Boek A, par 2.1, p47

Boek A, par 2.1, p47
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Boek A, par 2.1, p47

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud les
-leerdoel
-lezen en onderstrepen
-korte uitleg
-opdrachten 
-beantwoorden leerdoel

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel deze les
Hoe werd Nederland vanaf 1815 bestuurd?

Slide 3 - Tekstslide

Lees zelf en onderstreep
pagina 47

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg
Hoe kreeg Nederland een koning?
Nadat Napoleon werd verslagen, werden Nederland en België samengevoegd. Ze kregen in 1815 hun koning; Willem I.

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg
Hoe werd Nederland in 1815 bestuurd?
De koning en ministers bedachten wetten (regels) en voerden deze uit. De eerste en tweede kamer (staten-generaal) stemden over deze nieuwe wetten.


Slide 8 - Tekstslide

Uitleg
Hoe groot was de macht van Willem I?
Willem I moest zich aan de grondwet houden (constitutionele monarchie). 
Willem I mocht ministers benoemen en ontslaan. Ook mocht hij de leden van de eerste kamer benoemen.

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg
Wie was ontevreden over de macht van de koning?
De liberalen.
Zij wilden dat het volk meer te vertellen kreeg over het bestuur. 

Slide 10 - Tekstslide

Maak de opdrachten
je gebruikt de tekst in je boek.

Slide 11 - Tekstslide

In welk jaar kreeg Nederland een koning?
A
1815
B
1830
C
1800
D
1775

Slide 12 - Quizvraag

Een ander woord voor constitutie is grondwet.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Willem I was een staatshoofd
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Een koninkrijk met een grondwet noemen we een constitutionele monarchie.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Wie bedenkt de wetten in een land?
A
ministers
B
eerste kamer
C
tweede kamer

Slide 16 - Quizvraag

De staten-generaal zijn:
A
ministers
B
koning
C
eerste kamer
D
tweede kamer

Slide 17 - Quizvraag

De staten-generaal stemt over de nieuwe wetten.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Hoe kon je zien dat Willem I veel macht had?
A
Hij koos de minsters
B
Hij koos de leden van de eerste kamer
C
Hij mocht de minsters ontslaan
D
Hij koos de leden van de tweede kamer

Slide 19 - Quizvraag

Wie mocht in de tijd van Willem I stemmen over de tweede kamer?
A
iedereen
B
alleen de mannen
C
de rijke mannen
D
alleen de vrouwen

Slide 20 - Quizvraag

Wie wilden dat het volk meer macht kreeg?
A
conservatieven
B
liberalen

Slide 21 - Quizvraag

Leerdoel: Hoe werd Nederland vanaf 1815 bestuurd?

Slide 22 - Open vraag