7.6 Hoeken in ruimtefiguren

Doel van deze les:
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Doel van deze les:

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van de stelling van Pythogoras?

Slide 2 - Woordweb

Stelling van Pythagoras

Slide 3 - Tekstslide

Welke ezelsbruggetje hoort er bij de sinus?
A
SLA
B
SOA
C
SOL
D
SAL

Slide 4 - Quizvraag

Welke ezelsbruggetje hoort er bij de cosinus?
A
COL
B
CLA
C
CLO
D
CAL

Slide 5 - Quizvraag

Welke ezelsbruggetje hoort er bij de tangens?
A
TOA
B
TAO
C
TAL
D
TOL

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Hoofdstuk 6 - Goniometrie
Uitleg: hoeken in ruimtefiguren
Bereken     ACE
Stap 1: Welk diagonaalvlak past er om     ACE
Stap 2: Zorg dat je alle zijdes van het diagonaalvlak weet.
Stap 3: bereken de hoek met sin, cos of tan.

Slide 9 - Tekstslide

Hoofdstuk 6 - Goniometrie
Uitleg: hoeken in ruimtefiguren
Bereken     ACE
Stap 1: Welk diagonaalvlak past er om     ACE

In ACGE


Slide 10 - Tekstslide

Hoofdstuk 6 - Goniometrie
Uitleg: hoeken in ruimtefiguren
Bereken     ACE
Stap 2: Zorg dat je alle zijdes van het diagonaalvlak weet.
AE en CG zijn 2.
AC en EG moet je berekenen met de stelling v Pythagoras:

AC =     25 = 5 
EG is ook 5
zijde
zijde2
AB = 3
32 = 9
BC = 4
42 = 16
AC = ?
25
+

Slide 11 - Tekstslide

Hoofdstuk 6 - Goniometrie
Uitleg: hoeken in ruimtefiguren
Bereken     ACE (je moet hoek C berekenen)
Stap 3: bereken de hoek met sin, cos of tan.


A
C
E
2
5
tanC=ACAE
tanC=52
C=shifttan(2:5)=22°

Slide 12 - Tekstslide


A
ABGH
B
DBFH
C
DBCH
D
ABGH

Slide 13 - Quizvraag


A
ABCD
B
BCGF
C
ADHE
D
EFGH

Slide 14 - Quizvraag

Einde uitleg
Maken opdracht: 31 t/m 35

Slide 15 - Tekstslide