PDO - Les 5

PDO
Pedagogiek/Onderwijskunde
 
Boek: 
Opvoeding & ontwikkeling
Hoofdstuk 9 Een veilig klimaat

Blok 02
Les 5
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
PDOMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

PDO
Pedagogiek/Onderwijskunde
 
Boek: 
Opvoeding & ontwikkeling
Hoofdstuk 9 Een veilig klimaat

Blok 02
Les 5

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Terugblik hoofdstuk 8 > vragen IO?
  • Introductie 
  • Lesdoelen hoofdstuk 9
  • Wat een kind nodig heeft 
  • Afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

8.1: Waar horen de volgende begrippen bij: doelgericht, bewust, systematisch.
A
Waarnemen
B
Objectief
C
Observeren
D
Subjectief

Slide 3 - Quizvraag

8.2: Wat is stap 1 uit het stappenplan voor observeren?
A
Achtergrondgegevens verzamelen
B
Welke observatiemethode?
C
Waarom ga je observeren?
D
Rapporteren

Slide 4 - Quizvraag

8.3: Participerend observeren betekent:
A
Meerdere korte momenten observeren
B
Meedoen in de situatie terwijl je observeert

Slide 5 - Quizvraag

8.4: Noem een voordeel van mondeling rapporteren.

Slide 6 - Open vraag

8.5: Wat kunnen redenen zijn om met een kindvolgsysteem te werken?

Slide 7 - Open vraag

Antwoord
  • Gedrag van een leerling vergelijken met het gedrag wat hoort bij de leeftijdsfase.
  • Afwijkingen vroeg herkennen.
  • Ouders meenemen in de ontwikkeling
  • Activiteiten laten aansluiten bij de ontwikkeling van de leerling.
  • Kijken of een leerling mee kan komen met de stof of verlegde instructie/uitdaging nodig heeft.
  • Etc.

Slide 8 - Tekstslide

Hoofdstuk 9
  • 9.1 Wat een kind nodig heeft
  • 9.2 Ik ben ik
  • 9.3 Wijs kinderen de weg
  • 9.4 Wat te doen bij pesten
  • 9.5 Wat te doen bij kindermisbruik

Slide 9 - Tekstslide

Lesdoelen hoofdstuk 9
Aan het eind van hoofdstuk 9

  • Weet je dat een kind veiligheid nodig heeft om zich te kunnen ontwikkelen.
  • Weet je wat autonomie betekent in de ontwikkeling van een kind.
  • Herken je hoe je een kind helpt om het zelf te doen.
  • Heb je inzicht in hoe je groepsklimaat kunt sturen. 
  • Ken je de eerste kenmerken van pestgedrag in een groep.

Slide 10 - Tekstslide

Lesdoel les 5
Aan het eind van deze les:

  • Kun je minimaal twee punten opnoemen , die een kind nodig heeft om zich veilig te voelen.
  • Kun je minimaal twee hechtingstypen opnoemen.
  • Kun je minimaal twee manieren opnoemen hoe je een kind een veilig gevoel kunt geven.

Slide 11 - Tekstslide

Waarom is een vertrouwensfiguur voor kinderen belangrijk?

Slide 12 - Open vraag

9.1 Wat een kind nodig heeft
Werken in de praktijk (blz. 241)


Vertrouwensfiguur
Relatie opbouwen

Slide 13 - Tekstslide

Wat heeft een kind dan nodig?
  • Aandacht en voorspelbaarheid
  • Zich veilig voelen
  • Een kind hecht zich
  • Verschillende hechtingstypen
  • Geef een kind een veilig gevoel
  • Contact maken
  • Openstaan voor gevoelens
  • Belonen en straffen

Slide 14 - Tekstslide

Aandacht en voorspelbaarheid 


Onverdeelde aandacht is belangrijk voor vertrouwen.

Voorspelbaarheid is belangrijk voor een veilig gevoel.

Slide 15 - Tekstslide

Zich veilig voelen

Grenzen aangeven geeft een veilig gevoel.

Vaste volgorde bij activiteiten geeft structuur.

Slide 16 - Tekstslide

Een kind hecht zich 
Hechting geeft het kind een veilige basis.


Verschillende hechtingstypen:
  • A-kinderen: Onveilig-vermijdend gehecht
  • B-kinderen: Veilig gehecht
  • C-kinderen: Onveilig afwerend gehecht
  • D-kinderen: Onveilig-gedesorganiseerd gehecht


Slide 17 - Tekstslide

Onveilig-vermijdend gehecht
  • Er is sprake van een zeer onderzoekende houding.

  • Het spel is over het algemeen redelijk oppervlakkig 
    (een kind zal snel verveeld zijn en overgaan tot een ander spel).

Slide 18 - Tekstslide

Veilig gehecht
  • Er is een balans tussen ondernemend gedrag en hechtingsgedrag.


  • Als ouders of verzorgers in de buurt zijn, hebben ze een onderzoekende houding en gaan rustig hun eigen gang. 

Slide 19 - Tekstslide

Onveilig-afwerend gehecht
  • Hangt meer dan gebruikelijk aan de ouder of verzorger.


  • Er wordt meestal heftig gereageerd als de ouder of verzorger de ruimte verlaat. 

Slide 20 - Tekstslide

Onveilig-gedesorganiseerd gehecht
  • Het kind weet eigenlijk niet goed hoe het op de ouder of verzorger moet reageren.


  • Het kan het ene moment een angstige reactie vertonen en het andere moment gaan lachen. 

Slide 21 - Tekstslide

Hechtingsproblemen in de klas

Hoe herken je het in de klas? Kijk t/m 2 min en 50 sec.



Slide 22 - Tekstslide

Hoe zorg je als
opvoeder/begeleider/leerkracht
voor een veilige hechting?

Slide 23 - Woordweb

Hoe zorg je voor een veilige hechting?
  • Geef een kind een veilig gevoel
Soms heeft een kind behoefte aan troost of gezelligheid.

  • Contact maken
Veroordeel niet, maar biedt een luisterend oor.

  • Openstaan voor gevoelens
Herken angst en verdriet, geef complimentjes en toon interesse.
  • Belonen en straffen
Bied regels en structuur, stel grenzen en wees consequent.

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht
Bedenk concrete praktijkvoorbeelden ...

Wanneer heb jij:
  1. Een kind een veilig gevoel gegeven ...
  2. Echt contact gemaakt ...
  3. Opengestaan voor gevoelens ...

Slide 25 - Tekstslide

Positief onderwijs
Een dag in de klas van juf Nicky

Slide 26 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kan minimaal twee punten opnoemen wat een kind nodig heeft om zich veilig te voelen.

  • Je kan minimaal twee hechtingstypen opnoemen.

  • Je kan minimaal twee manieren opnoemen hoe je een kind een veilig gevoel kunt geven.

Slide 27 - Tekstslide

Volgende week
Basisboek
Stof herhalen: 9.1
Doorlezen: 9.2

Werkboek
Maken: opdrachten 9.1


Slide 28 - Tekstslide