Verlichting

De Verlichting


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

De Verlichting


Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kent de kenmerken van de verlichting;
  • Je weet waar de literatuur uit de Verlichting vaak over gaat;
  • Je weet welke nieuwe genres er toen bijkwamen of populair werden.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Samenvattend
Reformatie + renaissance -> meer nadruk op zelf denken en het individu
18e eeuw:
- wetenschappelijke revolutie
- op zoek naar natuurwetten, op alle gebieden
- lang leve de ratio! Alle problemen zullen worden opgelost

Slide 4 - Tekstslide

Gevolg
Algemeen idee: de burger moet worden opgevoed!
Daarvoor is kennis nodig.

Slide 5 - Tekstslide

Effect op literatuur
Literatuur werd gebruikt voor kennisontwikkeling:
1. uitvinding encyclopedie (niet echt literatuur, want non-fictie)
2. reisjournalen: reisverhalen over reizen naar andere landen 
3. inzet kinderliteratuur voor opvoeding

Literatuur met kritiek op mens en maatschappij: 4. imaginaire reisverhalen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Samenvattend
  • Er waren echt reisverhalen en imaginaire reisverhalen.
  • Voor mensen uit dit tijd vaak lastig wat er verzonnen was + in echte reisverhalen werd er ook wel verzonnen en overdreven.
  • Dus pas een imaginair reisverhaal als er reflectie of kritiek is op de mens en/of de maatschappij.
  • Bekendste vorm = robinsonade

Slide 8 - Tekstslide

Hét Nederlandse voorbeeld
'Reize door het Aapenland' van J.A. Schatz (Gerrit Paape)

In apenland willen twee groepen apen mens worden.
Groep 1 -> door ander gedrag te leren
Groep 2 -> door de staart af te hakken
Groep 2 weet het volk op te jutten en krijgt zijn zin...

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Afsluitende vragen
Je hebt in deze presentatie uitleg gekregen over de verlichting. Beantwoord nu de afsluitende vragen om te zien of de lesdoelen beheerst:
  • Je kent de kenmerken van de verlichting.
  • Je weet wat voor soort inhoud literatuur uit de Verlichting vaak heeft
  • Je weet welke nieuwe genres er toen bijkwam of populair werden

Slide 11 - Tekstslide

De Verlichting was van:
A
1400-1500
B
1500-1600
C
1600-1700
D
1700-1800

Slide 12 - Quizvraag

De verlichting kwam (direct) na
A
de middeleeuwen
B
de Romeinse tijd
C
de Renaissance

Slide 13 - Quizvraag

In de verlichting staat:
A
ratio/rede centraal
B
geloof centraal
C
natuur centraal
D
spiritualiteit centraal

Slide 14 - Quizvraag

Wat was het doel van literatuur uit de verlichting?
A
de lezer vermaken
B
de lezer iets leren
C
de lezer versterken in zijn geloof
D
de lezer een fantasiewereld tonen

Slide 15 - Quizvraag

Welke vier genres werden bedacht of waren populair tijdens de verlichting?

Slide 16 - Open vraag

Leg uit wat een imaginair reisverhaal is en geef twee voorbeelden: een Engels en een Nederlands verhaal

Slide 17 - Open vraag

Huiswerk voor vrijdag
Voor vrijdag maak je paragraaf 5.3 af over het sonnet.
Ook ga je je verdiepen in de kinderliteratuur uit de verlichting door paragraaf 5.5 te maken (blz. 110-111).
Maak alleen vraag 1 t/m 9. Vraag 10 hoef je niet te doen.

Als je nog geen boek 4 hebt uitgekozen, is het slim om dat ook te gaan doen. Denk eraan: niveau 2 of hoger! 

Slide 18 - Tekstslide