H9.1 deel 2 Zouten herkennen les 2

• Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

H9 zouten

9.1: Zouten herkennen

Welkom

• terugblik vorige les, 
• uitleg H9.1 deel 2
  
• huiswerk volgende keer

terugblik vorige les

leren H9.1 (blz 198)

maken (blz 203): opg 1 t/m 10

leerdoelen

• weten wat ionen zijn
• weten waarom ionen positief of negatief geladen zijn
• weten hoe de naamgeving van zouten werkt

wat is een ion?

ion-filmpje  1

ion-filmpje 2

ZOUTEN

Zouten bestaan uit geladen deeltjes. Deze noemen we ionen.

Zouten zijn opgebouwd uit:

• Positief geladen metaal-ionen EN
• Negatief geladen niet-metaal ionen

Denk aan ionenwisselaar

Opbouw Zouten:

Metaal-ionen: 

• positief geladen.
• meesten lading 2+
• één samengesteld: NH4+ (ammonium)
• ijzer 2+ of 3+
• lading in naam aangeven met romeinse cijfers ( 3+  =  III )

Opbouw Zouten:

Niet-metaal-ionen: 

• negatief geladen.
• naam enkelevoudige ionen eindigen op  -ide
• veel samengesteld: namen uit je hoofd kennen)

Hoe weet je hoeveel lading een ion heeft?

ZOUTEN

Ionrooster

In de vaste fase kunnen de ionen niet bewegen, maar in de vloeibare fase wel

Zouten

ZOUTEN

MgCl₂

Magnesium-ionen (metaal)

Chloride-ionen 

(niet-metaal)

Magnesiumchloride

naamgeving zouten: 

• van sommige metaalionen bestaan meerdere varianten
• met een romeinscijfer geef je de lading van het metaalion aan.  
  
• ijzer(III)chloride =FeCl3                          en  ijzer(II)sulfaat = Fe(SO4)
  
  
• mangaan(IV)oxide=MnO2                           mangaan(II)chloride =MnCl2
  
  
• kwik(II)sulfide=HgS      

positief metaal- of ammonium(NH4-)ion, gevolgd door het negatieve ion

leerdoelen gehaald?

• weten wat ionen zijn
• weten waarom ionen positief of negatief geladen zijn
• weten hoe de naamgeving van zouten werkt

Huiswerk

leren H9.1  (blz 199)
maken : opg 11, 13, 16, 18, 21, 24, 25, 28