volgorde van klein naar groot?
A
Individu - levensgemeenschap - populatie - ecosysteem
B
Individu - populatie - ecosysteem - levensgemeenschap
C
Populatie - individu levensgemeenschap - ecosysteem
D
Individu - populatie - levensgemeenschap - ecosysteem

Slide 36 - Quizvraag

Welke organismen halen energie uit de voedselkringloop
A
Producenten
B
Reducenten
C
Consumenten
D
Producenten, reducenten en consumenten

Slide 37 - Quizvraag

Paragraaf 5: Kringlopen

Slide 38 - Tekstslide

Uitspraak: de reducenten gebruiken voedingsstoffen van planten en geven voedingsstoffen door.
Is deze uitspraak juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 39 - Quizvraag

Welke stof maakt deel uit van de stikstofkringloop?
A
Glucose
B
Koolstofdioxide
C
Nitraat
D
Zuurstof

Slide 40 - Quizvraag

Uitspraak: afvaleters zijn consumenten die de resten van planten en dieren eten.
Is deze uitspraak juist of onjuist
A
Juist
B
Onjuist

Slide 41 - Quizvraag

Bram en Marloes praten over de stikstofkringloop. Bram zegt "Als je planten eet, krijg je stikstof binnen".
Marloes zegt " Zonder schimmels en bacteriën kunnen planten in de natuur niet groeien". Wie heeft er gelijk?
A
Bram heeft gelijk
B
Marloes heeft gelijk
C
Beide gelijk
D
Beide ongelijk

Slide 42 - Quizvraag

Aan de slag!!

- Test jezelf 3.1 t/m 3.5 (vanaf blz 201)
- Digitale oefeningen 
- Samenvatting maken

Slide 43 - Tekstslide