September 1940: de Blitz begint. Maandenlang wordt Londen gebombardeerd. Elke nacht schuilen tienduizenden mensen in de Ondergrondse: ze slapen op de perrons, op stilstaande roltrappen, naast het spoor. Daar, diep onder de grond, leren vier jongeren elkaar kennen.
Quinn is vijftien. Ze is van huis weggelopen met een tas vol juwelen en ze wil de wereld veranderen. Jay is alles kwijt, dus regels kunnen hem gestolen worden. Sebastian is Quinns grote broer, maar ze noemt zijn naam niet. Voor zijn familie bestaat hij niet meer. Ella van veertien vertelt het verhaal. Ze is net een jaar ziek geweest en voelt zich onzichtbaar – maar dan komt de tunnel.