8.4 Tangens en lengte

Tangens

Doelen vandaag:
Herhaal tangens voor een hoek
Tangens om een lengte te berekenen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Tangens

Doelen vandaag:
Herhaal tangens voor een hoek
Tangens om een lengte te berekenen

Slide 1 - Tekstslide

Tangens
tan=aanliggendezijdeoverstaandezijde
tangens ronden we af op 3 decimalen

Slide 2 - Tekstslide


hoogte
horizontale afstand

Slide 3 - Tekstslide

Als je de tangens van een hoek hebt berekend, 
kan je de hoek berekenen met:
shift tan (   ) = hoek
hoeken ronden we af op hele graden
AO

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeelden
We willen weten hoe groot hoek Q is.




Slide 5 - Tekstslide

Voorbeelden
We willen weten hoe groot hoek Q is.
De overstaande zijde van hoek Q is PR en



Slide 6 - Tekstslide

Voorbeelden
We willen weten hoe groot hoek Q is.
De overstaande zijde van hoek Q is PR en
De aanliggende zijde van hoek Q is QR.

Tan∠ = overstaande zijde : aanliggende zijde


Slide 7 - Tekstslide

Voorbeelden
We willen weten hoe groot hoek Q is.
De overstaande zijde van hoek Q is PR en
De aanliggende zijde van hoek Q is QR.
Tan∠ = overstaande zijde : aanliggende zijde
Tan ∠Q = PR: QR 
Tan∠Q = 12:5
 
∠Q  =                                                           
                                                                          



Slide 8 - Tekstslide

Maar wat nu als je de hoek weet maar niet alle lengtes?

Slide 9 - Tekstslide

1. Tangens opschrijven met Letters
2. Tangens opschrijven met getallen
3: Tangens opschrijven met het antwoord 

Slide 10 - Tekstslide

De aanliggende rechthoekzijde

Slide 11 - Tekstslide

Tangens om zijde te berekenen

Slide 12 - Tekstslide

Wat weet je al?
A
C


B

Slide 13 - Tekstslide

Tangens om zijde te berekenen
`



en dan?

Slide 14 - Tekstslide

Tangens om zijde te berekenen
A





Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Tan ∠ B =  AC / AB

Slide 17 - Tekstslide

Tan ∠ B =  AC / AB
Tan 15 = AC / 20

Slide 18 - Tekstslide

Tan ∠ B =  AC / AB
Tan 15 = AC / 20


AC= Tan 15 x 20

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

nieuwe stof
Hoeken in ruimte figuren

Slide 22 - Tekstslide

Bereken ∠E in Driehoek BEC

Slide 23 - Tekstslide

Stelling van Pythagoras

Slide 24 - Tekstslide

Hoofdstuk 6 - Goniometrie
Uitleg: hoeken in ruimtefiguren
Bereken     C in driehoek ACE
Stap 1: Welk diagonaalvlak past er om  Driehoek ACE
Stap 2: Zorg dat je alle zijdes van het diagonaalvlak weet.
Stap 3: bereken de hoek met tan.

Slide 25 - Tekstslide

Hoofdstuk 6 - Goniometrie
Uitleg: hoeken in ruimtefiguren
Bereken     c in driehoek ACE
Stap 1: Welk diagonaalvlak past er om  ACE

In ACGE


Slide 26 - Tekstslide

Hoofdstuk 6 - Goniometrie
Uitleg: hoeken in ruimtefiguren
Bereken    C In driehoek ACE
Stap 2: Zorg dat je alle zijdes van het diagonaalvlak weet.
AE en CG zijn 2.
AC en EG moet je berekenen met de stelling v Pythagoras:

AC =     25 = 5 
EG is ook 5
zijde
zijde2
AB = 3
32 = 9
BC = 4
42 = 16
AC = ?
25
+

Slide 27 - Tekstslide

Hoofdstuk 6 - Goniometrie
Uitleg: hoeken in ruimtefiguren
Bereken     CIn driehoek ACE(je moet hoek C berekenen)
Stap 3: bereken de hoek met de tan.


A
C
E
2
5
tanC=ACAE
tanC=52
C=shifttan(2:5)=22°

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Huiswerk
Paragraaf 3 en 4 moeten af

Slide 30 - Tekstslide